Dit is het Vedische bevel. Bhāryā, echtgenote, wordt putrāyate aanvaard, alleen voor het hebben van goede kinderen. In de Bhagavad-gītā wordt ook gezegd, dharmāviruddho kāmo 'smi (BG 7.11): "Lustig seksleven is, wanneer het niet tegen het religieuze principe is, dat seksleven ben ik," zegt Kṛṣṇa. Dharmāviruddho. Dus, dharmāviruddho, of welke niet tegen de religieuze principes is. Op deze manier, zul je vinden, volgens het vedische systeem, dat het seksleven bijna ontkend wordt. Maar, omdat we nu in de geconditioneerde staat zijn, is het erg moeilijk om het seksleven volledig te ontkennen, er is een regulerend principe. Allereerst training: Geen seksleven. Als je zonder seksleven kunt blijven, brahmacārī, is het heel goed. Maar als je dat niet kunt, ga dan trouwen, ga samenwonen met een vrouw, maar heb alleen seks voor het nageslacht, niet voor zinsbevrediging. Daarom, zelfs als men getrouwd is, als hij het op één vrouw houdt en zij houdt het op één man-dat is het echte getrouwde leven. Dan wordt de echtgenoot ook brahmacārī genoemd, ook al is hij een gṛhastha, en de echtgenote wordt kuis genoemd."
|