"In deze materiële wereld, in dit universum, ādi-kavi. Tene brahma hṛdā ādi-kavaye (SB 1.1.1). Dus, hij is de ādi, origineel, het eerste gecreëerde wezen. Dan, wie is deze ādi? Waar komt Brahmā vandaan? Dat is Kṛṣṇa. Tene brahma hṛdā ādi-kavaye. Dus, op deze manier, wanneer je tot Kṛṣṇa komt, makende een ... Brahmā komt van Viṣṇu, Garbhodakaśāyī Viṣṇu. Svayambhū: Hij is geboren uit een lotusbloem. Die Garbhodakaśāyī Viṣṇu komt van Kāraṇodakaśāyī Viṣṇu. En Kāraṇodakaśāyī Viṣṇu komt van Saṅkarṣaṇa. Saṅkarṣaṇa komt van Aniruddha; Aniruddha van Pradyumna, zoals dat. Uiteindelijk - Kṛṣṇa. Daarom is Kṛṣṇa ādyam. En Kṛṣṇa zegt in de Bhagavad-gītā: Mattaḥ parataraṁ nānyat (BG 7.7). Er is niet meer. Dus dat is God."
|