NL/Prabhupada 0297 - Iemand die nieuwsgierig is om de Absolute Waarheid te kennen heeft een spiritueel leraar nodig: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0297 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Seattle]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Seattle]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0296 - Ondanks dat Heer Jezus Christus gekruisigd werd veranderde hij nooit zijn mening|0296|NL/Prabhupada 0298 - Als je het verlangen hebt om Krishna te dienen, dat is het werkelijke voordeel|0298}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|Z0Ys_hWipMU|Wilt u de absolute waarheid begrijpen, dan hebt u een spirituele meester nodig<br />- Prabhupāda 0297}}
{{youtube_right|JTvHqfyFf80|Iemand die nieuwsgierig is om de Absolute Waarheid te kennen heeft een spiritueel leraar nodig<br />- Prabhupāda 0297}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/681004LE.SEA_clip6.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/681004LE.SEA_clip6.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
In ons proces, ādau gurvāśrayaṁ sad-dharma pṛcchāt. Men moet een bonafide spirituele leraar accepteren en men moet onderzoeken met behulp van hem, sad-dharma pṛcchāt. Ook in de Śrīmad-Bhāgavatam wordt gezegd dat jijñāsuḥ śreya uttamam. "Iemand die nieuwsgierig is om de Absolute Waarheid te kennen heeft nood aan een spirituele meester." Tasmād guruṁ prapadyeta jijñāsuḥ śreya uttamam ([[Vanisource:SB 11.3.21|SB 11.3.21]]). Jijñāsuḥ betekent nieuwsgierig, wie onderzoekt. Onderzoeken is natuurlijk. Net als een kind: in de ontwikkeling van zijn leven onderzoekt ​​hij met behulp van zijn ouders, "Vader, wat is het? Moeder, wat is het? Wat is het? Wat is het?" Dit is goed. Een jongen, een kind die onderzoekt, dat betekent dat hij een zeer intelligent jongen is. Dus we moeten intelligent zijn en onderzoeken, jijñāsā. Brahma-jijñāsā. Dit leven is voor brahma-jijñāsā, om te begrijpen, om God te onderzoeken. Dan is een leven succesvol. Athāto brahma jijñāsā. En na onderzoeken, onderzoeken, onderzoeken, begrijpen, begrijpen, begrijpen, wat is dan het ultieme stadium? Dat staat in de Bhagavad Gita: bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate ([[Vanisource:BG 7.19|BG 7.19]]). Na vele, vele levens van onderzoek, wanneer men werkelijk een wijs man wordt, een man van kennis, wat gebeurt er dan? Bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate: "Hij geeft zich over aan Mij," zegt Kṛṣṇa. Waarom? Vāsudevaḥ sarvam iti. Hij begrijpt dat Vasudeva, Kṛṣṇa, de oorzaak is van alle oorzaken. Sa mahātmā su-durlabhaḥ. Maar een dergelijke grote persoon is zeer zeldzaam, om te kunnen begrijpen. Daarom zegt de Caitanya-caritāmṛta, sei bado catura: hij is zeer intelligent.  
In ons proces, ādau gurvāśrayaṁ sad-dharma pṛcchāt. Men moet een bonafide spiritueel leraar accepteren en men moet hem vragen stellen, sad-dharma pṛcchāt. Vergelijkbaar, in het Śrīmad-Bhāgavatam staat ook; jijñāsuḥ śreya uttamam. "Iemand die nieuwsgierig is om de Absolute Waarheid te kennen heeft een spiritueel leraar nodig." Tasmād guruṁ prapadyeta jijñāsuḥ śreya uttamam ([[Vanisource:SB 11.3.21|SB 11.3.21]]). Jijñāsuḥ betekent nieuwsgierig, iemand die onderzoekt. Onderzoeken is natuurlijk. Net als een kind; in de ontwikkeling van zijn leven vraagt ​​hij aan zijn ouders: "Vader, wat is dit? Moeder, wat is dat? Wat is het? Wat is het?" Dit is goed. Een kind dat navraagt, dat betekent dat hij heel intelligent is.  


