"Mensen vragen zich over het algemeen af, dat: " Hoe komt het dat God ongunstig is voor iemand en gunstig voor . . . ?" Dat is dwaasheid. God is goed, maar dat weten we niet. Omdat we minder intelligent zijn, denken we dat: "Één man verhongert; daarom is God niet goed." Dat is onze fout. We zijn niet goed. We begrijpen God niet. Maar een Vaiṣṇava zegt: "Oh, het is een zegen." En als hij het zo neemt, dan is het resultaat mukti-pade sa dayā-bhāk (SB 10.14.8). Zijn mukti (bevrijding) is gegarandeerd. In alle omstandigheden, als iemand God als goed beschouwt, dan is zijn mukti gegarandeerd. En als hij God de schuld geeft - "O, hij heeft me laten verhongeren" - dan moet hij lijden."
|