NL/Prabhupada 0468 - Onderzoek gewoon en sta klaar hoe Kṛṣṇa te dienen: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0468 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Mayapur]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0467 - Omdat ik toevlucht genomen heb bij Krishna's lotusvoeten ben ik veilig|0467|NL/Prabhupada 0469 - Verslagen of overwinnaar, vertrouw op Krishna. Maar vechten moet er zijn|0469}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|HdNTVJp4UtU|Informeer gewoon en wees klaar hoe Krishna te dienen<br />- Prabhupāda 0468}}
{{youtube_right|JPjtN-EiPvY|Onderzoek gewoon en sta klaar hoe Kṛṣṇa te dienen<br />- Prabhupāda 0468}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/770301SB-MAY_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/770301SB-MAY_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Pradyumna: Vertaling: "Prahlāda Mahārāja vervolgde: Men kan rijkdom, een aristocratische familie, schoonheid, soberheid bezitten, onderwijs, zintuiglijke ervaring, glans, invloed, fysieke kracht, ijver, intelligentie en mystieke yoga krachten, maar ik denk dat zelfs door al deze kwalificaties men de Allerhoogste Persoonlijkheid van God niet tevreden kan stellen. Echter, men kan de Heer gewoon tevreden stellen door toegewijde dienst. Gajendra deed dit, en dus was de Heer tevreden met hem."  
Pradyumna: Vertaling: "Prahlāda Mahārāja vervolgde: Iemand kan alles hebben; rijkdom, een aristocratische familie, schoonheid, soberheid, opleiding, zintuiglijke deskundigheid, glans, invloed, fysieke kracht, ijver, intelligentie en mystieke yoga krachten, maar ik denk dat zelfs met al deze kwalificaties men de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods niet tevreden kan stellen. Echter, men kan de Heer eenvoudig tevreden stellen met toegewijde dienst. Gajendra deed dat, en dus was de Heer tevreden met hem."  


Prabhupāda:  
Prabhupāda:  


:manye dhanābhijana-rūpa-tapaḥ-śrutaujas-
:''manye dhanābhijana-rūpa-tapaḥ-śrutaujas-''
:tejaḥ-prabhāva-bala-pauruṣa-buddhi-yogāḥ
:''tejaḥ-prabhāva-bala-pauruṣa-buddhi-yogāḥ''
:nārādhanāya hi bhavanti parasya puṁso
:''nārādhanāya hi bhavanti parasya puṁso''
:bhaktyā tutoṣa bhagavān gaja-yūtha-pāya
:''bhaktyā tutoṣa bhagavān gaja-yūtha-pāya''
:([[Vanisource:SB 7.9.9|SB 7.9.9]])
:([[Vanisource:SB 7.9.9|SB 7.9.9]])


Dus dit zijn materiële vermogens. (terzijde:) Werkt die niet? (tikt op de microfoon) Hmm? Rijkdom, ''dhana'' ... Niemand kan Kṛṣṇa boeien met al deze materiële bezittingen. Dit zijn materiële bezittingen: geld, dan mankracht, schoonheid, onderwijs, soberheid, mystieke kracht, enzovoort, enzovoort. Er zijn zo veel dingen. Ze zijn niet in staat om de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te benaderen. Kṛṣṇa zegt persoonlijk: ''bhaktyā mām abhijānāti'' (([[NL/BG 18.55|BG 18.55]]). Hij zegt niet; 'al deze materiële bezittingen', dat: "Als iemand heel rijk is kan hij Mijn gunsten hebben." Nee. Kṛṣṇa is geen arme man zoals ik, dat als iemand me wat geld geeft, zal dat me goed doen.


