"We prediken: Kṛṣṇas tu bhagavān svayam (SB 1.3.28). Dus, zonder enig gegoochel met woorden, presenteren we aan de mensen: "Hier is Bhagavān", Kṛṣṇas tu bhagavān svayam. Dus, wat woorden geven, sommige woorden opofferen. Niet dat ieder van ons zeer hoog opgeleid of zeer rijk is. Toch, als we de woorden van Kṛṣṇa dragen ... zoals Kṛṣṇa zegt: Mattaḥ parataraṁ nānyat kiñcid asti dhanañjaya (BG 7.7), dan moeten we deze woorden dragen, dat: " De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is Kṛṣṇa." Waar is de moeilijkheid? Het is geautoriseerd. Kṛṣṇa zegt, en wij dragen gewoon de woorden. Dus waar is de moeilijkheid? Gewoon door deze woorden te dragen, dat: "Kṛṣṇa de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is. Hij wil dat je je aan Hem overgeeft."
|