NL/Prabhupada 0222 - Geef niet op deze beweging vooruit te duwen



His Divine Grace Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Gosvami Prabhupada's Disappearance Day, Lecture -- Los Angeles, December 9, 1968

Dus dit is zo'n mooie beweging. Ahaṁ tvaṁ sarva-pāpebhyo mokṣayiṣyāmi mā śucaḥ (BG 18.66). De Bhagavad-gītā zegt; de Heer zegt; het lijden van de mens is te wijten aan zijn zondige activiteiten. Onwetendheid is de oorzaak van zondige activiteiten. Net als een mens die niet weet. Stel dat een buitenlander als ik in Amerika komt en hij weet niet dat ... Omdat in jullie land de auto aan de rechterkant wordt gereden. In India, ik heb het ook in Londen gezien, wordt de auto aan de linkerkant gereden. Dus stel dat hij het niet weet, hij rijdt de auto aan de linkerkant en veroorzaakt een ongeval, en hij wordt door de politie opgepakt. En als hij zegt: "Meneer, ik wist niet dat de auto hier aan de rechterkant gereden wordt", dat maakt niet dat hij wordt geëxcuseerd. De wet zal hem straffen. Dus onwetendheid is de oorzaak van het breken van de wet of van zondige activiteiten. En zodra je zondige activiteiten begaat, moet je het resultaat ondergaan. Dus de hele wereld is in onwetendheid, en als gevolg van onwetendheid is hij verwikkeld in zoveel acties en reacties, goed of slecht. Er is niets goeds in deze materiële wereld; alles is slecht. Dus hebben we iets goeds en iets slechts vervaardigd. Want uit de Bhagavad-gītā begrijpen we dat deze plek is; duḥkhālayam aśāśvatam (BG 8.15). Deze plek is voor ellende. Dus hoe kan je in deze ellendige toestand zeggen dat: "Dit is goed" of "Dit is slecht." Alles is slecht. Dus degenen die het niet weten - het materiële geconditioneerde leven - verzinnen iets: "Dit is goed, dit is slecht," want ze weten niet dat alles hier slecht is, niets is goed. Men moet heel erg pessimistisch zijn over deze materiële wereld. Dan kan hij vooruitgang maken in het spirituele leven. Duḥkhālayam aśāśvatam (BG 8.15). Deze plaats is vol met ellende, en als je het analytisch bestudeert, dan vindt je alleen een ellendige toestand. Dus het probleem is dat we ons geconditioneerde materiële leven moeten opgeven, en in Kṛṣṇa-bewustzijn moeten we proberen om onszelf te verheffen tot het spirituele platform en daarmee bevorderd worden naar het koninkrijk van God, yad gatvā na nivartante tad dhāmaṁ paramaṁ mama (BG 15.6), vanwaar niemand terugkeert naar deze ellendige wereld. En dat is de allerhoogste verblijfplaats van de Heer.

Dus er zijn beschrijvingen in de Bhagavad-gītā. Dus deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging is bevoegd en heel belangrijk. Nu, jullie Amerikaanse jongens en meisjes die bij deze beweging zijn gekomen, neem het alsjeblieft serieuzer en ... Dat is de missie van Heer Caitanya en mijn guru Mahārāja, en we proberen hun wens uit te voeren door opeenvolging van discipelen. Je bent naar voren gekomen om me te helpen. Jullie zijn gekomen om me te helpen. Ik zal jullie allemaal vragen, want ik zal weggaan maar jullie zullen leven. Geef niet op om deze beweging vooruit te duwen, en jullie zullen gezegend worden door Heer Caitanya en Zijne Goddelijke Genade Bhaktisiddhānta Sarasvatī Goswami Prabhupāda. Heel erg bedankt.