NL/Prabhupada 0594 - Het is onmogelijk om de spirituele ziel te meten met onze materiële instrumenten: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0594 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Hyderabad]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Hyderabad]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0593 - Zodra je bij Kṛṣṇa-bewustzijn komt wordt je vrolijk|0593|NL/Prabhupada 0595 - Als je variëteiten wilt moet je toevlucht op een planeet nemen|0595}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|zaySInW6y1c|Het is onmogelijk om de ziel te meten met onze materiële instrumenten<br />- Prabhupāda 0594}}
{{youtube_right|tj_jA-o4npU|Het is onmogelijk om de spirituele ziel te meten met onze materiële instrumenten<br />- Prabhupāda 0594}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/721127BG-HYD_clip01.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/721127BG-HYD_clip01.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Dus definitie van ontkenning. We kunnen niet direct waarderen wat dat spirituele fragment is, deeltje, dat in dit lichaam is. Omdat de lengte en breedte van die ziel onmogelijk te meten is door onze materiële instrumenten, hoewel de wetenschappers zeggen dat we het kunnen meten. Hoe dan ook, ook al is het mogelijk, allereerst, je moet zien waar de ziel ligt. Dan kun je proberen om het te meten. Allereerst kun je zelfs niet zien. Omdat het heel erg klein is, een tienduizendste deel van de punt van de haar. Nu, omdat we niet kunnen zien, door onze experimentele kennis die we niet kunnen waarderen; daarom beschrijft Kṛṣṇa het bestaan ​​van het zelf, ziel, op een negatieve manier: "Het is niet dit." Soms, als we iets niet kunnen begrijpen, dan wordt de uitleg gegeven: "Het is niet dit." Als ik niet kan uitdrukken wat het is, dan kunnen we op een negatieve manier uitdrukken, dat "Het is niet dit." Dus wat is dat "dit niet"? De "niet dit" is dat "Het is niet materieel." De ziel is niet materieel. Maar we hebben ervaring met materiële dingen. Dan hoe om te begrijpen dat het het negatieve is? Dat wordt uitgelegd in het volgende vers, dat nainaṁ chindanti śastrāṇi. Je kunt de ziel niet snijden door welk wapen dan ook, mes, zwaard, of distel. Het is niet mogelijk. Nainaṁ chindanti śastrāṇi. De Māyāvāda filosofie zegt dat "ik ben Brahman. Vanwege mijn illusie, voel ik dat ik gescheiden ben. Anders ben ik één." Maar Kṛṣṇa zegt dat mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ ([[Vanisource:BG 15.7|BG 15.7]]). Dus betekent het dat de, uit de hele ziel, dit fragment is gescheiden door het in stukjes te snijden? Nee. Nainaṁ chindanti śastrāṇi. Het kan niet in stukken gesneden worden. Dan? Dan is het antwoord dat het ziel fragment eeuwig is. Niet dat het door māyā gescheiden is. Nee. Hoe kan het zijn? Want het kan niet in stukken worden gesneden.  
Dus definitie door ontkenning. We kunnen niet direct beseffen wat dat spirituele fragment, deeltje, is dat in dit lichaam is. Omdat de lengte en breedte van die spirituele ziel onmogelijk te meten is met onze materiële instrumenten, hoewel de wetenschappers zeggen dat we het kunnen meten. Hoe dan ook, ook al is het mogelijk, allereerst moet je zien waar de ziel zich bevindt. Dan kan je proberen om het te meten. Ten eerste kan je het zelfs niet zien. Want het is heel erg klein, een tienduizendste deel van het puntje van een haar.  


