NL/Prabhupada 0234 - Om een toegewijde te worden is de grootste kwalificatie: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0234 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,15}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0233 - Wij worden Krishna-bewust door de genade van de guru en Krishna|0233|NL/Prabhupada 0235 - Ongekwalificeerde guru betekent; die niet weet hoe de discipel te leiden|0235}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|p1OjWrhXAd8|Het Worden van een Toegewijde is de Grootste Kwalificatie<br />- Prabhupāda 0234}}
{{youtube_right|im-e1dMwHWM|Om een toegewijde te worden is de grootste kwalificatie<br />- Prabhupāda 0234}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/730805BG.LON_clip3.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730805BG.LON_clip3.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Dus Prahlāda Mahārāja... Nṛsiṁhadeva bood Prahlāda Mahārāja aan: "Nu mag je om welke zegening die je jezelf wenst vragen." En Prahlāda Mahārāja antwoordde: "Mijn Heer, we zijn materialisten. Ik ben geboren uit een vader die een absolute materialist was. Dus ik ben, omdat ik geboren ben uit een materialistische vader, ook een materialist. En U, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, U biedt mij zegening aan. Ik kan U om alles vragen. Dat weet ik. Maar wat is het nut ervan? Waarom zal ik om welke zegening dan ook vragen? Ik heb het aan mijn vader gezien. Materieel gezien was hij zo krachtig dat zelfs de halfgoden, Indra, Candra, Varuṇa zich bedreigd voelden door zijn rood doorlopen ogen. En hij veroverde de controle over het universum. Hij was zo krachtig. En rijkdommen, overvloed, kracht, reputatie alles was er, maar U beëindigde alles binnen een seconde. Dus waarom biedt U mij zulke zegening aan? Wat moet ik ermee? Als ik de zegening van u aanneem en mijn ego opgeblazen wordt, en ik alles verkeerd doe ten opzichte van U, dan kan U dit beëindigen binnen een seconde. Dus alstublieft, biedt mij zo´n zegening niet aan, deze materiele weelde. Liever ontvang ik de zegening van het actief zijn in het in dienen van Uw dienaar. Die zegening wil ik. Laat me door U gezegend zijn in het bedienen van Uw dienaar, ik behoef niet eens direct Uw dienaar te zijn. Later, na vele gebeden, na de Heer tot rust gebracht te hebben.. Hij was erg boos. Hierna was Hij een beetje tot rust gebracht, vroeg hij: "Mijn allerliefste Heer, ik wil u een andere zegening vragen. mijn vader was een zeer, zeer ferme tegenstander van U. Dat was de reden van zijn dood. Nu wil ik U vriendelijk vragen om hem te vergeven en hem te bevrijden." Dit is de zoon als Vaiṣṇava. Hij vroeg niets voor zichzelf. En ondanks dat hij wist dat zijn vader de grootste vijand was, toch vroeg hij om deze zegening: "Mag deze arme man bevrijd worden." En Heer Nṛsiṁhadeva garandeerde dit en zij: "Mijn liefste Prahlāda, niet alleen je vader, maar ook je vaders vader, zijn vader, tot aan de veertiende generatie zal bevrijd worden. Omdat jij in deze familie geboren bent." Dus iemand die een Vaiṣṇava geworden is, een toegewijde van de Heer, dan hij verleent de grootst mogelijke dienst naar zijn familie toe. Omdat zij in relatie met hem staan, zijn vader, zijn moeder, iedereen, zij zullen worden bevrijd. Net zoals wij hebben ervaren, als een persoon onvolwassen in de strijd sterft, ontfermt de regering zich over zijn familie. Evenzo is het worden van een toegewijde de grootst mogelijke kwalificatie. Hij heeft alles. Yatra yogeśvaro hariḥ yatra dhanur-dharaḥ pārthaḥ ([[Vanisource:BG 18.78|BG 18.78]]). Waar Krishna en zijn toegewijde zijn, daar is alle overwinning, alle glorie is er. Dat is gegarandeerd.
