"Dus, dit is intelligentie hoe een dienaar van Kṛṣṇa te worden. Dat is de perfectie van het leven. Dat betekent mukti. Mukti betekent niet dat je vier handen en acht hoofden krijgt. Nee (gelach). Mukti betekent, zoals het bepaald is in de Śrīmad-Bhāgavatam, muktir hitvānyathā rūpaṁ sva-rūpeṇa vyavasthitiḥ (SB 2.10.6). Dat is mukti. Sva-rūpeṇa. Legaal, grondwettelijk, ben ik dienaar van God, of Kṛṣṇa. Nu ben ik dienaar geworden van een hond en māyā. Dus, als ik deze dienst opgeef, en weer dienaar wordt van God, dat is mukti. Dat is mukti. Muktir hitvānyathā rūpam. We proberen om te worden... Hier betekent māyā 'dat wat niet is.' Mā-yā. We zijn, éénieder van ons, we denken: 'Ik ben de meester.' 'Ik ben de koning van alles wat ik overzie;' er is een gedicht in het Engels. Iedereen denkt: 'Ik maak mijn plan, ik maak mijn plan, ik maak mijn overzicht, en ik wordt koning.' Maar dat is māyā. Dat kan je niet worden. Je bent al een dienaar van māyā."
|