"Je kunt Kṛṣṇa's lichaam niet vergelijken met ons lichaam. Als je dat doet, dan moet je een mūḍha zijn, een schurk. Doe dat niet. Kṛṣṇa is altijd transcendentaal, divyam. Janma karma ca me divyam (BG 4.9). Deze divya zou jij moeten begrijpen. Yo jānāti tattvataḥ. Hij is een bevrijd persoon. Iedereen die weet wat Kṛṣṇa is, wordt onmiddelijk bevrijd. Janma karma ca me divyaṁ yo jānāti tattvataḥ (BG 4.9). Het is niet zo gemakkelijk om Kṛṣṇa in waarheid te begrijpen. Het vereist tijd. Hij ... Je kunt het niet ineens begrijpen, maar als je vasthoud aan toegewijde dienst, sevonmukhe hi jihvādau svayam eva sphuraty adaḥ (Bhakti-rasāmṛta-sindhu 1.2.234), dan openbaart Hij. Wanneer je je tong inschakelt . . . Het is ook geweldig. Om Kṛṣṇa te begrijpen, heb je je tong nodig. Over het algemeen, begrijpen we door te zien of door te horen. Horen is er, maar hier wordt vooral de tong aanbevolen. Waarom wordt de tong gebruikt? Want als je simpelweg Hare Kṛṣṇa chant met je tong en Kṛṣṇa prasādam proeft, zul je Kṛṣṇa begrijpen."
|