NL/BG 18.42

Revision as of 08:58, 27 September 2017 by Harikirtandasa (talk | contribs) (Bhagavad-gita Compile Form edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Его Божественная Милость А.Ч. Бхактиведанта Свами Прабхупада


VERS 42

śamo damas tapaḥ śaucaṁ, kṣāntir ārjavam eva ca
jñānaṁ vijñānam āstikyaṁ, brahma-karma svabhāva-jam

WOORD-VOOR-WOORD-VERTALINGEN

śamaḥ — vreedzaamheid; damaḥ — zelfbeheersing; tapaḥ — ascese; śaucam — reinheid; kṣāntiḥ — verdraagzaamheid; ārjavam — eerlijkheid; eva — zeker; ca — en; jñānam — kennis; vijñānam — wijsheid; āstikyam — godsdienstigheid; brahma — van een brāhmaṇa; karma — activiteit; svabhāva-jam — voortkomend uit zijn eigen aard.

VERTALING

Vreedzaamheid, zelfbeheersing, ascese, reinheid, verdraagzaamheid, eerlijkheid, kennis, wijsheid en godsdienstigheid — dit zijn de natuurlijke eigenschappen waarmee de brāhmaṇa’s werken.