NL/Prabhupada 0580 - We kunnen onze verlangens niet vervullen zonder de goedkeuring van God: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0580 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0579 - De ziel verandert zijn lichaam precies zoals we van kleding veranderen|0579|NL/Prabhupada 0581 - Als je bezig bent met Krishna te dienen, dan zal je nieuwe aanmoediging vinden|0581}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|mnN9IzdxrW8|We kunnen onze verlangens niet vervullen zonder de goedkeuring van God<br />- Prabhupāda 0580}}
{{youtube_right|hP9i9-eeiPw|We kunnen onze verlangens niet vervullen zonder de goedkeuring van God<br />- Prabhupāda 0580}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/730826BG-LON_clip02.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730826BG-LON_clip02.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Sarvasya cāhaṁ hṛdi sanniviṣṭaḥ, "Ik zit in het hart van iedereen." Zoek God, zoek Kṛṣṇa. Op verschillende plaatsen, alle Vedische literatuur, guhāyām. Guhāyām betekent in het hart. Sarvasya cāhaṁ hṛdi sanniviṣṭo mattaḥ smṛtir jñānam apohanaṁ ca ([[Vanisource:BG 18.61|BG 18.61]]). De opperste leider, Kṛṣṇa, zit daar, en Hij regisseert, "Nu wil dit levend wezen zijn wens vervullen op deze manier." Hij geeft richting aan de materiële natuur. "Nu, bereidt een voertuig voor, het lichaam, want dit boefje op deze manier. Hij wil genieten. Oké, laat hem genieten." Dit is er aan de hand. We zijn allemaal boefjes, we produceren onze verschillende manieren van leven. "Ik denk." Dus u denkt. Zodra je denkt... Maar we kunnen onze verlangens niet vervullen zonder goedkeuring van God. Dat is niet mogelijk. Maar omdat wij volharden, dat "Ik wil mijn verlangen op deze manier vervullen," Kṛṣṇa geeft goedkeuring: "Goed." Net als een kind volhoudt ​​om iets te bezitten. De vader geeft, "Oké, neem het." Dus al deze lichamen die we krijgen, maar door de goedkeuring van de Allerhoogste Heer, maar Hij keurt goed met tegenzin dat "Waarom wilt deze schurk zoals dit?" Dit is onze positie. Daarom zegt Kṛṣṇa op het laatst, sarva-dharmān parityajya, ([[Vanisource:BG 18.66|BG 18.66]]) "Geef deze oplichterij op, ik wil dit lichaam, ik wil dat lichaam, ik wil genieten van het leven op deze manier - geef al deze onzin op."
''Sarvasya cāhaṁ hṛdi sanniviṣṭaḥ'': "Ik zit in het hart van iedereen." Zoek God, zoek Kṛṣṇa. Op verschillende plaatsen, alle Vedische literatuur, ''guhāyām''. ''Guhāyām'' betekent in het hart. ''Sarvasya cāhaṁ hṛdi sanniviṣṭo mattaḥ smṛtir jñānam apohanaṁ ca'' ([[NL/BG 15.15|BG 15.15]]). De hoogste directeur, Kṛṣṇa, zit daar, en Hij bestuurt. "Nu wil dit levende wezen zijn verlangens op deze manier vervullen." Hij bestuurt de materiële natuur. "Nu, bereidt een voertuig, lichaam, voor deze dwaas op deze manier. Hij wil genieten. Oké, laat hem genieten." Dit is er aan de hand.  


