"Er is een voorbeeld. In een watertank gooi je een steen. Het wordt een cirkel. En de cirkel breidt zich uit, breidt zich uit, tenzij de cirkel naar de kust komt. Op dezelfde manier, begint onze liefdesaffaire van ons persoonlijke zelf tot familie, van familie naar de samenleving, gemeenschap, natie, internationaal. Maar toch, is het onvolmaakt, tenzij de cirkel de lotusvoeten van God bereikt. Dan is het voldaan. Svāmin kṛtārtho 'smi varaṁ na yāce (CC Madhya 22.42] ). Hier, alle liefdesaffaires, dat is min of meer lust. Een man of vrouw houden van elkaar met een verlangen, niet zonder verlangen. Dat verlangen is zinsbevrediging. Maar eigenlijk is dat lust, geen liefde. Pure liefde kan worden uitgewisseld in relatie met God."
|