Dit zijn dus de materiële goederen. (terzijde:) Het werkt niet? (stoot microfoon aan) Hmm? Rijkdom, dhana... Niemand kan Kṛṣṇa boeien door al deze materiële bezittingen. Dit zijn materiële bezittingen: geld, dan mankracht, schoonheid, onderwijs, verzaking, mystieke kracht, enzovoort, enzovoort. Er zijn zo veel dingen. Ze zijn niet in staat om de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te benaderen. Kṛṣṇa zegt persoonlijk, bhaktyā mām abhijānāti (([[Vanisource:BG 18.55|BG 18.55]]). Hij zegt niet dat al deze materiële bezittingen, dat "Als men een zeer rijk man is, kan hij Mijn welbehagen hebben." Nee. Kṛṣṇa is niet een arme man als ik, dat als iemand me wat geld geeft, zal het me baten. Hij is zelfvoorzienend, ātmārāma. Er is dus geen behoefte aan enige hulp van iemand anders. Hij is volledig tevreden, ātmārāma. Alleen bhakti, liefde, dat is nodig. Bhakti betekent Kṛṣṇa dienen. Dat is zonder enig doel. Ahaituky apratihatā. Dat bhakti, zuiver. Anyābhilāṣitā-śūnyaṁ jñāna-karmādy-anāvṛtam ([[Vanisource:CC Madhya 19.167|CC Madhya 19.167, Brs. 1.1.11]]). Overal is dit de verklaring van de śāstra, dat bhakti zuiver moet zijn.  
Hij is zelfvoorzienend, ''ātmārāma''. Dus er is geen enige hulp van niemand anders nodig. Hij is volledig tevreden, ''ātmārāma''. Alleen ''bhakti'', liefde, is nodig. ''Bhakti'' betekent Kṛṣṇa dienen. Dat is zonder enig doel. ''Ahaituky apratihatā''. Die ''bhakti'', zuiver. ''Anyābhilāṣitā-śūnyaṁ jñāna-karmādy-anāvṛtam'' ([[Vanisource:CC Madhya 19.167|CC Madhya 19.167, Brs. 1.1.11]]). Overal in de ''śāstra'' is het de verklaring dat ''bhakti'' zuiver moet zijn.


:anyābhilāṣitā-śūnyaṁ
:''anyābhilāṣitā-śūnyaṁ''
:jñāna karmādy-anāvṛtam
:''jñāna karmādy-anāvṛtam''
:ānukūlyena kṛṣṇānu-
:''ānukūlyena kṛṣṇānu-''
:śīlanaṁ bhaktir uttamā
:''śīlanaṁ bhaktir uttamā''
:(Brs. 1.1.11)
:(Brs. 1.1.11)


:sarvopādhi-vinirmuktaṁ
:''sarvopādhi-vinirmuktaṁ''
:tat paratvena nirmalam
:''tat paratvena nirmalam''
:hṛṣīkeṇa hṛṣīkeśa
:''hṛṣīkeṇa hṛṣīkeśa''
:sevanaṁ bhaktir ucyate
:''sevanaṁ bhaktir ucyate''
:([[Vanisource:CC Madhya 19.170|CC Madhya 19.170]])
:([[Vanisource:CC Madhya 19.170|CC Madhya 19.170]])


