"Als iemand zijn toevlucht neemt tot een zuivere toegewijde ... Net als elektriciteit: De machinekamer is ver weg, maar de kracht komt eraan. Stel dat je lichaam wordt geëlektrificeerd, en als ik het aanraak, dan wordt mijn lichaam onmiddelijk geëlektrificeerd. En als iemand mij aanraakt, dan wordt het lichaam van een ander geëlektrificeerd. Dit is elektrisch. Op dezelfde manier, diegene die een pure toegewijde is, hij is geautoriseerd door Kṛṣṇa, hij is geëlektrificeerd. Dus, als iemand zijn toevlucht zoekt bij een pure toegewijde, wordt hij gezuiverd. Yad-apāśrayāśrayāḥ śudhyanti (SB 2.4.18 ). Dat is de verklaring van Śukadeva Gosvāmī. Hoe kunnen de caṇḍāla's worden gezuiverd? Het voorbeeld heb ik al genoemd. Aan het einde zegt Śukadeva Gosvāmī: Prabhaviṣṇave namaḥ (SB 2.4.18). Dit is de allerhoogste transcendentale kracht van Viṣṇu. Hij kan dit.'
|