"Kṛṣṇa omhelst gopī's en ook de kalveren, niet dat Hij alleen gopī's heeft uitgekozen om te omhelzen. Sarva-yoniṣu kaunteya (BG 14.4). "Iedereen die van Mij houdt . . . Heb je lief of niet, ik bescherm." Eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Hij geeft bescherming aan iedereen. En als hij een toegewijde is, een speciale bescherming. Dit is God, en regering betekent Gods vertegenwoordiger. God's, niet de vertegenwoordiger van het volk. Regering betekent niet de vertegenwoordiger van het volk. Regering betekent de vertegenwoordiger van God. Dat is de regering. Rājarṣi. Imaṁ rājarṣayo viduḥ (BG 4.2). De Bhagavad-gītā is niet bedoeld voor de loaferklasse. Het is bedoeld voor de rājarṣi."
|