NL/Prabhupada 0613 - De zes dingen die we vooral moeten doen: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0613 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0612 - Iedereen die Hare Krishna met de tong chant, Jihvāgre, is glorieus|0612|NL/Prabhupada 0614 - We moeten erg voorzichtig zijn, vallen betekent een gat van miljoenen jaren|0614}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|eX86uUtnXkY|Je moet eten alleen zodat je goed gezond blijf<br />- Prabhupāda 0613}}
{{youtube_right|xjXlaaeQGjk|De zes dingen die we vooral moeten doen<br />- Prabhupāda 0613}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/681129BG.LA_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/681129BG.LA_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Nandarāṇī: Als gezinshoofd vrouwen brengen hun kinderen in Kṛṣṇa bewustzijn, lijkt dit een indirecte service voor Kṛṣṇa te zijn. Moeten ze proberen om Hem meer direct te dienen, je weet, misschien koken in de tempel of, je weet, dingen als dit, meer direct, of is het opvoeden van kinderen en huishouden, is dat genoeg service? Is dat genoeg service?  
Nandarāṇī: Als moeders hun kinderen in Kṛṣṇa-bewustzijn opvoeden lijkt dit een indirecte service voor Kṛṣṇa te zijn. Moeten ze proberen om Hem meer direct te dienen, misschien koken in de tempel of zoiets als dat, meer direct, of is het opvoeden van kinderen en het huishouden genoeg service?  


Prabhupāda: Ja, het ding is dat we moeten Kṛṣṇa bewust zijn. Net als elektrificatie. Aanraken van elektriciteit door een draad, een andere aansluiting een andere, dan een andere draad, als de aanraking is er, feitelijk, dan is de elektriciteit overal. Ook als onze Kṛṣṇa bewustzijn juist is aangesloten, dan is er geen sprake van direct of indirect. Omdat absolute wereld is er geen verschil. Zodra het wordt aangeraakt met directe verbinding... Dat heet erfopvolging. Omdat de verbinding komt achter elkaar, dus als we hier raken, de geestelijk meester, wie op dezelfde manier verbonden is, dan is al de elektrische aansluiting daar. Er is geen sprake van direct of indirect. Evaṁ paramparā-prāptam imam rājarṣayo viduḥ ([[Vanisource:BG 4.2|BG 4.2]]). Gewoon moeten wij zien of de verbinding verbroken is. Als de verbinding er is, strak, dan komt de elektriciteit zonder mislukken. Dus in onze vastgesteld toestand zullen er zo veel twijfels, zo veel implicaties zijn. Maar dezelfde ding die ik als een bijvoorbeeld gaf, je moet niet te haastig zijn, het resultaat onmiddellijk te ontvangen. Gewoon moeten we volgen. We moeten volgen. Tat-tat-karma-pravartanāt ([[Vanisource:NOI 3|Upadeśāmṛta 3]]). Dit wordt geadviseerd door Rūpa Gosvāmī. De zes dingen we moeten vooral zorgen voor, en zes dingen die we moeten vermijden om perfect Kṛṣṇa-bewust te zijn.  
Prabhupāda: Ja, het punt is dat we Kṛṣṇa-bewust moeten zijn. Net als elektriciteit. Elektriciteit verbinden door een draad met een andere aansluiten en een andere draad, als de verbinding er werkelijk is dan is de elektriciteit overal. Net zo als ons Kṛṣṇa-bewustzijn juist verbonden is, dan is er geen sprake van direct of indirect. Want in de absolute wereld is er geen verschil. Zodra het is verbonden met de directe verbinding. Dat heet de opeenvolging van discipelen. Omdat de verbinding van de een op de ander komt, dus als we het hier aanraken, de spiritueel leraar die op dezelfde manier verbonden is, dan is de elektrische verbinding er. Er is geen sprake van direct of indirect. ''Evaṁ paramparā-prāptam imaṁ rājarṣayo viduḥ'' ([[NL/BG 4.2|BG 4.2]]). We moeten gewoon zien of de verbinding verbroken is. Als de verbinding er is, strak, dan komt de elektriciteit zonder falen. Dus in onze beperkte toestand zullen er zo veel twijfels zijn, zo veel consequenties. Maar hetzelfde voorbeeld dat ik jullie gaf; je moet niet te haastig zijn om het resultaat onmiddellijk te krijgen. We moeten gewoon volgen.


