NL/Prabhupada 0593 - Zodra je bij Kṛṣṇa-bewustzijn komt wordt je vrolijk



Lecture on BG 2.20 -- Hyderabad, November 25, 1972

Dus zijn we allemaal essentieel onderdeel van Kṛṣṇa: mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ (BG 15.7). Dus onze relatie is eeuwig. Nu zijn we het vergeten. We denken dat: "Ik ben niet van Kṛṣṇa, ik ben van Amerika." "Ik ben van India." Dit is onze illusie. Dus met de juiste methode ... De methode is horen. En om te zingen in zijn oor: "Je bent geen Amerikaan. Je bent van Kṛṣṇa. Je bent geen Amerikaan." "Je bent geen Indiër. Je bent van Kṛṣṇa." Door op deze manier te horen en horen kan hij: "Oh ja, ik ben van Kṛṣṇa." Dit is de weg. We moeten het voortdurend injecteren: " Je bent geen Amerikaan. Je bent geen Indiër. Je bent niet Russisch. Je bent van Kṛṣṇa. Je bent van Kṛṣṇa." Dan heeft elke mantra waarde, dan komt hij: "Oh ja, ik ben van Kṛṣṇa." Brahma-bhūtaḥ prasa ... "Waarom dacht ik dat ik Russisch en Amerikaans en dit en dat was?" Brahma-bhūtaḥ prasannātmā na śocati na kāṅkṣati (BG 18.54).

Zodra hij in die positie komt heeft hij geen geklaag meer. Hier, als Amerikaan of Indiër of Russisch, hebben we twee dingen: klagen en verlangen: Iedereen verlangt naar wat hij niet bezit: "Ik moet dit hebben" En wat hij bezit, als het verloren is dan jammert hij: "Oh, ik ben het verloren." Dus deze twee dingen zijn er gaande. Zolang je niet bij Kṛṣṇa-bewustzijn komt zullen deze twee dingen doorgaan, klagen en verlangen. En zodra je bij Kṛṣṇa-bewustzijn komt wordt je vrolijk. Er is geen reden tot klagen. Er is geen reden om te verlangen. Alles is compleet. Kṛṣṇa is compleet. Dus hij wordt vrij.

Dat is de positie van brahma-bhūtaḥ. Dus dit kan worden opgewekt door te horen. Daarom heet de Vedische mantra śruti. Men moet dit ontwaken via het oor ontvangen. Śravaṇaṁ kīrtanaṁ viṣṇoḥ (SB 7.5.23). Men moet altijd over Viṣṇu horen en zingen.

Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa
Kṛṣṇa Kṛṣṇa, Hare Hare
Hare Rāma, Hare Rāma
Rāma Rāma, Hare Hare

Dan, ceto-darpaṇa-mārjanam (CC Antya 20.12), zal alles gereinigd worden en zal hij begrijpen dat: "Ik ben de eeuwige dienaar van Kṛṣṇa."

(onderbreking)

Als je Vaiṣṇava wordt is het brahmanisme al inbegrepen. Het algemeen proces is dat tenzij je op het sattva-guṇa platform komt, hij niet kan begrijpen wat Kṛṣṇa-bewustzijn is. Dat is de algemene regel. Maar deze toegewijde dienst, Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging is zo goed dat gewoon door over Kṛṣṇa te horen je onmiddellijk op het brahmaanse platform komt. Naṣṭa-prāyeṣu abhadreṣu nityaṁ bhāgavata-sevayā (SB 1.2.18). Abhadra. Abhadra betekent deze drie kwaliteiten van de materiële natuur. Zelfs brahmaanse kwaliteiten. De śūdra kwaliteit, de vaiśya kwaliteit of de kṣatriya kwaliteit en zelfs brāhmaṇa kwaliteit. Het zijn allemaal abhadras. Omdat in de brāhmaṇa kwaliteit opnieuw dezelfde identificatie komt: "Oh, ik ben brāhmaṇa. Niemand kan zonder geboorte brāhmaṇa worden. Ik ben geweldig. Ik ben brāhmaṇa." Deze onjuiste status komt. Dus hij wordt gebonden. Zelfs in brahmaanse kwaliteiten. Maar als hij werkelijk op het spirituele platform komt, zoals Caitanya Mahāprabhu zei: "Ik ben geen brāhmaṇa, ik ben geen sannyāsī, ik ben geen gṛhastha, ik ben geen brahmacārī." Niet, niet, niet ... Hij ontkent deze acht varṇāśrama principes. Wat ben je dan? Gopī-bhartuḥ pada-kamalayor dāsa-dāsānudāsaḥ (CC Madhya 13.80). "Ik ben de dienaar van de dienaar van de dienaar van Kṛṣṇa." Dit is zelfrealisatie.