"Dit is er gaande. Grote, grote geleerden, grote, grote aap, ze lezen de Bhagavad-gītā driehonderd keer per dag, maar weten niet wat de wet is. Dit is er gaande. In het Bengaals is er een gezegde: "Grote, grote aap, grote, dikke buik, Ceylon springend, melancholie." Je kent de aap, grote aap, Hanumānjī. Hij sprong eroverheen. Dus vraag enig andere aap: "Kun je springen?" Melancholie. (gelach) Op dezelfde manier, grote, grote geleerden van de Bhagavad-gītā en weten niet wat de wet van God is. Dit is er gaande. Groot, groot commentaar, groot, groot boek, maar de wet kent hij niet."
|