NL/Prabhupada 0252 - We denken dat we onafhankelijk zijn: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0252 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,15}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0251 - De gopi’s zijn eeuwige metgezellen van Krishna|0251|NL/Prabhupada 0253 - Echt geluk is beschreven in de Bhagavad-gita|0253}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|vM_sJWDK2x0|We are Thinking That we are Independent - Prabhupāda 0252}}
{{youtube_right|j9hlRcz_BC0|We denken dat we onafhankelijk zijn <br /> - Prabhupāda 0252}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/wiki/File:730806BG.LON_clip5.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730806BG.LON_clip5.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Dus al deze materialistische personen, ze zijn zo dwaas, boefjes, onverlaten, ze doen deze materiële activiteiten toenemen. Ze denken door deze toenemende materiële activiteiten ze gelukkig zullen maken. Nee, dat is niet mogelijk. Durāśayā gij ... En hun leiders ... Andha yathāndhair upanīyamānās te 'Pisa-tantryam uru-damni baddhāḥ ([[Vanisource:SB 7.5.31|SB 7.5.31]]). Ieder van ons zijn zeer stevig gebonden , handen en benen, en we denken dat we vrij zijn, onafhankelijk. Door de wetten van de materiële natuur ... Nog steeds, denken we dat we onafhankelijk zijn. De wetenschapper probeert God te vermijden, onafhankelijk door de wetenschap. Dat is niet mogelijk. Wij zijn onder de greep van de materiële natuur. De materiële natuur betekent de agent van Kṛṣṇa. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram ([[Vanisource:BG 9.10|BG 9.10]]). Prakṛteḥ kriyamāṇāni guṇair Karmani sarvaśaḥ ([[Vanisource:BG 3.27|BG 3.27]]). Dus we zijn altijd in dilemma net als Arjuna, wat te doen, wat niet te doen. Maar als we dit principe nemen, dat "wij voor Kṛṣṇa moeten handelen ..." Dus neem aanwijzingen van Kṛṣṇa en neem aanwijzingen van een vertegenwoordiger van Kṛṣṇa en je doet dit; dan is er geen karma-bandhanaḥ. Karmani nirdaheti Kintu ca bhakti-bhājām (bs, 5.54). Anders worden we gebonden door de reactie van elke handeling. We kunnen er niet uit. Dus dit dilemma, "Of ik zal vechten of niet zal vechten," dat zal worden uitgelegd dat "Ja, je moet vechten voor Kṛṣṇa. Dan is het in orde." Kāmaḥ kṛṣṇa-karmārpane. Net als Hanumān. Hij vocht voor Lord Ramacandra. Hij wilde niet vechten voor zichzelf. Evenzo, Arjuna ook, zijn vlag is Kapi-dhvaja, zijn vlag is gemarkeerd met Hanumān. Hij wist dat. Dus Hanumān, een geweldige vechter, vocht met Ravana, niet voor zijn persoonlijk belang. De interesse was hoe Sītājī uit de handen van Ravana te halen, de hele familie doden, en weggaan en haar laten zitten naast Râmacandra. Dit is het beleid van Hanumān, toegewijden. En het Ravana beleid is "Haal Sita weg uit de klauwen van Rāma en geniet ervan." Dit is Ravana beleid. En het Hanumān beleid is: "Haal Sita uit de handen van Ravana en laat haar zitten aan de kant van Rāma." Dezelfde Sītā. Sītā betekent Laksmi. Dus Laksmi betekent Narayana eigendom, Gods eigendom.
