NL/Prabhupada 0622 - Associeer met degenen die bezig zijn met Krishna-bewustzijn
Lecture on SB 7.6.17-18 -- New Vrindaban, July 1, 1976
Zelfs als je een verlangen hebt om te genieten in deze materiële wereld, kom toch bij het Kṛṣṇa-bewustzijn. Kṛṣṇa zal je tevreden stellen. Hij zal je geven. Het is niet nodig om iets anders te doen voor je materiële plezier. Omdat we materieel plezier niet op kunnen geven. We zijn het gewend sinds ondenkbaar lange tijd, vele levens na vele levens, alleen voor zinsbevrediging. Het is niet erg gemakkelijk om het idee op te geven. Daarom zegt de śāstra dat zelfs als je het idee van zinsbevrediging hebt, kom toch bij het Kṛṣṇa-bewustzijn. Probeer het niet anders. Net als de devatās. Ze hebben de faciliteiten voor alle zinsbevrediging. Zinsbevrediging betekent; udara-upastha-jihvā (NOI 1), jihvā, de tong en de buik en de genitaliën. Dit zijn de belangrijkste bronnen van zinsbevrediging. Heel lekkere gerechten, vul de buik zoveel mogelijk en dan van seks genieten. Dit is materieel. In de spirituele wereld zijn deze dingen niet aanwezig. In de materiële wereld zijn deze dingen heel belangrijk.
Dus Prahlāda Mahārāja waarschuwt zijn vrienden dat als we gehecht raken aan deze zinsbevrediging dan; vimocituṁ kāma-dṛśāṁ vihāra-krīḍā-mṛgo yan-nigaḍo visargaḥ (SB 7.6.17-18). Nigaḍa betekent de grondoorzaak van het aanvaarden van het materiële lichaam. Deze dingen zijn zinsbevrediging. Tato vidūrāt: van een verre plaats. Tato vidūrāt parihṛtya daityā (SB 7.6.17-18). "Mijn beste vrienden, hoewel jullie geboren zijn in een daitya familie, ik ben ook geboren" - zijn vader is ook daitya. Daityeṣu saṅgaṁ viṣayātmakeṣu: "Geef op hun ..." Asat-saṅga-tyāga ei vaiṣṇava ācāra (CC Madhya 22.87). Caitanya Mahāprabhu zei het ook hetzelfde. Dus wie is een Vaiṣṇava? Hij legde onmiddellijk uit dat Vaiṣṇava, wat is de plicht van Vaiṣṇava? Een toegewijde vroeg Caitanya Mahāprabhu: "Meneer, wat is de plicht van een Vaiṣṇava?" Dus Hij antwoordde onmiddellijk in twee zinnen; asat-saṅga-tyāga ei vaiṣṇava ācāra (CC Madhya 22.87): "Om het gezelschap van materialistische mensen op te geven." Dan kan de volgende vraag zijn: "Wie is materialistisch?" Asat eka strī-saṅgī (CC Madhya 22.87): "Iemand die aan vrouwen gehecht is, hij is asat." En; kṛṣṇa-bhakta āra: "En iemand die geen toegewijde van Kṛṣṇa is."
Dus we moeten het opgeven. Dus daarom zijn er de regulerende principes. Tenminste geen ongeoorloofde seks. Trouw, leef als een heer, neem verantwoording, dan zal je geleidelijk aan in staat zijn dit sex verlangen op te geven. Tenzij we dit sex verlangen opgeven, volledig onverstoord, is er geen mogelijkheid te stoppen met de herhaling van materiële geboorte, dood, ouderdom en ziekte. Dat is niet mogelijk. Daarom adviseert Prahlāda Mahārāja: daityeṣu saṅgaṁ viṣayātmakeṣu: "Associeer niet met ..." Asat-saṅga, hetzelfde als Caitanya Mahāprabhu ... Asat-saṅga-tyāga ei vaiṣṇava ācāra. Dit is de taak van de Vaiṣṇava's. Neem geen kans met asat, degenen die materieel gehecht zijn. Het is heel moeilijke associatie. Dan is het mogelijk; upeta nārāyaṇam ādi-devaṁ sa mukta-saṅgair iṣito 'pavargaḥ (SB 7.6.17-18). Daarom is associatie heel ..., sajjati siddhāśaye. Associeer met degenen die bezig zijn in Kṛṣṇa-bewustzijn, toegewijde dienst.
Daarom maken we verschillende centra, om iedereen de gelegenheid te geven om met toegewijden te associëren. Voor zover mogelijk geven we onderdak, we geven prasādam, we geven instructies, we geven de mogelijkheid om Kṛṣṇa te vereren. Waarom? Omdat de mensen kunnen profiteren van de associatie, Nārāyaṇa. Nārāyaṇam ādi-devam, ze kunnen associëren met Nārāyaṇa. Nārāyaṇa en alles gedaan in de toegewijde dienst voor Nārāyaṇa - Nārāyaṇa, Kṛṣṇa, Viṣṇu, dezelfde categorie ... Nārāyaṇa paro 'vyaktyāt. Nārāyaṇa betekent wiens situatie transcendentaal is, Nārāyaṇa. Dus zodra je in contact komt met Nārāyaṇa dan is Lakṣmī de godin van het geluk er. We aanbidden niet het daridra-nārāyaṇa verzinsel, nee.