"Yaśodāmāyi wilde de Hoogste Persoonlijkheid Gods als zijn (haar) zoon, waarvoor hij honderden jaren onderging ..., of zij, onderging versobering. En wanneer de Hoogste Persoonlijkheid God voor hem verscheen, voor haar, voor allebei de man en de vrouw: 'Wat wil je?' 'Nu willen we een zoon zoals U.' Dus Kṛṣṇa zei:' Er is geen tweede zoals Ik, dus Ik zal jullie zoon worden', dus Hij werd een zoon. Dus Hij moest perfect spelen, zodat Yaśodāmāyi niet door zou hebben, dat: 'Hier is de Hoogste Persoonlijkheid Gods.' Dan zullen de gevoelens van moeder en zoon verdwijnen. In ieder geval, Kṛṣṇa speelt precies zoals een klein kind. Dus dat is Kṛṣṇa's genade."
|