"Stel je voor dat je een goed banksaldo hebt, leuk huis en alles, goede samenleving, vriendschap, familie... Maar, op elk moment, zal de dood komen en je eruit trappen. Wat kan je doen? Mṛtyuḥ sarva-haraś cāham (BG 10.34). De dood zal komen en zal alles wat je hebt afnemen. Klaar. En hij zal je een hond laten worden. Nu blaffen (gelach). Hoe kun je het stoppen? Prakṛteḥ kriyamāṇāni guṇaiḥ karmāṇi (BG 3.27). Je hebt geoefend om te blaffen in de Legislative Assembly, ga nu en wordt een hond en ga door met blaffen: yow, yow, yow (gelach). Dit is er gaande. Ze weten niet wat leven is, wat het doel van het leven is."
|