NL/Prabhupada 0302 - Mensen zijn niet geneigd zich over te geven
Lecture -- Seattle, October 2, 1968
Prabhupāda: Dus we zijn de 'Lessen van Heer Caitanya' aan het lezen. We zijn begonnen in onze vorige bijeenkomst, en we zullen nu doorgaan met het lezen. Kan jij het lezen? Ja.
Tamāla Kṛṣṇa: Pagina negenentwintig, maar waar bent u gestopt met lezen?
Prabhupāda: Maakt niet uit, lees maar. Ja.
Tamāla Kṛṣṇa: Oke. "In de Bhagavad-gītā wordt ons verteld dat de constitutionele natuur van het individuele wezen is spirituele ziel. Hij is geen materie. Dus als spirituele ziel is hij een essentieel onderdeel van de Allerhoogste Ziel, de Absolute Waarheid, de Persoonlijkheid Gods. We leren ook dat het de plicht is van de spirituele ziel zich over te geven, want alleen dan kan hij gelukkig zijn. De laatste instructie van de Bhagavad-gītā is dat de spirituele ziel zich volledig moet overgeven aan de Allerhoogste Ziel, Kṛṣṇa, en op die manier gelukzaligheid realiseren. Heer Caitanya beantwoordt hier ook de vragen van Sanātana, Hij herhaalt dezelfde waarheid, maar zonder hem informatie te geven over de spirituele ziel, die al in de Gītā is beschreven."
Prabhupāda: Ja. Het punt is dat de constitutionele positie van de spirituele ziel al heel uitvoerig besproken is in de Śrīmad Bhagavad-gītā. Nu, de laatste instructie in de Bhagavad-gītā, zoals Kṛṣṇa zegt: sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66). Hij heeft over allerlei yoga systemen aan Arjuna verteld, over allerlei vormen van religieuze rituelen, offers, filosofische speculatie, de constitutionele positie van het lichaam en de constitutionele positie van de ziel. Alles heeft Hij beschreven in de Bhagavad-gītā. En ten slotte zegt Hij aan Arjuna: "Mijn beste Arjuna, omdat jij mijn heel intieme en dierbare vriend bent, vertel ik je het meest vertrouwelijke deel van de Vedische kennis." En wat is dat? "Geef je simpelweg over aan Mij." Dat is alles.
Mensen zijn niet geneigd zich over te geven, daarom moeten ze zoveel dingen leren. Net als een kind, hij heeft eenvoudig een gevoel van overgave aan zijn ouders, daarom is hij gelukkig. Het is niet nodig om filosofie te leren, hoe om gelukkig te zijn. Het kind is volledig afhankelijk van de zorg van zijn ouders en hij is gelukkig. Eenvoudige filosofie. Maar omdat we vooruitgang gemaakt hebben in beschaving en kennis willen we deze eenvoudige filosofie met zoveel woord-gegoogel kunnen begrijpen. Dat is alles. Dus als je woord-gegoogel wil leren, dat ontbreekt niet in de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging. We hebben vele delen filosofische boeken. Maar als je dit eenvoudige proces volgt, dat we moeten ... God is groot en wij zijn een essentieel onderdeel; daarom is het mijn plicht om Hem te dienen en mij over te geven aan God. Dat is alles. Dus Caitanya Mahāprabhu, zonder de constitutionele positie en filosofische kennis te bespreken, en zo veel andere dingen, yoga systemen. Hij begint meteen met dat de constitutionele positie van het levende wezen is om het allerhoogste geheel te dienen. Dat is het begin van Caitanya Mahāprabhu's leringen. Caitanya Mahāprabhu begint zijn leringen dus vanaf waar de Bhagavad-gītā eindigt.
Prabhupāda: Ja. Ga door.
Tamāla Kṛṣṇa: "Hij begint vanaf het punt waar Kṛṣṇa Zijn instructie beëindigde. Het wordt aanvaard door belangrijke toegewijden dat Heer Caitanya, Kṛṣṇa Zelf is, en vanaf het punt waar Hij Zijn instructie in de Gītā beëindigde, begint Hij Zijn instructie nu aan Sanātana. De Heer zei tegen Sanātana: "Je constitutionele positie is dat je een pure levende ziel bent. Dit materiële lichaam is niet de identiteit van je ware zelf, noch is je geest je echte identiteit, noch je intelligentie, noch is het vals ego de ware identiteit van het zelf. Je identiteit is dat je de eeuwige dienaar bent van de Allerhoogste Heer Kṛṣṇa."
Prabhupāda: Hier zijn wat belangrijke punten voor onze zelfrealisatie. Degenen die grotendeels op het materiële platform zitten denken: "Ik ben dit lichaam." Ik ben dit lichaam, het lichaam betekent de zintuigen. Daarom betekent mijn bevrediging de bevrediging van de zintuigen - zinsbevrediging. Dit is de grofste vorm van zelfrealisatie. Dit lichaam is zelf, de geest is zelf en de ziel is ook zelf. Zelf, synoniem. Het lichaam, de geest en de ziel, alle drie worden het 'zelf' genoemd. In de grofste fase van ons leven denken we dat we dit lichaam zijn. En in een subtieler stadium denken we dat we de geest en de intelligentie zijn. Maar eigenlijk zijn we meer dan dit lichaam, meer dan de geest, meer dan de intelligentie. Dat is onze positie. Degenen die voornamelijk op de lichamelijke opvatting van zelfrealisatie zitten zijn materialisten. En degenen die de opvatting van de geest en de intelligentie hebben zijn de filosofen en dichters. Ze filosoferen of geven ons ideeën met poëzie, maar hun opvatting is nog steeds verkeerd. Wanneer je op het spirituele niveau komt dan heet het toegewijde dienst. Dat wordt uitgelegd door Caitanya Mahāprabhu.