Dus hier in de Vedische literatuur vinden we dat zowel de Heer als het levend wezen, ze zijn gelegen in het hart. Het levende wezen, jīva, wordt geleid door de wens, en de meester geeft Zijn goedkeuring, en de prakṛti of de materiële natuur geeft het lichaam. "Hier is het lichaam, klaar, meneer. Kom hier." Daarom is de oorspronkelijke oorzaak van onze verstrengeling of bevrijding onze wens. Zoals we verlangen. Als je wilt, als je wenst vrij te worden van deze implicatie van geboorte, dood, ouderdom en ziekte, het is klaar. En als je verder wilt gaan met deze implicatie, verandering van het lichaam, vāsāṁsi jīrṇāni... Omdat je niet kunt genieten van het spirituele leven in dit materiële lichaam. Je kunt genieten van deze materiële wereld met dit materiële lichaam. En als je van het spirituele leven wilt genieten, dan moet je genieten in een spiritueel lichaam. Maar zoals we geen informatie van het spiritueel leven hebben, spiritueel genot, hebben we gewoon de wens om van deze wereld te genieten. Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]), het kauwen van het gekauwde. Dezelfde seks, dezelfde man en vrouw, ze genieten thuis. Weer hetzelfde naar de naakte dans. Het doel is het zelfde, seks, hier of daar. Maar ze denken: "Als ik naar het theater ga of naakt dansen, het zal zeer aangenaam zijn." Zo wordt het genoemd punaḥ punaś carvita-carvaṇānām ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]), het kauwen van het gekauwde. Hetzelfde seksleven thuis, kauwen, en gaan naar de naakte club, kauwen. Kauwen van het gekauwde. Er is geen rasa. Er is geen humor, mellow; daarom zijn ze teleurgesteld. Omdat de zaak hetzelfde is. Net zoals je kauwt op een suikerriet en het sap neemt, en als je opnieuw kauwt, dan wat krijg je dan? Maar ze zijn zo suf in het hoofd, zo deugniet, ze weten het niet. Ze proberen het te krijgen, ik bedoel te zeggen, plezier dat al genoten is, dat al geproefd is. Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]). Adānta-gobhir viśatāṁ tamisraṁ punaḥ punaś carvita-carvaṇānām. Een mens... U zult merken dat wanneer de honden, als ze seksleven hebben, ze hebben geen schaamte. Dus, veel wellustige mensen staan daar ​​en zien. Het zien betekent dat ze bereid zijn, "Als ik kon genieten in de straat als dit." En soms doen ze dat. Dit is er aan de hand is. Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]])
We zijn allemaal dwazen, we maken onze verschillende manieren van leven. "Ik denk." Dus je denkt. Zodra je denkt ... Maar we kunnen onze verlangens niet vervullen zonder goedkeuring van God. Dat is niet mogelijk. Maar omdat wij volharden: "Ik wil mijn verlangen op deze manier vervullen," geeft Kṛṣṇa goedkeuring: "Goed." Net zoals een kind volhoudt ​​om iets te hebben. De vader geeft het: "Oké, neem het." Dus al deze lichamen die we krijgen, alhoewel met de toestemming van de Allerhoogste Heer, maar Hij stemt met tegenzin toe: "Waarom wil deze dwaas het zo?" Dit is onze positie. Daarom zegt Kṛṣṇa op het laatst: ''sarva-dharmān parityajya'', ([[NL/BG 18.66|BG 18.66]]) "Geef die dwaasheid op: 'Ik wil dit lichaam, ik wil dat lichaam, ik wil op deze manier van het leven genieten'. Geef al die onzin op."
 
Dus hier in de Vedische literatuur zien we dat zowel de Heer als het levende wezen in het hart zitten. Het levende wezen, ''jīva'', verlangt en de meester geeft toestemming, en de ''prakṛti'' of de materiële natuur geeft het lichaam. "Hier is het lichaam klaar meneer. Kom hier." Daarom is de grondoorzaak van onze gebondenheid of bevrijding ons verlangen. Zoals we verlangen. Als je wil, als je verlangt vrij te worden van deze verwikkeling van geboorte, dood, ouderdom en ziekte, het is klaar. En als je verder wil gaan met deze verwikkeling, verandering van lichaam, ''vāsāṁsi jīrṇāni'' ... Want je kan geen spirituele leven genieten in dit materiële lichaam. Je kan van deze materiële wereld genieten met dit materiële lichaam. En als je spirituele leven wil genieten, dan moet je in een spiritueel lichaam genieten. Maar doordat we geen informatie van het spirituele leven, spiritueel genot, hebben verlangen we alleen om van deze wereld te genieten.  
 
''Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām'' ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]), kauwen op het gekauwde. Dezelfde seks, dezelfde man en vrouw, ze genieten thuis. Weer hetzelfde naar de naakte dans. Het doel is hetzelfde, seks, hier of daar. Maar ze denken: "Als ik naar het theater ga of naakt dansen dan zal het heel plezierig zijn." Dus het heet: ''punaḥ punaś carvita-carvaṇānām'' ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]); kauwen van het gekauwde. Hetzelfde seksleven thuis, kauwen, en naar de naakte club gaan, kauwen. Kauwen van het gekauwde. Er is geen ''rasa''. Er is geen humor, geen sfeer; daarom zijn ze teleurgesteld. Omdat het hetzelfde is. Net zoals je op suikerriet kauwt en het sap neemt, en als je opnieuw kauwt, wat krijg je dan? Maar ze zijn zo suf, zo dwaas, ze weten het niet. Ze proberen het plezier te krijgen dat al genoten is, dat al geproefd is. ''Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām'' ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]). ''Adānta-gobhir viśatāṁ tamisraṁ punaḥ punaś carvita-carvaṇānām''. Een mens ... Je zal zien dat wanneer honden sex hebben ze geen schaamte hebben. Dus veel wellustige mensen staan daar en kijken. Kijken betekent dat ze verlangen: "Als ik zo in de straat kon genieten." En soms doen ze dat. Dit is er aan de hand is. ''Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām'' ([[Vanisource:SB 7.5.30|SB 7.5.30]]).
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:19, 29 January 2021



