NL/Prabhupada 0304 - Maya kan het allerhoogste geheel niet bedekken



Lecture -- Seattle, October 2, 1968

Prabhupāda: Ga door.

Tamāla Kṛṣṇa: "Dit tegelijk één en verschillend zijn bestaat altijd in de relatie tussen de levende wezens en de Allerhoogste Ziel."

Prabhupāda: Nu, dit tegelijk één en verschillend zijn, neem het voorbeeld van het land. Iemand zegt: "Oh, ik zag dat deel is water." En iemand zegt: "Nee, ik zag dat deel is land." Dus tegelijk één en verschillend. Onze positie is ... Omdat we een spirituele ziel zijn, en Kṛṣṇa, God, is spirituele ziel ... Hij is de complete spirituele ziel en ik een deeltje van die ziel. Net als de zon, de zonnebol, en de zonneschijn, de moleculen van schijnende deeltjes zijn ook zonlicht. De combinatie van deze atomaire deeltjes van de zonneschijn geven ons de zonnestralen. Dus wij schijnen ook, net als de deeltjes van de zonnebol, maar we zijn niet gelijk aan de volledige zon. De schijnende deeltjes, de moleculen van de zonneschijn, zijn niet gelijk aan de hoeveelheid van de zonnebol, maar in kwaliteit zijn ze dezelfde.

Vergelijkbaar zijn ook wij, de levende wezens, minuscule deeltjes van de allerhoogste spirituele ziel Kṛṣṇa of God. Daarom stralen wij ook. Wij zijn van dezelfde kwaliteit. Net als een klein stukje goud ook goud is. Het is geen ijzer. Vergelijkbaar, wij zijn spirituele ziel; daarom zijn wij één. Maar omdat ik minuscuul ben ... Net als in het voorbeeld. Omdat het marginale gedeelte heel klein is wordt die soms overspoeld met water. Maar de grote oppervlakte van het land is zonder enig water. Vergelijkbaar kan māyā de minuscule deeltjes van de spirituele ziel bedekken, maar māyā kan niet het allerhoogste geheel bedekken. Net als hetzelfde voorbeeld, de lucht, de zonneschijn. Een deel van de zonneschijn is bedekt met wolken. Maar als je met het vliegtuig boven de wolken gaat zal je zien dat de zonneschijn niet bedekt is door wolken. De wolk kan de gehele zon niet bedekken. Vergelijkbaar kan māyā het allerhoogste geheel niet bedekken. Māyā kan de kleine deeltjes van Brahman bedekken. De Māyāvādi theorie dat: "Ik ben nu bedekt door māyā. Zodra ik niet meer bedekt ben word ik één met het geheel." Wij zijn één met het geheel op dezelfde manier. Net zoals de zonneschijn en de zonnnebol, er is geen verschil in kwaliteit. Waar er zon is, is zonneschijn, maar de kleine deeltjes, de moleculen van de zonneschijn, zijn nooit gelijk aan de gehele zonnebol. Dat wordt beschreven door Caitanya Mahāprabhu in dit hoofdstuk.