NL/Prabhupada 0677 - Gosvami is geen erfelijke titel. Het is een kwalificatie
Lecture on BG 6.25-29 -- Los Angeles, February 18, 1969
Prabhupāda: Dus iemand die beheerst wordt door de zintuigen is go-dāsa. Go betekent zintuigen en dāsa betekent dienaar. En iemand die de zintuigen beheerst is gosvāmī. Svāmī betekent meester en go betekent zintuigen. Jullie hebben de gosvāmī titel gezien. De gosvāmī titel betekent iemand die de meester is van de zintuigen, iemand die niet de dienaar van de zintuigen is. Zolang iemand dienaar van de zintuigen is, kan hij geen gosvāmī of svāmī genoemd worden. Svāmī of gosvāmī is hetzelfde, het betekent iemand die de meester van de zintuigen is. Dus tenzij iemand de meester van de zintuigen is, is zijn aanvaarding van de titel svāmī en gosvāmī bedrog. Men moet meester van de zintuigen zijn.
Dat is gedefinieerd door Rūpa Gosvāmī. Sanātana Gosvāmī en Rūpa Gosvāmī waren ministers. Toen ze ministers waren, waren ze geen gosvāmī. Maar toen Sanātana Gosvāmī en Rūpa Gosvāmī discipelen van Heer Caitanya werden en door Hem werden opgeleid, werden ze gosvāmī.
Dus gosvāmī is geen erfelijke titel. Het is een kwalificatie. Onder de leiding van de spiritueel leraar. Iemand die perfect wordt in het beheersen van de zintuigen wordt svāmī of gosvāmī genoemd. Dus men moet svāmī, gosvāmī, worden dan kan hij spiritueel leraar worden. Zonder svāmī of meester van de zintuigen te zijn, is het onzin om een spiritueel leraar te worden. Dat is ook gedefinieerd door Rūpa Gosvāmī. Hij zegt:
- vāco vegaṁ manasaḥ krodha-vegaṁ
- jihvā-vegam udaropastha-vegam
- etān vegān yo viṣaheta dhīraḥ
- sarvām apīmāṁ pṛthivīṁ sa śiṣyāt
- (NOI 1)
Hij zegt dat er zes impulsen, aandrangen, zijn, vegam. Aandrang. Vegam, je kan het begrijpen zoals je geroepen wordt door de natuur om naar de wc te gaan. Je kan het niet stoppen. Je moet het volgen. Dat heet vegam, aandrang. Dus er zijn zes soorten aandrang, vegam. Wat is dat? Vāco vegam; aandrang om te praten. Onnodig praten. Dat heet aandrang om te praten. Krodha-vegam. Soms is er de aandrang van boosheid. Als ik heel erg boos ben kan ik mezelf niet beheersen. Ik doe iets wat ik niet zou moeten doen. Soms doodt iemand in woede zijn eigen mannen. Dit heet vegam, aandrang. Dus de aandrang om te praten, aandrang van boosheid, en net zo de aandrang van de geest. De geest beveelt: "Je moet direct daar heen gaan." Meteen. aandrang om te praten, aandrang van de geest, aandrang van boosheid. Dan jihvā-vegam. Jihvā-vegam betekent de tong. Ik wil lekkere dingen proeven. Een paar zoete bollen of iets anders dat ik heel graag lust.
Dus men moet dit beheersen. Men moet het onnodige praten beheersen. Men moet de eisen van zijn geest beheersen. De yoga beoefent alleen op de geest. Maar in onze Kṛṣṇa-bewuste beoefening zijn er behalve de geest zoveel andere dingen als boosheid en de tong.
Dan jihvā-vegam. Dan udara-vegam. Vanaf de tong gaan we iets naar beneden. Udara betekent buik. De buik is al gevuld, toch wil ik het nog meer vullen. Dat heet vegam, aandrang van de buik. En wanneer er zoveel aandrang van de tong en aandrang van de buik is, het volgende eronder zijn de genitaliën, er is de aandrang van de genitaliën. Dan heb ik wat seks nodig. Als ik teveel eet, als ik mijn tong onnodig gebruik, als ik mijn geest toesta om van alles en nog wat te doen, dan kan ik mijn genitaliën ook niet beheersen. Er zal een sex aandrang zijn die ik niet kan beheersen. Op deze manier zijn er zoveel aandrangen.
Rūpa Gosvāmī zegt dat degene die al deze aandrangen kan beheersen spiritueel leraar kan worden. Niet dat een spiritueel leraar zomaar gemaakt is. Men moet dit leren. Hoe de aandrangen van deze dingen te stoppen. Etān vegān yo viṣaheta dhīraḥ (NOI 1). Iemand die deze aandrangen onder controle heeft en dhīraḥ, stabiel blijft, pṛthivīṁ sa śiṣyāt: Hij kan over de hele wereld discipelen maken.
Dus alles is afhankelijk van training. Dat is het yoga-systeem. Yoga betekent, het hele yoga-systeem betekent training. Onze zintuigen, onze geest, onze dit, dat, zoveel dingen. Dan zijn we gericht op het zelf. Denk je dat we alleen door vijftien minuten meditatie realiseren? En de hele dag allerlei onzin doen? Nee. Het vereist training. Je gaat de problemen van het leven oplossen en je wil het heel goedkoop doen? Nee, dan zal je bedrogen worden. Je moet ervoor betalen. Als je het beste ding wil dan moet je ervoor betalen.
Maar door de genade van Heer Caitanya is de betaling heel eenvoudig gemaakt. Chant Hare Kṛṣṇa. Alles wordt heel eenvoudig. Deze hele beheers-methode, perfecte yoga-methode, wordt heel gemakkelijk. Dat is de genade van Heer Caitanya. Ihā haite sarva-siddhi haibe tomāra (Caitanya-bhāgavata Madhya 23.78). Heer Caitanya heeft ons gezegend dat als je dit principe van chanten volgt dan zal je alle perfectie van zelfrealisatie krijgen. Dat is een feit.
Dus in dit tijdperk waarin de mensen zo gevallen zijn zal geen andere methode succesvol zijn. Deze methode is de enige methode. Het is heel gemakkelijk en subliem en effectief en praktisch en men kan zichzelf realiseren. Pratyakṣāvagamaṁ dharmyam (BG 9.2). In de Bhagavad-gītā staat dat je het praktisch kan ervaren. Met andere methodes ervaar je niet praktisch hoeveel vooruitgang je maakt. Maar deze methode, als je het voor een paar dagen volgt dan realiseer je: "Ja, ik maak vooruitgang." Net als wanneer je eet, dan begrijp je dat je honger gestild wordt. Net zo, als je werkelijk dit principe van de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging volgt, dan zal je zien dat je vordert op het gebied van zelfrealisatie. Ga verder.
Viṣṇujana: Iemand die de geest beheerst, en dus ook de zintuigen, wordt gosvāmī of svāmī genoemd. En iemand die beheerst wordt door de geest wordt go-dāsa genoemd, of de dienaar van de zintuigen. Een gosvāmī weet wat zintuigelijk geluk betekent. In transcendentaal zintuigelijk geluk werken de zintuigen in dienst van Hṛṣīkeśa of de allerhoogste eigenaar van de zintuigen, Kṛṣṇa. Kṛṣṇa dienen met gezuiverde zintuigen wordt Kṛṣṇa-bewustzijn genoemd. Dat is de manier om de zintuigen volledig onder controle te krijgen. Sterker nog, dat is de hoogste perfectie van yoga beoefening.