Dus utsāhād dhairyān niścayāt. Het eerste principe is men moet zeer enthousiast zijn. Hij moet geloven dat Kṛṣṇa heeft gezegd dat, na me bhaktaḥ praṇaśyati, "Mijn toegewijde zal nooit overwonnen worden." Dus "Laat me oprecht een Kṛṣṇa toegewijde worden. Ik moet Kṛṣṇa toegewijde oprecht worden." Dit is enthousiasme genoemd. Dan dhairyāt. "Ik ben een Kṛṣṇa toegewijde geworden, maar toch voel ik me niet gelukkig. Hoe is dat?" Daarom moet je geduldig worden. Het enthousiasme moet er zijn, maar je moet ook geduld hebben. En niścayāt. Niścayāt betekent dat je moet er overtuigd van zijn. "Oh, Kṛṣṇa heeft gezegd dat Zijn toegewijde nooit zal worden overwonnen, dus juist zal ik niet worden overwonnen, hoewel ik heb nu het gevoel nog niet. Laat ik mijn plicht doen." Utsāhād dhairyān niścayāt tat-tat-karma-pravartanāt. Maar je moet je plichten doen als ze voorgeschreven zijn. Sato vṛtteḥ. Je moet niet... Er mag geen dubbelhartigheid zijn. Sato vṛtteḥ betekent gewoon handel, recht handel. Sato vṛtteḥ en sādhu-sange, en in het gezelschap van toegewijden. Dus men moet enthousiast zijn, men moet geduldig zijn, men moet overtuigd van zijn, men moet de plichten voeren, men moet verbinden met toegewijden, en men moet heel eerlijk in de omgang zijn. Zes dingen. Als deze zes dingen er zijn, zeker succes.
''Tat-tat-karma-pravartanāt'' ([[Vanisource:NOI 3|Upadeśāmṛta 3]]). Dit is geadviseerd door Rūpa Gosvāmī. De zes dingen die we vooral moeten doen, en zes dingen die we moeten vermijden om perfect Kṛṣṇa-bewust te zijn. Dus; ''utsāhād dhairyān niścayāt''. Het eerste principe is dat men heel enthousiast moet zijn. Hij moet geloven dat Kṛṣṇa heeft gezegd dat: ''na me bhaktaḥ praṇaśyati'', "Mijn toegewijde zal nooit verslagen worden." Dus: "Laat me oprecht een toegewijde van Kṛṣṇa worden. Ik moet oprecht Kṛṣṇa's toegewijde worden." Dit heet enthousiasme. Dan ''dhairyāt''. "Ik ben een toegewijde van Kṛṣṇa geworden, maar toch voel ik me nog niet gelukkig. Hoe kan dat?" Dus daarom moet je geduldig worden. Het enthousiasme moet er zijn, je moet ook geduld hebben. En ''niścayāt''. ''Niścayāt'' betekent dat je vertrouwen moet hebben. "Oh, Kṛṣṇa heeft gezegd dat Zijn toegewijde nooit zal worden verslagen, dus ik zal zeker niet verslagen worden, hoewel ik het nu niet voel. Laat me mijn plicht doen." ''Utsāhād dhairyān niścayāt tat-tat-karma-pravartanāt''. Maar je moet je plichten doen zoals ze zijn voorgeschreven. ''Sato vṛtteḥ''. Er mag geen onoprechtheid zijn. ''Sato vṛtteḥ'' betekent duidelijk handelen, recht door zee. ''Sato vṛtteḥ'' en ''sādhu-saṅge''; in het gezelschap van toegewijden. Dus men moet enthousiast zijn, men moet geduldig zijn, men moet vertrouwen hebben, men moet de plichten doen, men moet met toegewijden omgaan, en men moet heel eerlijk handelen. Zes dingen. Als deze zes dingen er zijn dan zeker succes.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:25, 29 January 2021