Dus dit zijn de definities van intelligente personen. Dus als we intelligent willen zijn, kunnen we het proces implementeren om intelligenter te worden. Maar aan de andere kant, als we werkelijk intelligent zijn, waarom niet dit Kṛṣṇa-bewustzijn onmiddellijk opnemen en intelligent worden? Zonder, zonder door het hele proces, u neemt het... Het wordt u aangeboden door de meest royale incarnatie, Heer Caitanya. Hij biedt u, kṛṣṇa-prema-pradāya te ([[Vanisource:CC Madhya 19.53|CC Madhya 19.53]]). Hij geeft u liefde voor Kṛṣṇa. Rūpa Gosvāmī bood zijn eerbetuigingen aan Heer Caitanya, namo mahā-vadānyāya kṛṣṇa-prema-pradāya te: "O, mijn lieve Heer Caitanya, U bent de meest liefdadige, grootmoedige van alle incarnaties. Waarom? Omdat u rechtstreeks liefde geeft voor Kṛṣṇa. De liefde voor Kṛṣṇa, die zelf niet kan worden bereikt na vele, vele levens, U levert het meteen, 'Neem het meteen.' Namo mahā-vadānyāya kṛṣṇa-prema-pradāya te kṛṣṇāya kṛṣṇa-caitanya. Men kon begrijpen dat "U bent Kṛṣṇa"; anders was het niet mogelijk voor iedereen om Kṛṣṇa-prema, liefde voor Kṛṣṇa aan te bieden, zo goedkoop. "U bent Kṛṣṇa, U hebt die macht." En eigenlijk is hij zo. Kṛṣṇa faalde om Kṛṣṇa-prema, liefde voor Kṛṣṇa te geven, toen Hij persoonlijk kwam en de Bhagavad-gītā onderwees. Hij zei simpelweg, sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja ([[Vanisource:BG 18.66|BG 18.66]]). Maar de mensen begrepen Hem niet. Daarom kwam Kṛṣṇa als een toegewijde en bood Kṛṣṇa-prema aan, aan iedereen. Dus ons verzoek aan iedereen is dat je dit Kṛṣṇa-bewustzijn opneemt, en je zal voelen dat "ik wil niets meer, niets meer. Ik ben tevreden, helemaal tevreden. "Dank u zeer.  
Dus we moeten intelligent zijn en navragen, jijñāsā. Brahma-jijñāsā. Dit leven is voor brahma-jijñāsā, om te begrijpen, om te vragen naar God. Dan is een leven succesvol. Athāto brahma jijñāsā. En na vragen, vragen, vragen, begrijpen, begrijpen, begrijpen, wat is dan het hoogste stadium? Dat staat in de Bhagavad-gītā: bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate ([[NL/BG 7.19|BG 7.19]]). Na vele, vele levens van onderzoek, wanneer men werkelijk een wijs man wordt, een man van kennis, wat gebeurt er dan? Bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate: "Hij geeft zich over aan Mij," zegt Kṛṣṇa. Waarom? Vāsudevaḥ sarvam iti. Hij begrijpt dat Vasudeva, Kṛṣṇa, de oorzaak is van alle oorzaken. Sa mahātmā su-durlabhaḥ. Maar zo'n grote ziel die het kan begrijpen is heel zeldzaam. Daarom zegt de Caitanya-caritāmṛta: sei bado catura: hij is heel intelligent. Dus dit is de definitie van een intelligent persoon.


Je vous remercie beaucoup.
Dus als we intelligent willen zijn kunnen we het proces oppakken om intelligent te worden. Maar aan de andere kant, als we werkelijk intelligent zijn, waarom niet dit Kṛṣṇa-bewustzijn onmiddellijk opnemen en intelligent worden? Zonder het proces te nemen ... Het wordt je aangeboden door de meest grootmoedige incarnatie, Heer Caitanya. Hij biedt je 'kṛṣṇa-prema-pradāya te' ([[Vanisource:CC Madhya 19.53|CC Madhya 19.53]]). Hij geeft je liefde voor Kṛṣṇa. Rūpa Gosvāmī bood zijn eerbetuigingen aan Heer Caitanya; namo mahā-vadānyāya kṛṣṇa-prema-pradāya te: "O, mijn beste Heer Caitanya, U bent de meest liefdadige, grootmoedige van alle incarnaties. Waarom? Omdat U rechtstreeks liefde voor Kṛṣṇa geeft. De liefde voor Kṛṣṇa, die niet kan worden bereikt na vele, vele levens, U levert het goedkoop; 'Neem het meteen.' Namo mahā-vadānyāya kṛṣṇa-prema-pradāya te kṛṣṇāya kṛṣṇa-caitanya. Ze konden begrijpen dat: "U bent Kṛṣṇa". Anders was het voor niemand mogelijk om Kṛṣṇa-prema, liefde voor Kṛṣṇa, zo goedkoop aan te bieden. "U bent Kṛṣṇa, U heeft die macht." En Hij is werkelijk zo.
 
