NL/Prabhupada 0828 - Wie voor zijn ondergeschikte zorgt is een guru

Revision as of 14:25, 3 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0828 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 5.5.18 -- Vrndavana, November 6, 1976

Pradyumna: Vertaling: "Wie zijn afhankelijken niet kan verlossen van het pad van herhaalde geboorte en dood, mag nooit een spiritueel leraar, een vader, een echtgenoot, een moeder of een vereringswaardige halfgod worden."

Prabhupāda:

gurur na sa syāt sva-jano na sa syāt
pitā na sa syāj jananī na sa syāt
daivaṁ na tat syān na patiś ca sa syān
na mocayed yaḥ samupeta-mṛtyum
(SB 5.5.18)

In het voorgaande vers werd beschreven, kas taṁ svayaṁ tad-abhijño vipaścid. De voogd moet abhijñaḥ en vipaścit, zeer geleerd, zijn. De overheid, de vader, de guru, de leraar, of zelfs echtgenoot van ... Omdat we worden geleid, iedereen wordt geleid door iemand anders. Dat is de samenleving. Niet als katten en honden. Katten en honden, bevallen van jongen en dan hebben ze geen enkele verantwoordelijkheid. Honden hangen op straat rond en niemand zorgt voor ze. De menselijke samenleving hoort niet zo te zijn. Er moeten verantwoordelijk voogden zijn. Sommigen van deze verantwoordelijke verzorgers worden hier beschreven. Allereerst, de guru. Een gewone leraar op een school of hogeschool, hij wordt ook guru genoemd, maar de allerhoogste guru is de spiritueel leraar. Niet alleen de spiritueel leraar, maar iedereen die als guru fungeert om anderen iets te leren, moet zeer geleerd zijn, zeer verantwoordelijk, vipaścit, abhijñaḥ. Abhijñātaḥ is een kwalificatie van de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. Zoals gezegd wordt in het begin van het Śrīmad-Bhāgavatam, abhijñaḥ. Janmādy asya yataḥ 'nvayād itarataś ca artheṣu abhijñaḥ (SB 1.1.1). De bestuurder moet abhijñaḥ zijn. Hetzelfde staat hier. Natuurlijk kunnen we niet zo abhijñaḥ als God zijn, dat niet mogelijk is, maar een kleine hoeveelheid abhijñātaḥ moet er zijn. Wat is anders het nut van ...?

Als eerste wordt over de guru gezegd, wie ​​voor zijn ondergeschikte zorgt, hij is guru. De eerste opdracht is dat je geen guru zou moeten worden, tenzij je volledig bewust bent, hoe je jouw afhankelijken kan redden van het pad van geboorte en dood. Dat is de eerste vraag. Niet dat 'Ik ben je guru. Ik kan je van wat buikpijn genezen." Men gaat ook met zo'n reden naar een guru. Mensen gaan over het algemeen naar een guru, schurken gaan naar een guru, naar een andere schurk. Wat is er? "Meneer, ik heb een beetje pijn. Geef me een zegen, zodat mijn pijn mag genezen." "Waarom kom je hier, schurk, voor de genezing van je buikpijn? Je kunt naar een dokter gaan, of een of andere pil slikken. Is dit de reden dat je je guru komt bezoeken?" Over het algemeen komt men naar een guru om een zegen te vragen voor een materieel voordeel. Ze zijn schurken en daarom geeft Krishna hen ook een schurk als guru. Ze willen bedrogen worden. Ze weten niet waarom ze naar de guru moeten gaan. Ze weten het niet. Ze weten niet wat het probleem van hun leven is, en waarom ze naar de guru moeten gaan. Ze weten het niet. En de zogenaamde guru's maken ook misbruik van de onwetendheid van het publiek, en zij worden guru. Dit is er aan de hand. De guru weet niet wat zijn verantwoordelijkheid is en het schurkachtige publiek, zij weten niet waarom ze naar de guru moeten gaan. Dit is het probleem.