NL/BG 4.26
VERS 26
- श्रोत्रादीनीन्द्रियाण्यन्ये संयमाग्निषु जुह्वति ।
- शब्दादीन्विषयानन्य इन्द्रियाग्निषु जुह्वति ॥२६॥
- śrotrādīnīndriyāṇy anye
- saṁyamāgniṣu juhvati
- śabdādīn viṣayān anya
- indriyāgniṣu juhvati
WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN
śrotra-ādīni — zoals door te luisteren; indriyāṇi — zintuigen; anye — anderen; saṁyama — van beheersing; agniṣu — in de vuren; juhvati — offeren; śabda-ādīn — geluidstrilling enz; viṣayān — objecten van zinsbevrediging; anye — anderen; indriya — van de zintuigen; agniṣu — in de vuren; juhvati — ze offeren.
VERTALING
Sommigen [de zuivere brahmacārī’s] offeren het luisteren en de zintuigen in het vuur van de beheersing van de geest; anderen [de gereguleerde gṛhastha’s] offeren de zins-objecten in het vuur van de zintuigen.
COMMENTAAR
Het is de bedoeling dat de leden van de vier geledingen van de menselijke samenleving, namelijk de brahmacārī, de gṛhastha, de vānaprastha en de sannyāsī, allemaal perfecte yogī’s of transcendentalisten worden. Omdat het menselijk leven niet zoals bij dieren bedoeld is voor onze zinsbevrediging, zijn de vier orden van het menselijk leven zo ingesteld dat iemand zich kan perfectioneren in het spirituele leven. De brahmacārī’s of de studenten, die onder de begeleiding van een bonafide spiritueel leraar staan, beheersen hun geest door zich te onthouden van zinsbevrediging. Een brahmacārī luistert alleen naar woorden die te maken hebben met Kṛṣṇa-bewustzijn. Horen is het basisprincipe voor het begrijpen van dingen en daarom is de zuivere brahmacārī voortdurend bezig met harer nāmānukīrtanam: het horen en chanten van de roem van de Heer. Hij weerhoudt zichzelf van materieel geluid en luistert alleen naar de transcendentale geluids-vibratie van Hare Kṛṣṇa, Hare Kṛṣṇa.
De getrouwde personen, voor wie activiteiten van zinsbevrediging tot op zekere hoogte toegestaan zijn, doen zulke activiteiten met grote terughoudendheid. Seks, intoxicatie en vlees eten zijn algemene neigingen van de menselijke samenleving, maar een getrouwd persoon die een gereguleerd leven leidt, geeft niet toe aan onbeperkte seks en andere zinsbevrediging. Het huwelijk op basis van een religieus leven is gangbaar in alle beschaafde menselijke samenlevingen, omdat dat de manier is om seksualiteit te beperken. Deze beperkte seksualiteit, zonder eraan gehecht te zijn, is ook een soort yajña, omdat een getrouwd persoon die zich beperkt, zijn neiging tot zinsbevrediging offert voor een hoger, transcendentaal leven.