"Śrī-kṛṣṇa-caitanya-prabhu dayā koro more, tomā vinā ke dayalu, jagata saṁsāre. Eigenlijk, hunkeren we naar de gunst van een grote man en een kleine man. Dat is er aan de hand. Dat is de materiële wereld. Maar als we gunst zoeken bij de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, is dat dus heel aardig. In plaats van hier en daar heen te gaan, als we... We willen gunst. Er is geen twijfel mogelijk. Maar anderen kunnen ons niet begunstigen. Dat is het punt. Ze zijn begonnen met zoveel humanitaire instituten om de lijdende mensheid te begunstigen, maar het is niet mogelijk. Ze kunnen het niet. Ze kunnen het niet doen. Het is een valse poging."
|