Als ik zeg ... Net zoals ze beargumenteren: ghaṭākāśa-poṭākāśa, dat "De lucht in de pot en de lucht buiten de pot, vanwege de wand van de pot is de lucht in de pot gescheiden." Maar hoe kan het worden gescheiden? Het kan niet in stukken gesneden worden. Omwille van het argument van de... Eigenlijk zijn we een heel, heel klein deeltje, moleculaire delen van de ziel. Dus... En ze zijn eeuwig deel. Niet dat het een onderdeel is geworden wegens omstandigheden, en weer kan meedoen. Het kan meedoen, maar niet op een homogene manier, mixed-up manier. Nee. Zelfs als het is verbonden, houdt de ziel zijn afzonderlijk bestaan. Net als een groene vogel, wanneer hij in de boom komt, blijkt dat de vogel nu samengevoegd is met de boom, maar het is niet zo. De vogel houdt zijn identiteit binnen de boom. Dat is de conclusie. Hoewel zowel de boom als de vogel groen zijn, lijkt het dat de vogel nu samengevoegd is met de boom, deze samenvoeging betekent niet dat, dat de vogel en de boom één zijn geworden. Nee. Het lijkt zo. Omdat beiden dezelfde kleur hebben, lijkt dat de vogel..., er geen sprake meer is van de vogel. Maar dat is geen feit. De vogel is... Op dezelfde manier, we zijn individuele ziel. De kwaliteit als één, laten we zeggen, groenheid, wanneer men opgaat in de Brahman gloed, verliest het levend wezen niet zijn identiteit. En omdat hij niet de identiteit verliest en omdat het levend wezen, van nature, blij is, hij kan niet in de onpersoonlijke Brahmaanse uitstraling blijven voor vele dagen. Omdat hij zoekt naar vreugde. Die vreugde betekent variëteiten.
Nu, omdat we het niet kunnen zien, kunnen we het met onze experimentele kennis niet beseffen. Daarom beschrijft Kṛṣṇa het bestaan ​​van het zelf, de ziel, op een ontkennende manier: "Het is niet dit." Soms als we iets niet kunnen begrijpen, dan wordt het uitgelegd: "Het is niet dit." Als ik niet kan uitdrukken wat het is, dan kunnen we het op een ontkennende manier uitdrukken: "Het is niet dit." Dus wat is dat: "dit niet"? De: "niet dit" is dat: "Het is niet materieel." De spirituele ziel is niet materieel.
 
Maar we hebben ervaring met materiële dingen. Dan hoe te begrijpen dat het het tegenovergestelde is? Dat wordt uitgelegd in het volgende vers: ''nainaṁ chindanti śastrāṇi'' ([[NL/BG 2.23|BG 2.23]]). Je kan de ziel met geen enkel wapen snijden, mes, zwaard of distel. Het is niet mogelijk. ''Nainaṁ chindanti śastrāṇi''. De ''māyāvādi'' filosofie zegt: "Ik ben Brahman. Vanwege mijn illusie voel ik me afgescheiden. Anders ben ik één." Maar Kṛṣṇa zegt: ''mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ'' ([[NL/BG 15.7|BG 15.7]]). Dus betekent het dat er uit de hele ziel dit fragment is afgescheiden door er een stukje af te snijden? Nee. ''Nainaṁ chindanti śastrāṇi''. Het kan niet in stukken gesneden worden. Dan? Dan is het antwoord dat het spirituele ziel fragment eeuwig is. Niet dat het door ''māyā'' afgescheiden is. Nee. Hoe kan dat zijn? Want het kan niet in stukken gesneden worden.
 
Zoals ze beargumenteren: ''ghaṭākāśa-poṭākāśa'': "De lucht in de pot en de lucht buiten de pot, vanwege de wand van de pot is de lucht in de pot afgescheiden." Maar hoe kan het worden afgescheiden? Het kan niet in stukken gesneden worden. Omwille van het argumenteren ... Eigenlijk zijn we een heel klein deeltje, moleculaire deeltjes van de ziel. En ze zijn eeuwig deeltje. Niet dat het door omstandigheden een deeltje is geworden en weer kan samenvoegen. Het kan samengaan, maar niet op een homogene vermengde manier. Nee. Zelfs als het is verbonden, de ziel houdt zijn afzonderlijke bestaan. Net zoals een groene vogel, als die in een boom gaat dan lijkt het dat de vogel is samengevoegd met de boom, maar dat is niet zo. De vogel behoudt zijn identiteit in de boom. Dat is de conclusie. Hoewel zowel de boom als de vogel groen zijn, lijkt het dat de vogel nu samengevoegd is met de boom, dit samengaan betekent niet dat de vogel en de boom één zijn geworden. Nee. Het lijkt zo. Omdat beiden dezelfde kleur hebben lijkt het dat de vogel niet meer bestaat. Maar dat is geen feit.  
 
