NL/Prabhupada 0538 - De wet betekent het woord gegeven door de staat. Je kan thuis geen wet maken

Revision as of 12:33, 20 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0538 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Janmastami Lord Sri Krsna's Appearance Day Lecture -- London, August 21, 1973

Dus Kṛṣṇa komt om ons een les te geven. Yadā yadā hi dharmasya glānir bhavati bhārata (BG 4.7). Kṛṣṇa zegt: 'Mijn beste Arjuna, ik kom, wanneer er verschillen in het proces van het religieuze leven. zijn" Dharmasya glānir bhavati. En wat is dharma? De eenvoudige definitie van dharma is dharmāṁ tu sākṣād bhagavat-praṇītam (SB 6.3.19). Dit is dharma. Dharmāṁ tu sākṣād bhagavat-praṇītam (SB 6.3.19). Net als wat je bedoelt met de wet? Wet betekent het woord gegeven door de staat. Je kunt geen wet maken thuis. Dat is niet mogelijk. Wat ook de overheid je geeft, dat "Je moet zoals dit handelen," dat is de wet. Op dezelfde manier, dharma betekent de richting gegeven door God. Dat is dharma. Eenvoudige definitie. Je maakt dharma. Ik heb deze dharma gemaakt, een andere man creëert een andere dharma; deze zijn niet dharma. Daarom, waar de Bhagavad-gītā eindigt, dat sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ (BG 18.66), dit is dharma - overgeven aan Kṛṣṇa. Iedere andere dharma, ze zijn geen dharma. Zo niet, waarom vraagt Kṛṣṇa ​​sarva-dharmān parityajya: "Geef op"? Hij zei dat de dharma-saṁsthāpanārthāya sambhavāmi yuge yuge: "Ik kom om de principes van de religie te vestigen." En op het laatst zegt Hij, sarva-dharmān parityajya Dat betekent dat de zogenaamde dharmas die we hebben gemaakt, kunstmatige dharmas, ze zijn geen dharmas. Dharma betekent dat wat wordt gegeven door God. Maar we hebben geen begrip wat God is en wat Zijn woord is. Dat is het defect van de moderne beschaving. Maar de order is er, God is er - we zullen niet accepteren. Waar is de mogelijkheid van vrede? De order is daar. Kṛṣṇa zegt, de Allerhoogste, bhagavān uvāca. Vyāsadeva schrijft bhagavān uvāca. Men moet weten wat bhagavān is. Vyāsadeva zou kunnen hebben geschreven kṛṣṇa uvāca. Nee, hij zegt... Als men Kṛṣṇa verkeerd zou kunnen begrijpen, Daarom schrijft hij in elke strofe, elk vers, śrī bhagavān uvāca. Dus Bhagavān is er. Bhagavān spreekt. Bhagavān wordt door alle ācāryas geaccepteerd. Rāmānujācārya, Madhvâcârya, Viṣṇu Svâmî. Als laatste, Lord Chaitanya Mahāprabhu ook, zelfs Śaṅkarācārya, Hij accepteert Kṛṣṇa ook-sa bhagavān svayam Kṛṣṇa. Dus de uitspraak van de moderne ācāryas, en in het verleden ook, Vyāsadeva, Nārada, Asita, iedereen aanvaard Kṛṣṇa, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Arjuna, die hoorde van Kṛṣṇa, na het begrijpen van de Bhagavad-gītā, zei hij, paraṁ brahma paraṁ dhāma pavitraṁ paramaṁ bhavān puruṣam ādyaṁ śāśvatam (BG 10.12).

Dus alles is er. Vooral in India, we hebben zoveel bezit gekregen, om God te begrijpen. Simpel ding. Alles is er klaar gemaakt. Maar we zullen niet accepteren. Dus wat is de remedie voor een dergelijke ziekte? We zijn op zoek naar vrede, maar we zullen niet iets wat ons eigenlijk vrede geeft accepteren. Dit is onze ziekte. Dus deze Kṛṣṇa-bewustzijns beweging probeert het slapende Kṛṣṇa-bewustzijn in het hart van iedereen te laten ontwaken. Zo niet, hoe deze Europeanen en Amerikanen en andere landgenoten, ze hadden vier of vijf jaar geleden nog nooit gehoord van Kṛṣṇa, hoe nemen zij het Kṛṣṇa-bewustzijn zo serieus? Kṛṣṇa-bewustzijn is er in ieders hart. Het moet alleen worden gewekt. Dat wordt beschreven in de Caitanya-caritāmṛta:

nitya-siddha kṛṣṇa-bhakti 'sādhya' kabhu naya
śravaṇādi-śuddha-citte karaye udaya
(CC Madhya 22.107)

Het is ontwaakt. Liefde voor Kṛṣṇa, toewijding voor Kṛṣṇa, is er, binnen ieders hart, maar hij is het vergeten. Dus deze Kṛṣṇa-bewustzijns beweging is gewoon bedoeld om dat Kṛṣṇa-bewustzijn te ontwaken. Dit is het proces. Net zoals wanneer je slaapt, je, ik moet je hard roepen. "Meneer die en die, die en die, opstaan. U heeft deze zaak." Geen enkele andere zintuig zal handelen wanneer u slaapt. Maar het oor zal handelen. Daarom is in deze tijd, als mensen zo zijn gevallen zullen ze niets horen, als we deze Hare Kṛṣṇa mahā-mantra chanten of zingen, hij zal worden gewekt tot Kṛṣṇa-bewustzijn. Dit is praktisch.