NL/Prabhupada 0310 - Jezus is de vertegenwoordiger van God - en Hari Nama is God



Lecture -- Seattle, October 2, 1968

Prabhupāda: Ja?

Mahāpuruṣa: Prabhupāda, is er geen tegenspraak, want Heer Jezus Christus en Heer Caitanya verschenen beiden in Kali-yuga, en Heer Jezus Christus zei: "De enige weg tot God is door mij. Geloof alleen in mij of geef je over aan mij." En Heer Caitanya leerde dat hari-nāma de enige manier van spirituele realisatie is in deze tijd?

Prabhupāda: Dus waar zie je een verschil? Als Heer Jezus Christus zegt: "Via mij", dat betekent dat hij een vertegenwoordiger is van God, en hari-nāma is God. Dus ofwel door de vertegenwoordiger van God of door God, het is hetzelfde. God en Gods vertegenwoordiger, er is geen verschil. Zelfs in gewone handelingen, als ik een vertegenwoordiger stuur, als hij iets tekent namens mij, dan moet ik dat accepteren, want hij is mijn vertegenwoordiger. Vergelijkbaar, God moet worden benaderd door God of door zijn vertegenwoordiger. Het is hetzelfde. Het enige verschil zit hem in het begrijpen. Want Heer Jezus Christus sprak tot een samenleving die niet erg gevorderd was.

Je kan begrijpen dat zo'n grote persoonlijkheid, Gods bewust persoon, gekruisigd werd. Zie de conditie van die samenleving. Met andere woorden, het was een heel laagwaardige samenleving. Dus zij konden niet de hele filosofie van God begrijpen. Dat is voldoende. "God schiep. Aanvaard het." Ze waren niet intelligent genoeg om te begrijpen hoe de schepping plaatsvond. Als ze intelligent waren geweest zouden zij niet zo'n grote persoonlijkheid als Jezus Christus gekruisigd hebben. Dus we moeten begrijpen wat de conditie van de samenleving is. Net zoals in de Koran door Mohammed wordt gezegd dat: "Vanaf deze dag mag je geen sex meer met je moeder hebben." Bedenk eens hoe de conditie van zo'n samenleving is.

Dus we moeten rekening houden met de tijd en omstandigheden van de samenleving en dan prediken. Dus in een samenleving als dat is het niet mogelijk hoge filosofische zaken te begrijpen zoals vermeld in de Bhagavad-gītā. Maar het primaire feit dat God de autoriteit is, dat is aanvaard, zowel in de Bijbel als in de Bhagavad-gītā. De Bijbel begint: "God is de hoogste autoriteit," en de Bhagavad-gītā concludeert: "Geef jezelf over." Waar is het verschil? De beschrijving is alleen naar gelang de tijd, samenleving, plaats en de mensen. Dat is alles. Ze zijn niet Arjuna. Begrijp je? Dus de dingen die worden begrepen door Arjuna zijn niet mogelijk voor de mensen die Heer Jezus Christus gekruisigd hebben. Je moet het op die manier begrijpen. Het is hetzelfde. Een zakwoordenboek, een kinderwoordenboek, en het internationale woordenboek, zijn allemaal woordenboeken, maar de waarde is anders. Dat woordenboek is bedoeld voor een klas van kinderen, en dat woordenboek is bedoeld voor hoge geleerden. Maar van geen kan je zeggen dat het geen woordenboek is. Dat kan je niet zeggen. Beiden zijn woordenboeken.

Dus we moeten rekening houden met de tijd, plaats, mensen, alles. Net als Heer Boeddha, hij zei alleen dat: "Stop dat onzinnige dieren doden." Dat was zijn boodschap. Ze waren zo laagwaardige mensen dat ze plezier hadden in het doden van dieren. Dus met het doel ze te verheffen wilde Heer Boeddha deze onzin stoppen: "Stop alsjeblieft met doden." Dus elke tijd komt er een andere vertegenwoordiger van God, of God zelf komt om de mensen onder verschillende omstandigheden te onderwijzen. Dus naar gelang de omstandigheden kan er een verschil in uitleg zijn, maar de primaire factor blijft gelijk. Heer Boeddha zei: "Oké, er is geen God, maar geef je over aan mij." Waar is dan het verschil? Dat betekent dat men het gezag van God moet aanvaarden, hetzij op deze manier of op die manier.