"Iedereen is bezig met het uitvoeren van een bepaald soort geloof of religieus systeem, ritueel. Dat is in orde. Dharmaḥ svanuṣṭhitaḥ. Je bent hindoe; je doet je hindoeïstische rituele ceremonie of religieuze regels en voorschriften. Of een christen doet het goed, of een Mohammedaan is aan het doen... Dat is in orde. Maar we zijn geïnteresseerd - zij die aanhangers zijn van de echte Vedānta - om het resultaat te zien. Phalena paricīyate. Phalena betekent "door het resultaat." Dus, wat is het resultaat? Het resultaat is, door het uitvoeren van iemands specifieke type religieus systeem, hij Kṛṣṇa-bewustzijn of Godbewustzijn moet ontwikkelen. Dat is de test. Als je niet weet wat God is, wat bedoel je dan met God, en je bent heel erg religieus, dat is nutteloos. Men moet God kennen; dus zij, die zich in de laagste graad van het menselijk leven bevinden, zij kunnen het niet begrijpen. Na māṁ duṣkṛtino mūḍhāḥ prapadyante narādhamāḥ (BG 7.15). Naradhama . . . Nara betekent mens, en adhamāḥ betekent de laagste."
|