Vergelijkbaar zijn wij individuele spirituele ziel. De kwaliteit is één, bijvoorbeeld groen. Wanneer iemand opgaat in de Brahman uitstraling dan verliest het levende wezen zijn identiteit niet. En omdat hij niet zijn identiteit verliest en omdat het levende wezen van nature vrolijk is kan hij niet vele dagen in de onpersoonlijke Brahman uitstraling blijven. Omdat hij naar vrolijkheid moet zoeken. Die vrolijkheid betekent variëteiten.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:22, 29 January 2021



Lecture on BG 2.23 -- Hyderabad, November 27, 1972

Dus definitie door ontkenning. We kunnen niet direct beseffen wat dat spirituele fragment, deeltje, is dat in dit lichaam is. Omdat de lengte en breedte van die spirituele ziel onmogelijk te meten is met onze materiële instrumenten, hoewel de wetenschappers zeggen dat we het kunnen meten. Hoe dan ook, ook al is het mogelijk, allereerst moet je zien waar de ziel zich bevindt. Dan kan je proberen om het te meten. Ten eerste kan je het zelfs niet zien. Want het is heel erg klein, een tienduizendste deel van het puntje van een haar.

Nu, omdat we het niet kunnen zien, kunnen we het met onze experimentele kennis niet beseffen. Daarom beschrijft Kṛṣṇa het bestaan ​​van het zelf, de ziel, op een ontkennende manier: "Het is niet dit." Soms als we iets niet kunnen begrijpen, dan wordt het uitgelegd: "Het is niet dit." Als ik niet kan uitdrukken wat het is, dan kunnen we het op een ontkennende manier uitdrukken: "Het is niet dit." Dus wat is dat: "dit niet"? De: "niet dit" is dat: "Het is niet materieel." De spirituele ziel is niet materieel.

Maar we hebben ervaring met materiële dingen. Dan hoe te begrijpen dat het het tegenovergestelde is? Dat wordt uitgelegd in het volgende vers: nainaṁ chindanti śastrāṇi (BG 2.23). Je kan de ziel met geen enkel wapen snijden, mes, zwaard of distel. Het is niet mogelijk. Nainaṁ chindanti śastrāṇi. De māyāvādi filosofie zegt: "Ik ben Brahman. Vanwege mijn illusie voel ik me afgescheiden. Anders ben ik één." Maar Kṛṣṇa zegt: mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ (BG 15.7). Dus betekent het dat er uit de hele ziel dit fragment is afgescheiden door er een stukje af te snijden? Nee. Nainaṁ chindanti śastrāṇi. Het kan niet in stukken gesneden worden. Dan? Dan is het antwoord dat het spirituele ziel fragment eeuwig is. Niet dat het door māyā afgescheiden is. Nee. Hoe kan dat zijn? Want het kan niet in stukken gesneden worden.

Zoals ze beargumenteren: ghaṭākāśa-poṭākāśa: "De lucht in de pot en de lucht buiten de pot, vanwege de wand van de pot is de lucht in de pot afgescheiden." Maar hoe kan het worden afgescheiden? Het kan niet in stukken gesneden worden. Omwille van het argumenteren ... Eigenlijk zijn we een heel klein deeltje, moleculaire deeltjes van de ziel. En ze zijn eeuwig deeltje. Niet dat het door omstandigheden een deeltje is geworden en weer kan samenvoegen. Het kan samengaan, maar niet op een homogene vermengde manier. Nee. Zelfs als het is verbonden, de ziel houdt zijn afzonderlijke bestaan. Net zoals een groene vogel, als die in een boom gaat dan lijkt het dat de vogel is samengevoegd met de boom, maar dat is niet zo. De vogel behoudt zijn identiteit in de boom. Dat is de conclusie. Hoewel zowel de boom als de vogel groen zijn, lijkt het dat de vogel nu samengevoegd is met de boom, dit samengaan betekent niet dat de vogel en de boom één zijn geworden. Nee. Het lijkt zo. Omdat beiden dezelfde kleur hebben lijkt het dat de vogel niet meer bestaat. Maar dat is geen feit.

Vergelijkbaar zijn wij individuele spirituele ziel. De kwaliteit is één, bijvoorbeeld groen. Wanneer iemand opgaat in de Brahman uitstraling dan verliest het levende wezen zijn identiteit niet. En omdat hij niet zijn identiteit verliest en omdat het levende wezen van nature vrolijk is kan hij niet vele dagen in de onpersoonlijke Brahman uitstraling blijven. Omdat hij naar vrolijkheid moet zoeken. Die vrolijkheid betekent variëteiten.