"Tri-sandhya. Deze tri-sandhya: Vroeg in de ochtend, middag en in de avond. En elke sandhya is getuige. Sandhya, ahani, dag en nacht samen, de hele dag, vierentwintig uur, ahani. Ahany ahani lokā gacchanti yama-mandiram. Deze ahani. Elke dag sterven honderden en duizenden levende wezens. Śeṣaḥ sthitam icchanti kim āścaryam ataḥ param (Mahābhārata, Vana-parva 313.116). Toch denkt iemand die niet dood is: "Ik zal niet sterven. Ik blijf." Dit is het wonderbaarlijke, het meest wonderbaarlijke. Iedereen moet voorbereid zijn op de dood. De dood is onvermijdelijk. Dus diśaḥ, en tien richtingen: Noord, zuid, oost, west, de vier hoeken - acht - en hoger en naar beneden. Het zijn tien richtingen. Waar ga je heen? Overal is er een getuige. Je kunt niet ontsnappen.'
|