"In de Bhagavad-gītā wordt gezegd: Avajānanti māṁ mūḍhā, mānuṣīṁ tanum āśritam, paraṁ bhāvam ajānanto (BG 9.11). De schurken, ze weten niet wat voor... Kṛṣṇa, Hij verschijnt als een mens met twee handen en twee benen. Dus, ze begrijpen niet wat de kwaliteit van deze twee handen en twee benen is. Ze denken dat Hij twee handen en twee benen heeft zoals wij; daarom worden ze mūḍha genoemd. Paraṁ bhāvam ajānanto. Mūḍha nābhijānāti, mām ebhyaḥ param avyayam (BG 7.13). Sarvato pāṇi-pādaḥ (BG 13.14). Niet alleen twee handen, maar Hij heeft vele, vele miljoenen en biljoenen handen en benen, over het hele universum. Dit is Kṛṣṇa. Dus, neem Hem niet aan als een gewoon mens. Dan wordt je beschouwd als één van de schurken. Dat is alles. Wees geen schurk; wees intelligent om Kṛṣṇa te begrijpen. En als je Kṛṣṇa begrijpt, dan wordt je onmiddelijk bevrijd."
|