Er zijn zo veel andere definities. En als we bhakti hebben, liefde voor Kṛṣṇa, dan hebben we geen enorme hoeveelheid geld of kracht of opleiding of soberheid nodig. Niets van dat alles. Kṛṣṇa zegt patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati ([[Vanisource:BG 9.26|BG 9.26]]). Hij heeft niet iets van ons nodig, maar hij wil dat iedereen, dat, want hij is een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa, Hij wil zien dat iedereen gehoorzaam aan Hem is, iedereen houdt van Hem. Dat is Zijn aspiratie. Net als de vader een zeer rijk man is. Hij heeft geen hulp van zijn zoon nodig, maar hij streeft ernaar dat zijn zoon gehoorzaam zou moeten zijn. Dat is zijn tevredenheid. Dat is de hele situatie. Kṛṣṇa heeft geschapen... Eko bahu śyāma. We zijn vibhinnāṁśa - mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ ([[Vanisource:BG 15.7|BG 15.7]]) - een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa, ieder van ons. Dus iedereen heeft een aantal plichten. Kṛṣṇa heeft ons geschapen, verwachtend dat iets gedaan moet worden, door ons voor de tevredenheid van Kṛṣṇa. Dat is bhakti. Zodat onze kans wordt verkregen in deze menselijke levensvorm. We moeten onze kostbare tijd niet verspillen in een ander beroep of bedrijf. Informeer gewoon en wees klaar hoe Kṛṣṇa te dienen. Ānukūlyena kṛṣṇānuśīla. Ānukūla. Niet jouw tevredenheid, maar Kṛṣṇa's voldoening. Dat heet ānukūla, gunstig. Ānukūlyena kṛṣṇānuśīlanam ([[Vanisource:CC Madhya 19.167|CC Madhya 19.167]]). En anuśīlanam betekent activiteit, niet dat 'In trance ben ik in meditatie. " Dat is ook... Iets is beter dan niets, maar echte devotionele dienst is activiteit. Men moet actief zijn, en de beste activiteit is om de glorie van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te verkondigen. Dat is de beste activiteit. Na ca tasmān manuṣyeṣu kaścin me prīya-kṛttamaḥ([[Vanisource:BG 18.69|BG 18.69]]).
Er zijn zo veel andere definities. En als we ''bhakti'' hebben, liefde voor Kṛṣṇa, dan hebben we geen enorme hoeveelheid geld of kracht of opleiding of soberheid nodig. Niets van dat alles. Kṛṣṇa zegt: ''patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati'' ([[NL/BG 9.26|BG 9.26]]). Hij heeft niet iets van ons nodig, maar Hij wil dat iedereen, omdat hij een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa is, Hij wil zien dat iedereen gehoorzaam aan Hem is en dat iedereen van Hem houdt. Dat is Zijn verlangen. Net als de vader een hele rijke man is. Hij heeft helemaal geen hulp van zijn zoon nodig, maar hij verlangt dat zijn zoon gehoorzaam en liefdevol is. Dat is zijn tevredenheid. Dat is de hele situatie.  
 
Kṛṣṇa heeft geschapen ... ''Eko bahu śyāma''. Wij zijn ''vibhinnāṁśa - mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ'' ([[NL/BG 15.7|BG 15.7]]) - een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa, ieder van ons. Dus iedereen heeft een plicht. Kṛṣṇa heeft ons geschapen en verwacht dat we iets doen voor de tevredenheid van Kṛṣṇa. Dat is ''bhakti''. Dus die kans hebben we gekregen in deze menselijke levensvorm. We moeten onze kostbare tijd niet verspillen in een ander beroep of bedrijf. Onderzoek gewoon en sta klaar hoe Kṛṣṇa te dienen.  
 
''Ānukūlyena kṛṣṇānuśīla''. ''Ānukūla''. Niet jouw voldoening, maar ''Kṛṣṇa's'' voldoening. Dat heet ''ānukūla'', gunstig. ''Ānukūlyena kṛṣṇānuśīlanam'' ([[Vanisource:CC Madhya 19.167|CC Madhya 19.167]]). En ''anuśīlanam'' betekent activiteit, niet dat: 'In trance zit ik te mediteren. " Dat is ook ... Iets is beter dan niets, maar echte toegewijde dienst is activiteit. Iemand moet actief zijn, en de beste activiteit is om de glorie van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te verkondigen. Dat is de beste activiteit. ''Na ca tasmān manuṣyeṣu kaścin me prīya-kṛttamaḥ'' ([[NL/BG 18.69|BG 18.69]]).  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:01, 29 January 2021



Lecture on SB 7.9.9 -- Mayapur, March 1, 1977

Pradyumna: Vertaling: "Prahlāda Mahārāja vervolgde: Iemand kan alles hebben; rijkdom, een aristocratische familie, schoonheid, soberheid, opleiding, zintuiglijke deskundigheid, glans, invloed, fysieke kracht, ijver, intelligentie en mystieke yoga krachten, maar ik denk dat zelfs met al deze kwalificaties men de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods niet tevreden kan stellen. Echter, men kan de Heer eenvoudig tevreden stellen met toegewijde dienst. Gajendra deed dat, en dus was de Heer tevreden met hem."

