"Sarira-yatrapi ca te na prasiddhyed akarmanah (BG 3.8). Als je werkloos/inactief/lui zit, dan zul je verhongeren. Anders, is alles aanwezig. Je werkt weinig en je krijgt al je benodigdheden. Eko yo bahunam vidadhati kaman (Katha Upanisad 2.2.13 ). Die ene persoon, God, Hij voorziet iedereen, wat er ook nodig is. Je moet gewoonweg een beetje werken. Dat is de materiële wereld. In de materiële wereld, moet je werken. En in de spirituele wereld, is er geen sprake van werk. Wat je ook doet, vereist, verlangt, alles is er. Cintamani-prakara-sadmasu kalpa-vrksa (BS 5.29). Je krijgt alles, zodra je het wenst. Je hoeft niet te werken. Dat is de spirituele wereld."
|