"Als je de norm van bhakti bereikt, dan kun je Kṛṣṇa begrijpen. Bhaktyā mām abhijānāti (BG 18.55). Tenzij je dat stadium bereikt, kun je Kṛṣṇa niet begrijpen, je zult je vergissen. Manuṣyāṇāṁ sahasreṣu kaścid yatati siddhaye (BG 7.3). Deze siddhi betekent om bevrijd te worden van het lichamelijke concept van het leven. Dus, van vele miljoenen mensen, krijgt men de kans om siddha, brahma-bhūtaḥ en yatatām api siddhānāṁ kaścin māṁ vetti tattvataḥ te worden (BG 7.3). En degenen die siddha's zijn, bevrijd, van velen van hen, kaścin vetti māṁ tattvataḥ. Dus, hoe zal deze meneer Bannerji Kṛṣṇa begrijpen? Hij is geen bhakta, hij kan het niet begrijpen. Hij kan praten over de honing in de fles. Hij kan het niet proeven. Als hij wil proeven, moet iemand de fles kunnen openen en hem een beetje kunnen geven. Dan krijgt hij. Laat hem anders de fles oplikken. (gelach) Dat is alles."
|