"Het menselijk leven is bedoeld voor tapasya, soberheid. Tapasā. Tapo divyaṁ putrakā yena śuddhyet sattva (SB 5.5.1), dat deze menselijke vorm van leven bedoeld is voor tapasya, niet om te leven als katten en honden. Dat is geen menselijke vorm van leven. En tapasya, soberheid, begint bij brahmācārya. Tapasā brahmacaryeṇa śamena damena vā (SB 6.1.13). Dit is tapasya. Brahmācārya betekent: Het aan banden leggen van het seksleven, het celibaat. Dat is brahmācārya. Dus, als men serieus is over de bevordering van spiritueel bewustzijn, moet hij onder de controle van de goeroe leven om te leren hoe hij brahmacārī kan worden. Dit is het hoofddoel."
|