Lecture on BG 2.13-17 -- Los Angeles, November 29, 1968

Nandarāṇī: Als moeders hun kinderen in Kṛṣṇa-bewustzijn opvoeden lijkt dit een indirecte service voor Kṛṣṇa te zijn. Moeten ze proberen om Hem meer direct te dienen, misschien koken in de tempel of zoiets als dat, meer direct, of is het opvoeden van kinderen en het huishouden genoeg service?

Prabhupāda: Ja, het punt is dat we Kṛṣṇa-bewust moeten zijn. Net als elektriciteit. Elektriciteit verbinden door een draad met een andere aansluiten en een andere draad, als de verbinding er werkelijk is dan is de elektriciteit overal. Net zo als ons Kṛṣṇa-bewustzijn juist verbonden is, dan is er geen sprake van direct of indirect. Want in de absolute wereld is er geen verschil. Zodra het is verbonden met de directe verbinding. Dat heet de opeenvolging van discipelen. Omdat de verbinding van de een op de ander komt, dus als we het hier aanraken, de spiritueel leraar die op dezelfde manier verbonden is, dan is de elektrische verbinding er. Er is geen sprake van direct of indirect. Evaṁ paramparā-prāptam imaṁ rājarṣayo viduḥ (BG 4.2). We moeten gewoon zien of de verbinding verbroken is. Als de verbinding er is, strak, dan komt de elektriciteit zonder falen. Dus in onze beperkte toestand zullen er zo veel twijfels zijn, zo veel consequenties. Maar hetzelfde voorbeeld dat ik jullie gaf; je moet niet te haastig zijn om het resultaat onmiddellijk te krijgen. We moeten gewoon volgen.

Tat-tat-karma-pravartanāt (Upadeśāmṛta 3). Dit is geadviseerd door Rūpa Gosvāmī. De zes dingen die we vooral moeten doen, en zes dingen die we moeten vermijden om perfect Kṛṣṇa-bewust te zijn. Dus; utsāhād dhairyān niścayāt. Het eerste principe is dat men heel enthousiast moet zijn. Hij moet geloven dat Kṛṣṇa heeft gezegd dat: na me bhaktaḥ praṇaśyati, "Mijn toegewijde zal nooit verslagen worden." Dus: "Laat me oprecht een toegewijde van Kṛṣṇa worden. Ik moet oprecht Kṛṣṇa's toegewijde worden." Dit heet enthousiasme. Dan dhairyāt. "Ik ben een toegewijde van Kṛṣṇa geworden, maar toch voel ik me nog niet gelukkig. Hoe kan dat?" Dus daarom moet je geduldig worden. Het enthousiasme moet er zijn, je moet ook geduld hebben. En niścayāt. Niścayāt betekent dat je vertrouwen moet hebben. "Oh, Kṛṣṇa heeft gezegd dat Zijn toegewijde nooit zal worden verslagen, dus ik zal zeker niet verslagen worden, hoewel ik het nu niet voel. Laat me mijn plicht doen." Utsāhād dhairyān niścayāt tat-tat-karma-pravartanāt. Maar je moet je plichten doen zoals ze zijn voorgeschreven. Sato vṛtteḥ. Er mag geen onoprechtheid zijn. Sato vṛtteḥ betekent duidelijk handelen, recht door zee. Sato vṛtteḥ en sādhu-saṅge; in het gezelschap van toegewijden. Dus men moet enthousiast zijn, men moet geduldig zijn, men moet vertrouwen hebben, men moet de plichten doen, men moet met toegewijden omgaan, en men moet heel eerlijk handelen. Zes dingen. Als deze zes dingen er zijn dan zeker succes.