Dus al deze materialistische mensen, ze zijn zo dom, dwaas, onverlaten, ze vergroten de materiële activiteiten. Ze denken dat ze door deze toenemende materiële activiteiten gelukkig zullen worden. Nee, dat is niet mogelijk. Durāśayā ye ... En hun leiders ... Andhā yathāndhair upanīyamānās te 'pīśa-tantryam uru-dāmni baddhāḥ ([[Vanisource:SB 7.5.31|SB 7.5.31]]). Ieder van ons is heel stevig gebonden met handen en benen, en we denken dat we vrij en onafhankelijk zijn. Door de wetten van de materiële natuur ... Toch denken we dat we onafhankelijk zijn. De wetenschapper probeert God te vermijden, onafhankelijk door de wetenschap. Dat is niet mogelijk. Wij zijn in de greep van de materiële natuur. Materiële natuur betekent de vertegenwoordiger van Kṛṣṇa. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram ([[NL/BG 9.10|BG 9.10]]). Prakṛteḥ kriyamāṇāni guṇair karmāṇi sarvaśaḥ ([[NL/BG 3.27|BG 3.27]]). Dus we zijn altijd in dilemma net als Arjuna, wat te doen, wat niet te doen. Maar als we het principe nemen dat; "We moeten voor Kṛṣṇa handelen." Dus neem aanwijzingen van Kṛṣṇa en van Kṛṣṇa's vertegenwoordiger en je volgt ze; dan is er geen karma-bandhanaḥ. Karmāṇi nirdaheti kintu ca bhakti-bhājām (Bs. 5.54). Anders worden we gebonden door de reactie van elke handeling. We kunnen er niet uit. Dus dit dilemma; "Of ik zal vechten of niet zal vechten," dat zal worden uitgelegd; "Ja, je moet vechten voor Kṛṣṇa. Dan is het in orde." Kāmaḥ kṛṣṇa-karmārpane. Net als Hanumān. Hij vocht voor Lord Rāmacandra. Hij vocht niet voor zichzelf. Arjuna is ook net zo, zijn vlag is kapi-dhvaja, versierd met Hanumān. Hij wist dat. Dus Hanumān, een geweldige vechter, vocht met Rāvaṇa, niet voor zijn persoonlijk belang. Het belang was hoe Sītājī uit de handen van Rāvaṇa te halen, de hele familie doden, en weggaan en haar naast Rāmacandra laten zitten. Dit is het beleid van Hanumān, toegewijden. En het Rāvaṇa beleid is; "Haal Sita weg uit de handen van Rāma en geniet ervan." Dit is Rāvaṇa beleid. En het Hanumān beleid is: "Haal Sītā uit de handen van Rāvaṇa en zet haar neer bij Rāma." Dezelfde Sītā. Sītā betekent Lakṣmī. Dus Lakṣmī betekent Nārāyaṇa's eigendom, Gods eigendom.


Dus moeten we het beleid leren dat al deze materialistische personen, Rāvaṇas, ze proberen van Gods eigendom te genieten. Dus op een of andere manier ... Natuurlijk kunnen we niet vechten met Ravana klasse mensen. Dat is ... We zijn niet zo sterk. Daarom hebben we steeds het beleid van een bedelaar genomen: "Meneer, u bent zo'n aardige man. Als u blieft geef ons iets. Geef ons iets. Omdat u uw leven verspeeld door het houden van Gods eigendom, ga je naar de hel. Dus op een of andere manier, als je een lid wordt, dus zult u gered worden. U zult gered worden. " Dat is ons beleid. Wij zijn geen bedelaar. Maar het is een beleid. Nu we zijn niet sterk genoeg om te vechten met de Rāvaṇas; anders zouden we al het geld hebben genomen door te vechten. Maar dat is niet mogelijk. We zijn niet zo sterk. Daarom hebben we het beleid van een bedelaar genomen. Heel hartelijk dank.
