NL/Prabhupada 0169 - Waar is de moeilijkheid om Krishna te zien
Lecture on BG 4.24 -- August 4, 1976, New Mayapur (French farm)
Yogeśvara: Hij zegt nu, omdat we nog niet gevorderd genoeg zijn om Kṛṣṇa rechtstreeks te zien als de Allerhoogste Persoon, hoe moeten we op Hem mediteren?
Prabhupāda: Zie je Kṛṣṇa niet in de tempel? (gelach) Aanbidden wij iets vaags? Je moet Kṛṣṇa zien, zoals Kṛṣṇa zegt. In het huidige stadium ... Net zoals Kṛṣṇa zegt; raso 'ham apsu kaunteya (BG 7.8). Kṛṣṇa zegt: "Ik ben de smaak van water." Je ziet Kṛṣṇa in de smaak van water. Dat zal je gevorderd maken. Volgens verschillende stadia ... Kṛṣṇa zegt: "Ik ben de smaak van water." Dus als je water drinkt, waarom zie je Kṛṣṇa niet. "Oh, deze smaak is Kṛṣṇa." Raso 'ham apsu kaunteya prabhāsmi śaśi-sūryayoḥ. Als je de zonneschijn, maneschijn ziet. Kṛṣṇa zegt: "Ik ben de zonneschijn, ik ben de maneschijn." Dus zodra je in de ochtend zonneschijn ziet, zie je Kṛṣṇa.
Zodra je 's nachts maneschijn ziet, zie je Kṛṣṇa. Praṇavaḥ sarva-vedeṣu. Elke vedische mantra wordt gezongen: om tad viṣṇu para, dit omkara is Kṛṣṇa. "Paurusam Visnu". En alles buitengewoons gedaan door iemand, dat is Kṛṣṇa. Dus je moet Kṛṣṇa op deze manier zien. Dan, langzaamaan zal je zien; Kṛṣṇa zal Zich openbaren, je zal het zien. Maar er is geen verschil tussen het realiseren van de smaak van water als Kṛṣṇa en het persoonlijk zien van Kṛṣṇa, er is geen verschil. Dus, volgens je huidige positie, zie je Kṛṣṇa zo. Dan zal je Hem geleidelijk zien. Als je meteen Kṛṣṇa's rasa lila wil zien, dat is niet mogelijk. Zodra er hitte is, moet je weten dat er brand is. Zodra er rook is, moet je weten dat er brand is, ook al zie je niet direct vuur. Maar we kunnen begrijpen, omdat er is rook, moet er wel vuur zijn. Dus in het begin moet je Kṛṣṇa op deze manier realiseren. Dat staat in het zevende hoofdstuk. Zoek het op.
- raso 'ham apsu kaunteya
- prabhāsmi śaśi-sūryayoḥ
- praṇavaḥ sarva-vedeṣu
- (śabdaḥ khe pauruṣaṁ nṛṣu)
- (BG 7.8).
Jayatirtha: Zeven acht: O zoon van Kuntī, Arjuna, Ik ben de smaak van water, het licht van de zon en de maan, de lettergreep oṁ in de Vedische mantra's, Ik ben het geluid in de ether en het vermogen in de mens.
Prabhupāda: Dus zie Kṛṣṇa op deze manier. Waar is de moeilijkheid? Wie stelde deze vraag ? Waar is de moeilijkheid om Kṛṣṇa te zien? Is er een moeilijkheid? Zie Kṛṣṇa. Man-manā bhava mad-bhakto, Kṛṣṇa zegt: "Denk altijd aan Mij." Dus, zodra je water drinkt, moet je onmiddellijk proeven en zeggen: Ah, hier is Kṛṣṇa, Man-manā bhava mad-bhakto. Waar is de moeilijkheid? Is er geen moeilijkheid. Alles is er. Uh? Wat is de moeilijkheid?
Abhinanda: Moeten we proberen te herinneren dat Kṛṣṇa God is?
Prabhupāda: Wat vind je van hem? (gelach) (Bengali) Iemand heeft het hele Rāmāyaṇa gelezen en na het lezen vraagt hij: "Sītā-devī wiens vader is ze?" (lacht) Wiens vader is Sītā-devī? (hard lachen) Jouw vraag is net zo. (meer lachen)
Abhinanda: Omdat vorig jaar in Mayapura, Srila Prabhupada, u ons vertelde dat we niet mogen vergeten dat Kṛṣṇa God is. U vertelde het talloze keren.
Prabhupāda: Ja, dus waarom ben je het vergeten? (gelach) Wat is dit?
Toegewijde: Als een toegewijde van het pad van toegewijde dienst valt,
(Charanambuja tegen Jayantakrit: Je moet al deze dingen vertalen.)
Toegewijde: is hij ooit onderworpen aan de hellen zoals beschreven in het Bhāgavatam?
Prabhupāda: Een devotee valt nooit naar beneden. (gelach)
Toegewijden: Jaya! Jaya Śrīla Prabhupāda!