NL/Prabhupada 0849 - We willen God zien maar we erkennen niet dat we niet gekwalificeerd zijn

Revision as of 12:19, 9 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0849 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

731231 - Lecture SB 01.16.03 - Los Angeles

Pradyumna: Vertaling: Mahārāja Parīkṣit, na Kṛpācārya voor begeleiding als zijn spiritueel leraar geselecteerd te hebben, verrichtte drie paardenoffers aan de oevers van de Ganges. Deze werden uitgevoerd met voldoende beloningen voor de aanwezigen. En zelfs de gewone man kon halfgoden bij deze offers aanwezig zien." (SB 1.16.3)

Prabhupāda: Mensen zeggen nu: "Waarom zien wij de halfgoden niet?" Het antwoord moet zijn: "Waar is jouw offer, paardenoffer?" De halfgoden zijn niet goedkoop. Net als de koning of de president. Komt hij ergens, bij een arme, gewone man? Nee. Waar de koningen of de halfgoden of een grote wijze als Nārada Muni komt, die plaats moet ook de moeite waard zijn, om heen te gaan.

Er bestaan interplanetaire systemen. Arjuna ging bijvoorbeeld naar een hemelse planeet, op dezelfde wijze, bij zulke offers, als ze werden georganiseerd door grote koningen als Mahārāja Parīkṣit en anderen, Mahārāja Yudhiṣṭhira, dan kwamen de uitgenodigde halfgoden langs. Ze kwamen en alle gewone mensen konden ze zien. Daarom wordt hier gezegd, yatrākṣi-gocarāḥ, devā yatrākṣi-gocarāḥ. We zijn heel trots, dat we alles kunnen zien, maar we moeten wachten tot we gekwalificeerd zijn, om te zien. Niet dat ik grillig wil zien, "O God, kom alstublieft voor mij. Ik wil U zien." God ... God is aanwezig, in hoeverre je Hem kunt zien. God is erg aardig. Hij is hier in de tempel aanwezig. Ga maar kijken, dan zul je beseffen dat Hij God is.

Dus God of halfgod, iedereen kan akṣi-gocarāḥ zijn, beschikbaar voor jouw visie, op voorwaarde dat je gekwalificeerd bent. Dit is het proces. Deze schurken zeggen: "Kan je mij God laten zien? Maar welke kracht heb je, om te zien? Wordt eerst gekwalificeerd. Dan zul je zien. God is overal. Aṇḍāntara-stha-paramāṇu-cayān (Bs 5.35) Hij is zelfs in het atoom. Wie niet bevoegd is om God te zien, hem wordt geadviseerd om God op een andere manier te zien, in de Bhagavad Gita. Zoals Krishna zegt, raso 'ham apsu kaunteya prabhāsmi śaśi-sūryayoḥ (BG 7.8): "Mijn beste Kaunteya, Arjuna, Ik ben de smaak van water." Probeer God te zien in de smaak van water. Op dit moment hebben we vele zintuigen. Je wilt God zien met de ogen. Begin met je tong. Dit is ook een zintuig. Net als lekker voedsel, als ik zeg: "Laat me zien hoe het is." "Laat me zien" betekent ... Je ziet het al. Wat wil je? "Nee, ik wil het met de tong proeven." Dat is "Laat me zien." Niet door de ogen. Als je een zoetigheid, halavā, hebt, "Laat me zien" betekent dan "Laat me proeven." Proef God eerst. Het is binnen het bereik van je zintuiglijke waarneming, maar probeer te oefenen. sevonmukhe hi jihvādau svayam eva sphuraty adaḥ (Bhakti-rasāmṛta-sindhu 1.2.234). Dan zul je realiseren. God zal Zichzelf aan je openbaren. Als je onderdanig wordt, toegewijd aan God, door prasādam te eten, dan zul je God persoonlijk zien. Hij zal met je praten. Dat is mogelijk.

Op dit moment, willen we God zien, maar we erkennen niet, dat we niet gekwalificeerd zijn. Hoe kunnen we zien? Als ik zelfs een gewone president niet kan zien ... Door mijn grillen wil ik de president of een of andere grote officier zien. Je kunt niet zien, tenzij je daarvoor gekwalificeerd bent. Dus hoe kun je God zien? Dat is niet mogelijk. Je moet jezelf kwalificeren. Dan zul je God zien. Akṣi-gocaraḥ. Akṣi-gocaraḥ betekent, net als zien, jij ziet mij, ik zie jou, op dezelfde manier zul je de halfgoden of God zien, op voorwaarde dat je gekwalificeerd bent.