NL/Prabhupada 0244 - Onze filosofie is dat alles aan God toebehoort

Revision as of 14:13, 27 October 2015 by Modestas (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0244 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.9 -- London, August 15, 1973

Laatst in Parijs kwam een reporter naar me toe van de socialistische pers. Ik informeerde hem dat "Onze filosofie is dat alles aan God toebehoort." Kṛṣṇa says bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram (BG 5.29). "Ik ben de genieter, bhoktā." Bhoktā wil zeggen, genieter. Dus bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ. Net zoals dit lichaam werkt. Het hele lichaam werkt, dat van iedereen, om van het leven te genieten, maar vanwaar komt dit genot? Het genot begint van in de maag. Je moet voldoende goed voedsel geven aan de maag. Wanneer er voldoende energie is, kunnen we verteren. Wanneer er voldoende energie is worden alle andere zintuigen sterk. Dan kan je genieten van zinsbevrediging. Anders is dit niet mogelijk. Wanneer je niet kan verteren ... Net zoals ik nu ben, een oude man. We kunnen niet verteren. Dus is er geen sprake van zinsbevrediging. Dus zinsbevrediging begint in de maag. De weelderige groei van de drie begint bij de wortel, wanneer er voldoende water is. Daarom worden bomen pada-pa genoemd. Ze drinken water van de voeten, de wortels, niet van hun hoofd. Net zoals wij eten via ons hoofd. Zo zijn er verschillende regelingen. Zoals wij kunnen eten via onze mond, zo eten de bomen via hun wortels. Maar men moet eten. Āhāra-nidrā-bhaya-maithuna. Eten is er, ofwel eet je via je wortels ofwel via je mond of je handen. Maar wat Kṛṣṇa betreft, Hij kan via eender waar eten. Hij kan via Zijn handen, voeten, ogen of oren eten, langs eender welke weg. Omdat Hij volkomen spiritueel is. Er is geen verschil tussen hoofd en voeten en oren en ogen. Dat staat geschreven in de Brahma-saṁhitā,

aṅgāni yasya sakalendriya-vṛttimanti
paśyanti pānti kalayanti ciraṁ jaganti
ānanda-cinmaya-sadujjvala-vigrahasya
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
(Bs. 5.32)

Dus, in dit lichaam moet onze zinsbevrediging beginnen in de maag. evenzo als de boom welig begint te ontwikkelen vanuit zijn wortels, zo ook is Kṛṣṇa de oorsprong van alles, anmādy asya yataḥ (SB 1.1.1), wortel. Dus zonder Kṛṣṇa bewustzijn, zonder Kṛṣṇa te plezieren, kan je niet gelukkig zijn. Dit is het stelsel. Daarom is de vraag, hoe zal Kṛṣṇa geplezierd worden? Kṛṣṇa zal geplezierd zijn als ... we zijn allemaal zonen van Kṛṣṇa, zonen van God. Alles behoort aan Kṛṣṇa., alles is eigendom van Kṛṣṇa. Dat is een feit. Nu kunnen we genieten van Kṛṣṇa's prasādam, omdat Hij de eigenaar ervan is en de bhoktā, de genieter. Dus alles zou eerst aan Kṛṣṇa moeten gegeven worden en dan neem je de prasādam. Dat zal je gelukkig maken. Dat is wat er geschreven staat in de Bhagavad-gītā. Bhuñjate te tv aghaṁ pāpaṁ ye pacanty ātma-kāraṇāt: (BG 3.13) "Zij die koken om enkel te eten voor zichzelf, zij eten enkel zonde." Bhuñjate te tv aghaṁ pāpaṁ ye pacanty ātma... Yajñārthāt karmaṇo 'nyatra loko' yaṁ karma... Alles moet gedaan worden voor Kṛṣṇa, zelfs je eten, alles. Ook zinsbevrediging, je kan genieten. Maar nadat Kṛṣṇa genoten heeft. Daarna kan je eten. Daarom is Kṛṣṇas naam Hṛṣīkeśa. Hij is de meester. Meester van de zintuigen. Je kan met je zintuigen niet onafhankelijk genieten. Net zoals de dienaar. De dienaar kan niet genieten. Net zoals de kok die alles kookt, lekker eten in de keuken, hij kan niet eten bij het begin. Dat is niet mogelijk. Dan zal hij weggestuurd worden. De meester moet allereerst nemen, en pas daarna kunnen de anderen genieten van het lekkere eten.