"Iedereen kent de aard van de geest - soms accepteert hij één ding, en verwerpt hij het erna. Saṅkalpa-vikalpa. Dit is de kwaliteit van de geest of de aard van de geest. Soms springt de geest over op sattva-guṇa, soms op de rajo-guṇa, soms op de tamo-guṇa. Op deze manier krijgen we verschillende soorten van mentaliteit. Op deze manier zal, op het moment van overlijden, de mentaliteit die ik heb, net op het moment dat ik dit lichaam verlaat, me naar een ander lichaam brengen van sattva -guṇa, rajo-guṇa, tamo-guṇa. Dit is de manier van transmigratie van de ziel. Daarom moeten we de geest trainen, totdat we een ander lichaam krijgen. Dat is de kunst van het leven. Dus, als je je geest traint om gewoonweg aan Kṛṣṇa denken, dan ben je veilig. Anders bestaat er kans op een ongeluk."
|