Dus moeten we het beleid leren dat al deze materialistische mensen, Rāvaṇa's, ze proberen van Gods eigendom te genieten. Dus op een of andere manier ... Natuurlijk kunnen we niet vechten met de Rāvaṇa-klas mensen. We zijn niet zo sterk. Daarom hebben we het beleid van een bedelaar aangenomen: "Meneer, u bent zo'n aardige man. Alstublieft geef ons iets. Omdat je je leven verspilt door het toe-eigenen van Gods eigendom, je gaat naar de hel. Dus op een of andere manier, als je lid wordt, dan zal je gered worden." Dat is ons beleid. Wij zijn geen bedelaar. Maar het is een beleid. We zijn niet sterk genoeg om te vechten met de Rāvaṇa's; anders zouden we al het geld hebben genomen door te vechten. Maar dat is niet mogelijk. We zijn niet zo sterk. Daarom hebben we het beleid van een bedelaar aangenomen. Heel hartelijk dank.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 18:09, 1 October 2020



Lecture on BG 2.6 -- London, August 6, 1973

Dus al deze materialistische mensen, ze zijn zo dom, dwaas, onverlaten, ze vergroten de materiële activiteiten. Ze denken dat ze door deze toenemende materiële activiteiten gelukkig zullen worden. Nee, dat is niet mogelijk. Durāśayā ye ... En hun leiders ... Andhā yathāndhair upanīyamānās te 'pīśa-tantryam uru-dāmni baddhāḥ (SB 7.5.31). Ieder van ons is heel stevig gebonden met handen en benen, en we denken dat we vrij en onafhankelijk zijn. Door de wetten van de materiële natuur ... Toch denken we dat we onafhankelijk zijn. De wetenschapper probeert God te vermijden, onafhankelijk door de wetenschap. Dat is niet mogelijk. Wij zijn in de greep van de materiële natuur. Materiële natuur betekent de vertegenwoordiger van Kṛṣṇa. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram (BG 9.10). Prakṛteḥ kriyamāṇāni guṇair karmāṇi sarvaśaḥ (BG 3.27). Dus we zijn altijd in dilemma net als Arjuna, wat te doen, wat niet te doen. Maar als we het principe nemen dat; "We moeten voor Kṛṣṇa handelen." Dus neem aanwijzingen van Kṛṣṇa en van Kṛṣṇa's vertegenwoordiger en je volgt ze; dan is er geen karma-bandhanaḥ. Karmāṇi nirdaheti kintu ca bhakti-bhājām (Bs. 5.54). Anders worden we gebonden door de reactie van elke handeling. We kunnen er niet uit. Dus dit dilemma; "Of ik zal vechten of niet zal vechten," dat zal worden uitgelegd; "Ja, je moet vechten voor Kṛṣṇa. Dan is het in orde." Kāmaḥ kṛṣṇa-karmārpane. Net als Hanumān. Hij vocht voor Lord Rāmacandra. Hij vocht niet voor zichzelf. Arjuna is ook net zo, zijn vlag is kapi-dhvaja, versierd met Hanumān. Hij wist dat. Dus Hanumān, een geweldige vechter, vocht met Rāvaṇa, niet voor zijn persoonlijk belang. Het belang was hoe Sītājī uit de handen van Rāvaṇa te halen, de hele familie doden, en weggaan en haar naast Rāmacandra laten zitten. Dit is het beleid van Hanumān, toegewijden. En het Rāvaṇa beleid is; "Haal Sita weg uit de handen van Rāma en geniet ervan." Dit is Rāvaṇa beleid. En het Hanumān beleid is: "Haal Sītā uit de handen van Rāvaṇa en zet haar neer bij Rāma." Dezelfde Sītā. Sītā betekent Lakṣmī. Dus Lakṣmī betekent Nārāyaṇa's eigendom, Gods eigendom.

Dus moeten we het beleid leren dat al deze materialistische mensen, Rāvaṇa's, ze proberen van Gods eigendom te genieten. Dus op een of andere manier ... Natuurlijk kunnen we niet vechten met de Rāvaṇa-klas mensen. We zijn niet zo sterk. Daarom hebben we het beleid van een bedelaar aangenomen: "Meneer, u bent zo'n aardige man. Alstublieft geef ons iets. Omdat je je leven verspilt door het toe-eigenen van Gods eigendom, je gaat naar de hel. Dus op een of andere manier, als je lid wordt, dan zal je gered worden." Dat is ons beleid. Wij zijn geen bedelaar. Maar het is een beleid. We zijn niet sterk genoeg om te vechten met de Rāvaṇa's; anders zouden we al het geld hebben genomen door te vechten. Maar dat is niet mogelijk. We zijn niet zo sterk. Daarom hebben we het beleid van een bedelaar aangenomen. Heel hartelijk dank.