NL/Prabhupada 0648 - We zijn van nature levende wezens, we moeten bezig zijn



Lecture on BG 6.2-5 -- Los Angeles, February 14, 1969

Revatīnandana: Commentaar: "Wanneer iemand volledig bezig is met transcendentale liefdevolle dienst aan de Heer dan is hij tevreden in zichzelf en dus is hij niet langer bezig met zinsbevrediging of resultaatgerichte activiteiten. Anders moet men zich bezighouden met zinsbevrediging want iemand niet leven kan zonder bezigheid."

Prabhupāda: Ja, dat is het punt. We moeten een bezigheid hebben. We kunnen niet stoppen. Hetzelfde voorbeeld. Je kan een kind niet stoppen met werken of met activiteiten. Van nature zijn we levende wezens, we moeten handelen. Het is niet mogelijk om de activiteiten te stoppen. Dus net zoals men zegt: "Ledigheid is des duivels oorkussen." Dus als we geen goede bezigheid hebben, dan zal je jezelf moeten bezighouden met onzin. Net als een kind, als hij niet bezig is met onderwijs wordt hij een verwend kind. Net zo onze twee bezigheden; of materiële zinsbevrediging, of Kṛṣṇa-bewustzijn, of bhakti-yoga of yoga. Dus als ik niet met het yoga-systeem bezig ben, dan moet ik met zinsbevrediging bezig zijn. En als ik met zinsbevrediging bezig ben dan is er geen sprake van yoga. Ga verder.

Revatīnandana: Zonder Kṛṣṇa-bewustzijn moet men altijd op zoek zijn naar egocentrisch of uitgebreide egocentrische activiteiten. Maar een Kṛṣṇa-bewust persoon kan alles doen om Kṛṣṇa tevreden te stellen en daarbij volledig onthecht zijn van zinsbevrediging. Wie dit niet beseft zal op een mechanische manier moeten proberen aan materiële verlangens te ontkomen voordat hij naar de hoogste sport van de yoga-ladder wordt verheven."

Prabhupāda: "Yoga-ladder." Yoga-ladder, het wordt vergeleken met een ladder. Net zoals treden - in een grote wolkenkrabber zijn er trappen. Dus elke stap is een vooruitgang, dat is een feit. Dus de hele trap kan het yoga-systeem genoemd worden. Maar iemand kan op de vijfde tree zijn, een ander kan op de vijftigste tree zijn, een ander kan op de vijfhonderdste tree zijn en weer een ander kan bovenop het huis zijn. Dus hoewel de hele ladder het yoga-systeem of de trap wordt genoemd, maar iemand die op de vijfde tree is kan niet gelijk zijn aan degene die op de vijftigste tree is. Of iemand die op de vijftigste tree is kan niet worden vergeleken met degene die de vijfhonderdste tree is. Net zo zie je in de Bhagavad-gītā karma-yoga, jñāna-yoga, dhyāna-yoga, bhakti-yoga. Die worden genoemd met de naam yoga. Omdat de gehele ladder is verbonden met de bovenste etage. Dus elk systeem is verbonden met God, Kṛṣṇa. Maar dat betekent niet dat iedereen op de bovenste etage is. Iemand die op de bovenste etage is, wordt verondersteld in Kṛṣṇa-bewustzijn te zijn. Anderen zijn op de vijfde of vijftigste of vijfhonderdste, als dat. Het hele ding wordt ladder genoemd.