NL/Prabhupada 0813 - Ware onafhankelijkheid is hoe we uit de greep van deze materiële wetten kunnen komen



751011 - Lecture BG 18.45 - Durban

Dit is het verhaal van Prahlāda Mahārāja. Hij predikte Kṛṣṇa-bewustzijn onder zijn schoolvrienden. Omdat hij was geboren in de familie van een demonische vader, Hiraṇyakaśipu, werd hij gestopt om zelfs maar "Kṛṣṇa" te zeggen. Hij kreeg geen enkele kans in het paleis. Dus als hij op school was riep hij tijdens de pauze zijn kleine vriendjes van vijf jaar oud en dan predikte hij dit Bhāgavata-dharma. En zijn vriendjes zeiden: "Mijn beste Prahlāda, we zijn nu kinderen, oh, wat is het nut van dit Bhāgavata-dharma? Laten we spelen." "Nee," zei hij, "nee." Kaumāra ācaret prājño dharmān bhāgavatān iha, durlabhaṁ mānuṣaṁ janma (SB 7.6.1): "Mijn beste vrienden, zeg niet dat je het ontwikkelen van Kṛṣṇa-bewustzijn opzij wil zetten tot je oude dag. Nee, nee." Durlabham. We weten niet wanneer we zullen sterven. Voordat we weer doodgaan moeten we onze Kṛṣṇa-bewuste opleiding hebben voltooid. Dat is het doel van het menselijk leven. Anders verliezen we deze kans.

Dus iedereen wil eeuwig leven, maar de natuur staat dat niet toe. Dat is een feit. We kunnen heel onafhankelijk denken, maar we zijn niet onafhankelijk. We staan onder de strikte wetten van de natuur. Een jonge man kan niet zeggen: "Ik zal geen oude man worden." Nee, je moet oud worden. Dat is de wet van de natuur. En als je zegt: "Ik zal niet sterven." Nee, je moet sterven. Dus dit zijn de wetten van de natuur. Dus daarom zijn we mūḍha's. We weten praktisch niet wat de wetten van de natuur zijn.

prakṛteḥ kriyamāṇāni
guṇaiḥ karmāṇi sarvaśaḥ
ahaṅkāra-vimūḍhātmā
kartāham iti manyate
(BG 3.27)

Alles wordt omlaag getrokken door de wetten van de materiële natuur, en toch, omdat we zulke domme dwazen zijn, denken we dat we onafhankelijk zijn. Dit is onze fout. We weten niet wat het doel van het leven is en hoe prakṛti, de natuur, ons draagt en hoe we onszelf kunnen beschermen tegen de problemen van het leven. We zijn bezig met het oplossen van de tijdelijke problemen van het leven, net als afhankelijkheid of onafhankelijkheid, dit zijn tijdelijke problemen. In werkelijkheid zijn we niet onafhankelijk. We zijn afhankelijk van de wetten van de natuur. En stel dat we voor een paar dagen zogenaamd onafhankelijk worden. Dat is geen onafhankelijkheid. Ware onafhankelijkheid is hoe we uit de greep van deze materiële wetten kunnen komen.

We hebben zoveel problemen, maar dat is tijdelijk. Kṛṣṇa zegt dat het echte probleem is; janma-mṛtyu-jarā-vyādhi-duḥkha-doṣānudarśanam (BG 13.9). Iemand met kennis moet altijd het echte probleem voor ogen houden. Wat is dat? Geboorte, dood, ouderdom en ziekte. Dit is je echte probleem. Dus het mensenleven is bedoeld voor het oplossen van deze vier problemen; geboorte, dood, ouderdom en ziekte. En dat kan met Kṛṣṇa-bewustzijn gedaan worden. Dus we pushen deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging om de ware problemen van het leven op te lossen. Dus ons verzoek is dat jullie deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging heel serieus nemen en de ware problemen van het leven oplossen. En die problemen van het leven kunnen eenvoudig worden opgelost door Kṛṣṇa te begrijpen. Gewoon door Kṛṣṇa te begrijpen.

janma karma ca me divyaṁ
yo jānāti tattvataḥ
tyaktvā dehaṁ punar janma
naiti mām eti kaunteya
(BG 4.9)

Dit is de oplossing van het probleem.