NL/Prabhupada 0466 - De zwarte slang is minder schadelijk dan de menselijke slang

Revision as of 14:13, 29 March 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0466 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1977 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 7.9.8 -- Mayapur, February 28, 1977

Een mens met slang kwaliteiten is zeer gevaarlijk. Cāṇakya Paṇḍita heeft gezegd

sarpaḥ krūraḥ khalaḥ krūraḥ
sarpāt krūrataraḥ khalaḥ
mantrauṣadhi-vaśaḥ sarpaḥ
khalaḥ kena nivāryate

"Er zijn twee jaloerse levende wezens. Een daarvan is een slang, zwarte slang, en een is een mens met de kwaliteit van zwarte slang." Hij kan geen goed ding zien. Sarpaḥ krūraḥ. De slang is jaloers. Zonder dat je er schuld aan hebt, bijt hij. Een slang is er op de straat, en als je toevallig langs hem loopt wordt hij zo boos, hij bijt onmiddellijk. Dus dit is de natuur van de slang. Evenzo zijn er mensen als de slang. Zonder enige schuld zullen ze je beschuldigen. Ze zijn ook slangen. Maar Cāṇakya Paṇḍita zegt dat "Deze zwarte slang is minder schadelijk dan de mens slang." Waarom? "Welnu, deze zwarte slang, door het zingen van enkele mantra's of door een kruid kan je hem onder je controle brengen. Maar deze mens slang kun je niet. Het is niet mogelijk."

Dus zullen er... Deze Hiraṇyakaśipu wordt ook beschreven door Prahlāda Mahārāja als een slang. Wanneer Nṛsiṁha-deva zo boos is, dus hij zal later zeggen later, dat modeta sādhur api vṛścika-sarpa-hatyā (SB 7.9.14): "Mijn Heer, U was heel erg boos op mijn vader. Nu is het gedaan met hem, dus er is geen reden meer voor Uw resterende boosheid. Wordt gepacificeerd. Niemand is ongelukkig voor het doden van mijn vader, wees daar zeker van. Er is dus geen oorzaak van angst. Al deze halfgoden, Heer Brahmā en anderen, ze zijn allemaal Uw dienaar. Ik ben ook dienaar van Uw dienaar. Dus nu is de jaloerse slang gedood, iedereen is blij." Dus hij gaf dit voorbeeld dat modeta sādhur api vṛścika-sarpa-hatyā: een sadhu, een heilige persoon, houdt nooit van het doden van welk levend wezen dan ook. Ze zijn niet gelukkig... Zelfs een kleine mier wordt gedood, ze zijn niet gelukkig: "Waarom zou een mier gedood moeten worden?" Wat te zeggen van anderen, zelfs een kleine mier. Para-duḥkha-duḥkhī. Het kan dan wel een mier zijn, onbeduidend, maar op het moment van de dood heeft hij geleden, een Vaiṣṇava is ongelukkig: "Waarom zou een ​​mier gedood moeten worden?" Dit is para duḥkha-duhkhi. Maar zo'n Vaiṣṇava is blij als een slang en een schorpioen worden gedood. Modeta sādhur api vṛścika-sarpa-hatya. Dus iedereen is blij als een slang of een schorpioen wordt gedood, want ze zijn erg, erg gevaarlijk. Zonder enige fout bijten ze en creëren ravage.

Dus er zijn deze slangachtige personen, ze zijn jaloers op onze beweging; ze verzetten zich. Dat is de aard. Prahlāda Mahārāja werd ook tegengewerkt door zijn vader, wat te spreken van anderen. Deze dingen zullen gebeuren, maar we moeten niet teleurgesteld worden, als Prahlāda Mahārāja nooit teleurgesteld werd hoewel hij op zoveel manieren werd gepest. Hij werd ook geserveerd met vergif, hij werd geworpen tussen de slangen en hij werd van de heuvel gegooid, hij werd onder de voeten van een olifant gezet. Op zoveel manieren... Daarom heeft Chaitanya Mahāprabhu ons opgedragen dat "Wees niet teleurgesteld. Wees zo vriendelijk om het te doorstaan." Tṛṇād api sunīcena taror api sahiṣṇunā (CC Adi 17.31): wees meer tolerant dan de boom. Wordt, ik bedoel te zeggen, je zult meer zachtmoedig en nederig zijn dan het gras. Deze dingen zullen gebeuren. In een leven als we ons Kṛṣṇa-bewustzijn houding uitvoeren, ook al is er een beetje lijden, vindt het niet erg. Ga verder met Kṛṣṇa-bewustzijn. Niet teleurgesteld of hopeloos zijn, ook al zijn er wat problemen. Dat wordt aangemoedigd door Kṛṣṇa in de Bhagavad-gītā, āgamāpāyino 'nityās tāṁs titikṣasva bhārata (BG 2.14): "Mijn beste Arjuna, zelfs als je wat pijn voelt, Deze lichamelijke pijn, het komt en gaat. Niets is permanent, dus je moet niet voor deze dingen geven. Ga verder met je plicht. "Dit is de instructie van Kṛṣṇa. Prahlāda Mahārāja is het praktisch voorbeeld, en onze plicht is om de voetsporen van zo'n persoon zoals Prahlāda Mahārāja te volgen.