Dus Nṛsiṁhadeva bood Prahlāda Mahārāja aan: "Nu kan je elke zegening krijgen die je wil." Dus Prahlāda Mahārāja antwoordde: "Mijn Heer, we zijn materialisten. Ik ben uit een absoluut materialistische vader geboren. Dus ik ben ook een materialist, omdat ik uit een materialistische vader geboren ben. En U, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, U biedt mij zegening aan. Ik kan U om elke zegening vragen. Dat weet ik. Maar wat is het nut ervan? Waarom zal ik om een zegening vragen? Ik heb het aan mijn vader gezien. Materieel was hij zo krachtig dat zelfs de halfgoden, Indra, Candra, Varuṇa zich bedreigd voelden door zijn rode ogen. En hij veroverde de controle over het universum. Hij was zo krachtig. En rijkdommen, kracht, reputatie alles was er, maar U beëindigde alles in één seconde. Dus waarom biedt U mij zulke zegening aan? Wat moet ik ermee? Als ik de zegening van U aanneem en ik wordt trots en dan verkeerd tegen U ga handelen, dan kan U dit beëindigen in een seconde. Dus alstublieft, biedt mij zo´n zegening niet aan, deze materiële weelde. Liever ontvang ik de zegening om Uw dienaar te dienen. Die zegening wil ik. Laat mij door U gezegend zijn dat ik Uw dienaar kan dienen, ik hoef niet rechtstreeks Uw dienaar te zijn. Dan, na vele gebeden, na de Heer gekalmeerd te hebben ... Hij was erg boos. Dan toen Hij een beetje gekalmeerd was vroeg hij: "Mijn allerliefste Heer, kan ik U om een andere zegening vragen? Mijn vader was een heel felle vijand van U. Dat was de oorzaak van zijn dood. Nu wil ik U vriendelijk vragen om hem te vergeven en hem bevrijding te geven." Dit is een vaiṣṇava zoon. Hij vroeg niets voor zichzelf. En ondanks dat hij wist dat zijn vader de grootste vijand was, toch vroeg hij om deze zegening: "Mag deze arme man bevrijdt worden." Dus Heer Nṛsiṁhadeva garandeerde dit en zei: "Mijn liefste Prahlāda, niet alleen je vader, maar ook je vaders vader en zijn vader tot aan de veertiende generatie zal bevrijd worden. Omdat jij in deze familie geboren bent." Dus iedereen die vaiṣṇava geworden is, een toegewijde van de Heer, verleent de grootste dienst aan zijn familie. Omdat allen in relatie met hem, zijn vader, moeder, iedereen zal bevrijd worden. Net zoals wij hebben ervaren, als een persoon voortijdig in de strijd sterft, dan ontfermt de regering zich over zijn familie. Net zo is om een toegewijde te worden de grootste kwalificatie. Hij heeft alles. Yatra yogeśvaro hariḥ yatra dhanur-dharaḥ pārthaḥ ([[NL/BG 18.78|BG 18.78]]). Als Kṛṣṇa en zijn toegewijde er is, dan is alle overwinning, alle glorie daar. Dat is gegarandeerd.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 18:09, 1 October 2020



Lecture on BG 2.4-5 -- London, August 5, 1973

Dus Nṛsiṁhadeva bood Prahlāda Mahārāja aan: "Nu kan je elke zegening krijgen die je wil." Dus Prahlāda Mahārāja antwoordde: "Mijn Heer, we zijn materialisten. Ik ben uit een absoluut materialistische vader geboren. Dus ik ben ook een materialist, omdat ik uit een materialistische vader geboren ben. En U, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, U biedt mij zegening aan. Ik kan U om elke zegening vragen. Dat weet ik. Maar wat is het nut ervan? Waarom zal ik om een zegening vragen? Ik heb het aan mijn vader gezien. Materieel was hij zo krachtig dat zelfs de halfgoden, Indra, Candra, Varuṇa zich bedreigd voelden door zijn rode ogen. En hij veroverde de controle over het universum. Hij was zo krachtig. En rijkdommen, kracht, reputatie alles was er, maar U beëindigde alles in één seconde. Dus waarom biedt U mij zulke zegening aan? Wat moet ik ermee? Als ik de zegening van U aanneem en ik wordt trots en dan verkeerd tegen U ga handelen, dan kan U dit beëindigen in een seconde. Dus alstublieft, biedt mij zo´n zegening niet aan, deze materiële weelde. Liever ontvang ik de zegening om Uw dienaar te dienen. Die zegening wil ik. Laat mij door U gezegend zijn dat ik Uw dienaar kan dienen, ik hoef niet rechtstreeks Uw dienaar te zijn. Dan, na vele gebeden, na de Heer gekalmeerd te hebben ... Hij was erg boos. Dan toen Hij een beetje gekalmeerd was vroeg hij: "Mijn allerliefste Heer, kan ik U om een andere zegening vragen? Mijn vader was een heel felle vijand van U. Dat was de oorzaak van zijn dood. Nu wil ik U vriendelijk vragen om hem te vergeven en hem bevrijding te geven." Dit is een vaiṣṇava zoon. Hij vroeg niets voor zichzelf. En ondanks dat hij wist dat zijn vader de grootste vijand was, toch vroeg hij om deze zegening: "Mag deze arme man bevrijdt worden." Dus Heer Nṛsiṁhadeva garandeerde dit en zei: "Mijn liefste Prahlāda, niet alleen je vader, maar ook je vaders vader en zijn vader tot aan de veertiende generatie zal bevrijd worden. Omdat jij in deze familie geboren bent." Dus iedereen die vaiṣṇava geworden is, een toegewijde van de Heer, verleent de grootste dienst aan zijn familie. Omdat allen in relatie met hem, zijn vader, moeder, iedereen zal bevrijd worden. Net zoals wij hebben ervaren, als een persoon voortijdig in de strijd sterft, dan ontfermt de regering zich over zijn familie. Net zo is om een toegewijde te worden de grootste kwalificatie. Hij heeft alles. Yatra yogeśvaro hariḥ yatra dhanur-dharaḥ pārthaḥ (BG 18.78). Als Kṛṣṇa en zijn toegewijde er is, dan is alle overwinning, alle glorie daar. Dat is gegarandeerd.