NL/Prabhupada 0776 - "Wat is er verkeerd aan als ik een hond wordt?" Dit is het resultaat van onderwijs



Lecture on SB 6.1.12 -- Los Angeles, June 25, 1975

Dus er wordt aanbevolen dat; adhayo vyādhayaḥ. Er zijn drie soorten ellendige toestanden voor iedereen, niet alleen voor een bepaald persoon. Adhyātmika, adhibhautika, adhidaivika. En zodra je dit materiële lichaam krijgt zal je moeten lijden. Dus als je dit lijden wilt stoppen dan moet je gereguleerd leven. Een gereguleerd leven wordt in het volgende vers aanbevolen;

tapasā brahmacaryeṇa
śamena ca damena ca
tyāgena satya-śaucābhyaṁ
yamena niyamena vā
(SB 6.1.13)

Dat zijn de voorgeschreven plichten voor de mens. Wat zijn die voorgeschreven plichten? De eerste voorgeschreven plicht is tapasā: ze moeten soberheid nastreven. Dit is menselijk leven. Dat wordt overal aanbevolen.

Ṛṣabhadeva raadde het ook aan; tapo divyaṁ putrakā yena śuddhyed sattva (SB 5.5.1): "Mijn beste jongens, leef niet als katten, honden en varkens." Nāyaṁ deho deha-bhājāṁ nṛloke kaṣṭān kāmān arhate viḍ-bhujāṁ ye (SB 5.5.1). "Als ik niet hard werk hoe zal ik dan mijn zintuigen bevredigen? Ik moet 's nachts intoxicatie nemen en deze vrouw en naar deze club ... Als ik niet hard werk hoe zal ik dit genot dan krijgen?" Dus Ṛṣabhadeva zegt: "Dit soort genot is beschikbaar voor de varkens. Zinsbevrediging is geen erg goed soort van genot." Nāyaṁ deho deha-bhājāṁ nṛloke kaṣṭān kāmān arhate viḍ-bhujāṁ ye (SB 5.5.1). Viḍ-bhujām betekent poep-eter. Dus ze genieten ook door poep te eten, en door zonder enig onderscheid sex te hebben, geeft niet of het de moeder of zus is. Dus dit soort beschaving van zinsbevrediging is er ook bij de honden en de varkens, maar het menselijk leven is daar niet voor bedoeld. Het menselijk leven is bedoeld voor tapasya, soberheid, zodat je in dit menselijk leven de herhaling van geboorte en dood kan stoppen en bij je eeuwige leven kan komen en het gelukzalige eeuwige leven kan genieten vol kennis.

Dat is het doel van het leven. Niet dat: "Wat maakt het uit." Het onderwijs is dat als je tegen een student aan de universiteit zegt dat: "Als je onverantwoordelijk leeft dan kan je in je volgende leven een hond worden." Dus zij zeggen: "Wat is er mis mee als ik een hond wordt?" (gelach) Dit is het resultaat van onderwijs. Het kan hem niet schelen. Hij denkt: "Als ik een hond wordt dan kan ik op straat onbeperkt sex hebben." Zo is het. Hij denkt dat dat vooruitgang is. "Als er nu beperkingen zijn, hoe onbeperkt kan ik dan sex op straat hebben." En die vooruitgang komt geleidelijk aan. Dus dit is de situatie. Dus ze geloven niet in een volgend leven, en wat te zeggen van een katten en honden leven. "Maakt niet uit." Alles is heel duister.

Daarom is, tenzij we de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging aannemen, de menselijke beschaving gedoemd. Het is geen menselijke beschaving. Menselijke beschaving betekent verantwoordelijk leven. Eigenlijk worden we opgevoed en gaan we naar school, naar de universiteit, om een verantwoordelijk mens te worden. Dus deze verantwoordelijkheid zou moeten zijn: "Hoe deze herhaling van geboorte te stoppen." Op veel plaatsen wordt dit geadviseerd. En dat is het enige doel van het menselijk leven. Punar-janma-jayāya.