Lecture on BG 2.21-22 -- London, August 26, 1973

Sarvasya cāhaṁ hṛdi sanniviṣṭaḥ: "Ik zit in het hart van iedereen." Zoek God, zoek Kṛṣṇa. Op verschillende plaatsen, alle Vedische literatuur, guhāyām. Guhāyām betekent in het hart. Sarvasya cāhaṁ hṛdi sanniviṣṭo mattaḥ smṛtir jñānam apohanaṁ ca (BG 15.15). De hoogste directeur, Kṛṣṇa, zit daar, en Hij bestuurt. "Nu wil dit levende wezen zijn verlangens op deze manier vervullen." Hij bestuurt de materiële natuur. "Nu, bereidt een voertuig, lichaam, voor deze dwaas op deze manier. Hij wil genieten. Oké, laat hem genieten." Dit is er aan de hand.

We zijn allemaal dwazen, we maken onze verschillende manieren van leven. "Ik denk." Dus je denkt. Zodra je denkt ... Maar we kunnen onze verlangens niet vervullen zonder goedkeuring van God. Dat is niet mogelijk. Maar omdat wij volharden: "Ik wil mijn verlangen op deze manier vervullen," geeft Kṛṣṇa goedkeuring: "Goed." Net zoals een kind volhoudt ​​om iets te hebben. De vader geeft het: "Oké, neem het." Dus al deze lichamen die we krijgen, alhoewel met de toestemming van de Allerhoogste Heer, maar Hij stemt met tegenzin toe: "Waarom wil deze dwaas het zo?" Dit is onze positie. Daarom zegt Kṛṣṇa op het laatst: sarva-dharmān parityajya, (BG 18.66) "Geef die dwaasheid op: 'Ik wil dit lichaam, ik wil dat lichaam, ik wil op deze manier van het leven genieten'. Geef al die onzin op."

Dus hier in de Vedische literatuur zien we dat zowel de Heer als het levende wezen in het hart zitten. Het levende wezen, jīva, verlangt en de meester geeft toestemming, en de prakṛti of de materiële natuur geeft het lichaam. "Hier is het lichaam klaar meneer. Kom hier." Daarom is de grondoorzaak van onze gebondenheid of bevrijding ons verlangen. Zoals we verlangen. Als je wil, als je verlangt vrij te worden van deze verwikkeling van geboorte, dood, ouderdom en ziekte, het is klaar. En als je verder wil gaan met deze verwikkeling, verandering van lichaam, vāsāṁsi jīrṇāni ... Want je kan geen spirituele leven genieten in dit materiële lichaam. Je kan van deze materiële wereld genieten met dit materiële lichaam. En als je spirituele leven wil genieten, dan moet je in een spiritueel lichaam genieten. Maar doordat we geen informatie van het spirituele leven, spiritueel genot, hebben verlangen we alleen om van deze wereld te genieten.

Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām (SB 7.5.30), kauwen op het gekauwde. Dezelfde seks, dezelfde man en vrouw, ze genieten thuis. Weer hetzelfde naar de naakte dans. Het doel is hetzelfde, seks, hier of daar. Maar ze denken: "Als ik naar het theater ga of naakt dansen dan zal het heel plezierig zijn." Dus het heet: punaḥ punaś carvita-carvaṇānām (SB 7.5.30); kauwen van het gekauwde. Hetzelfde seksleven thuis, kauwen, en naar de naakte club gaan, kauwen. Kauwen van het gekauwde. Er is geen rasa. Er is geen humor, geen sfeer; daarom zijn ze teleurgesteld. Omdat het hetzelfde is. Net zoals je op suikerriet kauwt en het sap neemt, en als je opnieuw kauwt, wat krijg je dan? Maar ze zijn zo suf, zo dwaas, ze weten het niet. Ze proberen het plezier te krijgen dat al genoten is, dat al geproefd is. Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām (SB 7.5.30). Adānta-gobhir viśatāṁ tamisraṁ punaḥ punaś carvita-carvaṇānām. Een mens ... Je zal zien dat wanneer honden sex hebben ze geen schaamte hebben. Dus veel wellustige mensen staan daar en kijken. Kijken betekent dat ze verlangen: "Als ik zo in de straat kon genieten." En soms doen ze dat. Dit is er aan de hand is. Punaḥ punaś carvita-carvaṇānām (SB 7.5.30).