NL/Prabhupada 0154 - Houdt je wapen altijd scherp

Revision as of 22:39, 1 October 2020 by Elad (talk | contribs) (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Room Conversation -- May 7, 1976, Honolulu

Tamāla Kṛṣṇa: In uw artikel in Back to Godhead over Marx, noemt u hem een dwaas, u noemt het marxisme onzin.

Prabhupāda: Ja, wat is zijn filosofie? Dialectitude?

Tamāla Kṛṣṇa: Dialectisch materialisme.

Prabhupāda: Dus we hebben een dialectisch spiritualisme geschreven.

Hari-Sauri: Harikeśa.

Prabhupāda: Harikeśa.

Tamāla Kṛṣṇa: Ja, hij heeft het ons voorgelezen. Hij predikt soms in Oost-Europa denk ik. We hebben een rapport. Heeft hij u geschreven?

Prabhupāda: Ja. Ik heb dat gehoord, maar gaat het goed met hem of niet?

Tamāla Kṛṣṇa: Uit het verslag lijkt het dat hij af en toe naar een aantal Oost-Europese landen gaat. Gewoonlijk concentreert hij zich op Engeland, Duitsland en Scandinavië. Hij heeft een groepje en ze doen voordrachten en verspreiden boeken. En naar welke landen ging hij soms?

Toegewijde: Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Boedapest.

Tamāla Kṛṣṇa: Hij gaat naar wat communistische Europese landen.

Toegewijde: Ze maken hun busjes met dubbele bodem en verbergen de boeken erin zodat ze die bij de grens niet zien. Onder het busje zitten al uw boeken. Wanneer ze in het land komen verspreiden ze de boeken bij de studenten.

Tamāla Kṛṣṇa: Revolutie.

Prabhupāda: Het is heel fijn.

Toegewijde: Soms, wanneer hij spreekt zei hij, wil de vertaler het niet vertalen want het is ...

Tamāla Kṛṣṇa: Soms vergeet hij het, meestal praat hij heel voorzichtig, met versluierde woorden. Maar één of twee keer, zei hij, spreekt hij direct Kṛṣṇa-bewustzijn, en de vertaler kijkt naar hem en wil het niet vertalen in de lokale taal. Soms vergeet hij zichzelf en begint te spreken over Kṛṣṇa als de allerhoogste persoonlijkheid Gods, en de vertaler kijkt plotseling naar hem. Meestal verbergt hij alles.

Prabhupāda: Hij heeft goed werk verricht.

Tamāla Kṛṣṇa: Hij is een kundig persoon, heel intelligent.

Prabhupāda: Dus op deze manier ... Jullie zijn allemaal intelligent, jullie kunnen plannen maken. Het doel is hoe de boeken te verspreiden. Dat is de eerste overweging. In Bhāgavata is het zeer figuurlijk omschreven dat wij dit lichaam en de verschillende onderdelen hebben. Net zoals Arjuna op de strijdwagen zit. Er is een wagenmenner, er zijn paarden, teugels. Er is een veld, en de pijl en boog. Ze zijn figuurlijk. Dus deze kunnen gebruikt worden voor het doden van de vijanden van ons Kṛṣṇa-bewustzijn en dan geven we al die dingen op, strijdwagen, we ... Net als na het vechten, enkel de overwinning, dan doodt je ze. En vergelijkbaar is er ook dit lichaam, de geest en de zintuigen. Dus gebruik het voor het overwinnen van dit materiële bestaan. En geef dan dit lichaam op en ga terug naar huis.

Tamāla Kṛṣṇa: Doet de toegewijde, ik bedoel zoals u ons altijd enthousiast maakt om door te gaan ...

Prabhupāda: Dat is het slijpen van je wapens. Dat wordt ook beschreven. Door de spiritueel leraar te dienen, houdt je je wapen altijd geslepen. En neem dan de hulp van Kṛṣṇa. De woorden van de spiritueel leraar slijpen het wapen. En yasya prasādad bhagavata ... En als de spiritueel leraar blij is zal Kṛṣṇa onmiddellijk helpen. Hij geeft je kracht. Stel je hebt een geslepen zwaard gekregen, maar als je geen kracht hebt, wat ga je dan doen met dat zwaard? Kṛṣṇa zal je de kracht geven, hoe te vechten en de vijanden te doden. Alles wordt beschreven. Daarom zei Caitanya Mahāprabhu; guru-Kṛṣṇa-kṛpāya (CC Madhya 19.151), maak je wapen scherp door de instructie van de spiritueel leraar en dan zal Kṛṣṇa je kracht geven, je zal in staat zijn om te overwinnen. Deze figuurlijke verklaring gaf ik gisterenavond nog denk ik. Hier is een vers, Acyuta bala. Is Puṣṭa Kṛṣṇa hier?

Hari-Sauri: Puṣṭa Kṛṣṇa?

Prabhupāda: Wij zijn soldaten van Kṛṣṇa, dienaren van Arjuna. Je zal je er simpelweg naar moeten gedragen, dan zal je je vijanden verslaan. Ze hebben geen kracht, al is hun aantal honderd keer groter. Net als de Kuru's en de Pāṇḍavas. Ze hebben geen kracht, yatra yogeśvaraḥ kṛṣṇaḥ (BG 18.78). Houdt Kṛṣṇa aan jouw kant, dan zal alles succesvol zijn. Tatra śrīr vijayo.