NL/Prabhupada 0773 - We moeten altijd aandachtig zijn hoe we ons spirituele leven beoefenen



Lecture on SB 2.3.19 -- Los Angeles, June 15, 1972

Pradyumna: Dus in het commentaar op pagina 153, tweede paragraaf, staat: "De kameel is een soort dier dat met plezier doornen eet. Vergelijkbaar; iemand die van het gezinsleven wil genieten of van het aardse leven van zogenaamd plezier wordt vergeleken met een kameel. Het materiële leven is vol doornen dus men moet alleen leven volgens de voorgeschreven methoden in de Vedische voorschriften gewoon om het beste gebruik te maken van een miskoop."

Prabhupāda: Als je langs doornen loopt dan moet je heel voorzichtig zijn. Anders blijven de doornen in je kleding steken en dat zal ongemakkelijk zijn. Er staat in de Veda's; kṣurasya dhārā niśitā duratyayā (Kaṭha Upaniṣad 1.3.14). Net zoals we ons met een scheermes scheren. Een scheermes is heel scherp. Dus als we voorzichtig met het scheermes kunnen omgaan dan worden onze wangen erg schoon, zo wordt het gedaan. Maar een beetje onoplettendheid, meteen een snee en het zal bloeden. Een klein beetje onoplettendheid. Dat voorbeeld wordt gegeven. Kṣurasya dhārā niśitā duratyayā durgaṁ pathas tat kavayo vadanti (Kaṭha Upaniṣad 1.3.14).

Het pad van verlossing is erg moeilijk. Zoals we proberen terug naar huis, terug naar God, Kṛṣṇa, te gaan. Het pad is heel moeilijk. Kṣurasya dhārā niśitā duratyayā durgam. Durgam betekent erg moeilijk om over te steken. Maar een beetje aandachtigheid zal je redden. Een beetje aandachtigheid dat: "Ik bewandel een heel gevaarlijke pad, dus ik moet heel voorzichtig zijn." Dus we moeten altijd aandachtig zijn hoe we ons spirituele leven beoefenen.

Dat is heel eenvoudig. We volgen strikt de regulerende principes en chanten minimaal zestien rondjes. Dat zal ons redden. Maar als we onoplettend met deze principes worden dan is er de kans dat we worden geprikt door de doornen. Er zijn overal zoveel doornen. Of hetzelfde voorbeeld; kṣurasya dhārā. Je scheert je en maakt je gezicht heel schoon, maar een beetje onoplettendheid veroorzaakt meteen bloed. We moeten heel voorzichtig zijn. Ga verder.

Pradyumna: "Het leven in de materiële wereld wordt onderhouden door je eigen bloed te zuigen. Het centrale punt van aantrekking voor materieel genot is sex. Van sex genieten is als je eigen bloed zuigen. En er is niet veel meer uit te leggen in dit verband. De kameel zuigt ook zijn eigen bloed terwijl hij op doornige twijgen kauwt. De doornen die de kameel eet prikken in de tong van de kameel en dus gaat het bloeden in zijn mond. De doornen gemengd met vers bloed geven de domme kameel een bepaalde smaak, en dus geniet hij van het doornen eten met onjuist genot. Ook de grote zakenmensen en industriëlen die heel hard werken om geld te verdienen op verschillende twijfelachtige manieren, eten het doornige resultaat van hun handelingen vermengd met hun eigen bloed. Daarom plaatst het Bhāgavatam deze zieke figuren op hetzelfde niveau als kamelen."

Prabhupāda: Ze nemen zoveel risico om geld te verdienen en voor zinsbevrediging. De dief, de inbrekers, riskeren hun leven. Ze gaan naar iemands huis om te stelen, en het is bekend dat zodra hij wordt betrapt: "Hij is gekomen," dan kan de eigenaar van het huis hem onmiddellijk neer schieten. Dat risico neemt hij. Dus niet alleen de inbreker en de dieven maar wij allemaal. Er staat; padaṁ padaṁ yad vipadām (SB 10.14.58). Bij iedere stap is er gevaar. Elke stap. We rijden heel snel in onze auto's, 110, 160 kilometer per uur, maar op elk moment kan er groot gevaar zijn.

Dus eigenlijk kan er geen vrede in het materiële leven zijn. Dat is niet mogelijk. Samāśritā ye pada-pallava-plavam (SB 10.14.58). We moeten daarom beschutting zoeken bij de lotusvoeten van de Heer. Als we gelukkig willen zijn, als we vredig willen zijn, dan is dit de enige manier.