Prabhupāda:

manye dhanābhijana-rūpa-tapaḥ-śrutaujas-
tejaḥ-prabhāva-bala-pauruṣa-buddhi-yogāḥ
nārādhanāya hi bhavanti parasya puṁso
bhaktyā tutoṣa bhagavān gaja-yūtha-pāya
(SB 7.9.9)

Dus dit zijn materiële vermogens. (terzijde:) Werkt die niet? (tikt op de microfoon) Hmm? Rijkdom, dhana ... Niemand kan Kṛṣṇa boeien met al deze materiële bezittingen. Dit zijn materiële bezittingen: geld, dan mankracht, schoonheid, onderwijs, soberheid, mystieke kracht, enzovoort, enzovoort. Er zijn zo veel dingen. Ze zijn niet in staat om de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te benaderen. Kṛṣṇa zegt persoonlijk: bhaktyā mām abhijānāti ((BG 18.55). Hij zegt niet; 'al deze materiële bezittingen', dat: "Als iemand heel rijk is kan hij Mijn gunsten hebben." Nee. Kṛṣṇa is geen arme man zoals ik, dat als iemand me wat geld geeft, zal dat me goed doen.

Hij is zelfvoorzienend, ātmārāma. Dus er is geen enige hulp van niemand anders nodig. Hij is volledig tevreden, ātmārāma. Alleen bhakti, liefde, is nodig. Bhakti betekent Kṛṣṇa dienen. Dat is zonder enig doel. Ahaituky apratihatā. Die bhakti, zuiver. Anyābhilāṣitā-śūnyaṁ jñāna-karmādy-anāvṛtam (CC Madhya 19.167, Brs. 1.1.11). Overal in de śāstra is het de verklaring dat bhakti zuiver moet zijn.

anyābhilāṣitā-śūnyaṁ
jñāna karmādy-anāvṛtam
ānukūlyena kṛṣṇānu-
śīlanaṁ bhaktir uttamā
(Brs. 1.1.11)
sarvopādhi-vinirmuktaṁ
tat paratvena nirmalam
hṛṣīkeṇa hṛṣīkeśa
sevanaṁ bhaktir ucyate
(CC Madhya 19.170)

Er zijn zo veel andere definities. En als we bhakti hebben, liefde voor Kṛṣṇa, dan hebben we geen enorme hoeveelheid geld of kracht of opleiding of soberheid nodig. Niets van dat alles. Kṛṣṇa zegt: patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati (BG 9.26). Hij heeft niet iets van ons nodig, maar Hij wil dat iedereen, omdat hij een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa is, Hij wil zien dat iedereen gehoorzaam aan Hem is en dat iedereen van Hem houdt. Dat is Zijn verlangen. Net als de vader een hele rijke man is. Hij heeft helemaal geen hulp van zijn zoon nodig, maar hij verlangt dat zijn zoon gehoorzaam en liefdevol is. Dat is zijn tevredenheid. Dat is de hele situatie.

Kṛṣṇa heeft geschapen ... Eko bahu śyāma. Wij zijn vibhinnāṁśa - mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ (BG 15.7) - een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa, ieder van ons. Dus iedereen heeft een plicht. Kṛṣṇa heeft ons geschapen en verwacht dat we iets doen voor de tevredenheid van Kṛṣṇa. Dat is bhakti. Dus die kans hebben we gekregen in deze menselijke levensvorm. We moeten onze kostbare tijd niet verspillen in een ander beroep of bedrijf. Onderzoek gewoon en sta klaar hoe Kṛṣṇa te dienen.

Ānukūlyena kṛṣṇānuśīla. Ānukūla. Niet jouw voldoening, maar Kṛṣṇa's voldoening. Dat heet ānukūla, gunstig. Ānukūlyena kṛṣṇānuśīlanam (CC Madhya 19.167). En anuśīlanam betekent activiteit, niet dat: 'In trance zit ik te mediteren. " Dat is ook ... Iets is beter dan niets, maar echte toegewijde dienst is activiteit. Iemand moet actief zijn, en de beste activiteit is om de glorie van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods te verkondigen. Dat is de beste activiteit. Na ca tasmān manuṣyeṣu kaścin me prīya-kṛttamaḥ (BG 18.69).