Kṛṣṇa faalde om Kṛṣṇa-prema, liefde voor Kṛṣṇa, te geven toen Hij persoonlijk kwam en de Bhagavad-gītā onderwees. Hij zei alleen: sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja ([[NL/BG 18.66|BG 18.66]]). Maar de mensen begrepen Hem niet. Daarom kwam Kṛṣṇa als een toegewijde en bood Kṛṣṇa-prema aan iedereen aan. Dus ons verzoek aan iedereen is dat je deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging neemt, en je zal voelen dat: "Ik wil niets meer, niets meer. Ik ben tevreden, helemaal tevreden." Dank jullie wel.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 22:40, 1 October 2020



Lecture -- Seattle, October 4, 1968

In ons proces, ādau gurvāśrayaṁ sad-dharma pṛcchāt. Men moet een bonafide spiritueel leraar accepteren en men moet hem vragen stellen, sad-dharma pṛcchāt. Vergelijkbaar, in het Śrīmad-Bhāgavatam staat ook; jijñāsuḥ śreya uttamam. "Iemand die nieuwsgierig is om de Absolute Waarheid te kennen heeft een spiritueel leraar nodig." Tasmād guruṁ prapadyeta jijñāsuḥ śreya uttamam (SB 11.3.21). Jijñāsuḥ betekent nieuwsgierig, iemand die onderzoekt. Onderzoeken is natuurlijk. Net als een kind; in de ontwikkeling van zijn leven vraagt ​​hij aan zijn ouders: "Vader, wat is dit? Moeder, wat is dat? Wat is het? Wat is het?" Dit is goed. Een kind dat navraagt, dat betekent dat hij heel intelligent is.

Dus we moeten intelligent zijn en navragen, jijñāsā. Brahma-jijñāsā. Dit leven is voor brahma-jijñāsā, om te begrijpen, om te vragen naar God. Dan is een leven succesvol. Athāto brahma jijñāsā. En na vragen, vragen, vragen, begrijpen, begrijpen, begrijpen, wat is dan het hoogste stadium? Dat staat in de Bhagavad-gītā: bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate (BG 7.19). Na vele, vele levens van onderzoek, wanneer men werkelijk een wijs man wordt, een man van kennis, wat gebeurt er dan? Bahūnāṁ janmanām ante jñānavān māṁ prapadyate: "Hij geeft zich over aan Mij," zegt Kṛṣṇa. Waarom? Vāsudevaḥ sarvam iti. Hij begrijpt dat Vasudeva, Kṛṣṇa, de oorzaak is van alle oorzaken. Sa mahātmā su-durlabhaḥ. Maar zo'n grote ziel die het kan begrijpen is heel zeldzaam. Daarom zegt de Caitanya-caritāmṛta: sei bado catura: hij is heel intelligent. Dus dit is de definitie van een intelligent persoon.

Dus als we intelligent willen zijn kunnen we het proces oppakken om intelligent te worden. Maar aan de andere kant, als we werkelijk intelligent zijn, waarom niet dit Kṛṣṇa-bewustzijn onmiddellijk opnemen en intelligent worden? Zonder het proces te nemen ... Het wordt je aangeboden door de meest grootmoedige incarnatie, Heer Caitanya. Hij biedt je 'kṛṣṇa-prema-pradāya te' (CC Madhya 19.53). Hij geeft je liefde voor Kṛṣṇa. Rūpa Gosvāmī bood zijn eerbetuigingen aan Heer Caitanya; namo mahā-vadānyāya kṛṣṇa-prema-pradāya te: "O, mijn beste Heer Caitanya, U bent de meest liefdadige, grootmoedige van alle incarnaties. Waarom? Omdat U rechtstreeks liefde voor Kṛṣṇa geeft. De liefde voor Kṛṣṇa, die niet kan worden bereikt na vele, vele levens, U levert het goedkoop; 'Neem het meteen.' Namo mahā-vadānyāya kṛṣṇa-prema-pradāya te kṛṣṇāya kṛṣṇa-caitanya. Ze konden begrijpen dat: "U bent Kṛṣṇa". Anders was het voor niemand mogelijk om Kṛṣṇa-prema, liefde voor Kṛṣṇa, zo goedkoop aan te bieden. "U bent Kṛṣṇa, U heeft die macht." En Hij is werkelijk zo.

Kṛṣṇa faalde om Kṛṣṇa-prema, liefde voor Kṛṣṇa, te geven toen Hij persoonlijk kwam en de Bhagavad-gītā onderwees. Hij zei alleen: sarva-dharmān parityajya mām ekaṁ śaraṇaṁ vraja (BG 18.66). Maar de mensen begrepen Hem niet. Daarom kwam Kṛṣṇa als een toegewijde en bood Kṛṣṇa-prema aan iedereen aan. Dus ons verzoek aan iedereen is dat je deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging neemt, en je zal voelen dat: "Ik wil niets meer, niets meer. Ik ben tevreden, helemaal tevreden." Dank jullie wel.