NL/Prabhupada 0313 - Alle eer gaat naar Krishna: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0313 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,15}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0312 - De mens is een rationeel dier|0312|NL/Prabhupada 0314 - Niet zo veel aandacht voor het lichaam, maar volle aandacht voor de ziel|0314}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|0IQjRC_1AzE|Alle krediet gaat naar Krishna <br/>- Prabhupāda 0313 }}
{{youtube_right|L7kcv2d6PVw|Alle eer gaat naar Krishna <br/>- Prabhupāda 0313 }}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/750117SB.BOM_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/750117SB.BOM_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
De zaak van een toegewijde is om te verheerlijken. Hij neemt geen enkel krediet voor zichzelf. Eigenlijk is er geen krediet om te nemen. Alle krediet gaat naar Kṛṣṇa. Een toegewijde claimt niet noch is het mogelijk Ook kan hij een hele, hele grote toegewijde zijn, hij zal nooit enige eer eisen voor zijn roemrijke activiteiten. Zijn roemrijke activiteiten betekent Kṛṣṇa glorieus maken. Dat zijn zijn glorieuze daden, niet dat net als de zogenaamde materialist, hij neemt, wil het krediet nemen. Nee. Sva-karmaṇā tam abhyarcya siddhiṁ vindati mānavaḥ ([[Vanisource:BG 18.46|BG 18.46]]). Sva-karmaṇā. Je kunt betrokken zijn bij elk patroon van het werk, elke afdeling van het werk. Maar door middel van je werk grondvest je het bestaan ​​van God, Kṛṣṇa, en wat er ook wordt gedaan, het wordt gedaan onder de deskundige leiding van Kṛṣṇa. De zon gaat precies op in de tijd, en gaat precies onder in de tijd. En de temperatuur volgens de verschillende seizoenen, de beweging, uttarāyaṇa, dakṣiṇāyana - alles is zo vakkundig beheerd onder het bevel van de Allerhoogste. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ ([[Vanisource:BG 9.10|BG 9.10]]). Denk niet dat de zon zo mooi automatisch werkt. Niet automatisch. De meester is er, Kṛṣṇa. Yasyājñayā bhramati sambhṛta-kāla-cakraḥ. De zon is zo'n krachtige stof in dit universum. Er zijn vele miljoenen zonnen. Dit is slechts een zon - maar het voert de opdracht van Kṛṣṇa uit. Yac-cakṣur eṣa savitā sakala-grahāṇāṁ rājā samasta-sura-mūrtir aśeṣa-tejāḥ. Aśeṣa-tejāḥ, onbeperkt licht, onbeperkt vuur, onbeperkte hitte. Aśeṣa. Aśeṣa-tejāḥ. Er is geen vergelijking met de warmte van de zon. Er is geen vergelijking in dit universum. Onbeperkt. Voor miljoenen en miljoenen jaren, het is van de zon, het licht en de warmte komen eruit, maar er is geen vermindering. Het is hetzelfde als het miljoenen jaren geleden was, en na het geven van licht en warmte voor miljoenen jaren aan jou, is er dezelfde hoeveelheid licht en warmte nog steeds.  
De taak van een toegewijde is om te verheerlijken. Hij neemt geen enkele eer voor zichzelf. Eigenlijk is er niets om eer voor te nemen. Alle eer gaat naar Kṛṣṇa. Een toegewijde eist niet, noch is het mogelijk. Ook al is hij een hele grote toegewijde, hij zal nooit enige eer eisen voor zijn roemrijke activiteiten. Zijn roemrijke activiteiten betekent Kṛṣṇa glorieus maken. Dat zijn zijn glorieuze daden, niet zoals de zogenaamde materialist die de eer wil nemen. Nee.  


Dus als het mogelijk is voor een materieel ding, dat na het geven van onbeperkt warmte en licht hetzelfde blijft, Op dezelfde manier de Allerhoogste Heer, door de uitbreiding van Zijn vermogen, door Zijn energie, blijft hij hetzelfde. Hij doet niets af. Pūrṇasya purnam Adaya purnam eva avaśiṣyate (iso Invocation). Dus als we zelfs een materieel object kunnen zien, dat de warmte die afkomstig was voor vele miljoenen en miljoenen - het blijft dezelfde hitte, handhaaft dezelfde warmte, hetzelfde licht, waarom is het niet mogelijk voor de Allerhoogste? Daarom informeert de Īśopaniṣad ons dat pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam eva avaśiṣyate. Als je de hele energie van Kṛṣṇa neemt van Kṛṣṇa, dan nog, de hele energie is er. Maar je zult verrast zijn tegenwoordig. Moderne Goden - Er zijn zo veel "Moderne Goden"; Ik wil ze niet noemen. Maar een moderne God, hij gaf zijn macht aan zijn leerling, en, toen hij bij bewustzijn kwam, toen huilde hij. De leerling vroeg aan de goeroe, "Waarom huilt u, meneer?" "Nu ben ik klaar met alles. Ik heb je alles gegeven. Ik heb je alles gegeven; daarom ben ik nu klaar." Dat is niet geestelijk. Dat is materieel. Ik heb honderd roepies. Als ik je honderd roepies betaal, dan is mijn zak leeg. Maar Kṛṣṇa is niet zo. Kṛṣṇa kan honderdduizenden en miljoenen Kṛṣṇa's maken; en dan nog, Hij is Kṛṣṇa. Dat is Kṛṣṇa. De potentie is nooit uitgeput. Dat heet pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam eva avaśiṣyate ([[Vanisource:ISO Invocation|Īśo Invocation]]).  
Sva-karmaṇā tam abhyarcya siddhiṁ vindati mānavaḥ ([[NL/BG 18.46|BG 18.46]]). Sva-karmaṇā. Je kan bezig zijn met elk soort werk, elke afdeling van het werk. Maar door middel van je werk toon je het bestaan ​​van God, Kṛṣṇa, aan. En wat er ook wordt gedaan, dat wordt gedaan onder de deskundige leiding van Kṛṣṇa. De zon gaat precies op tijd op en gaat precies op tijd onder. En de temperatuur naar gelang de wisselende seizoenen - uttarāyaṇa, dakṣiṇāyana - alles is zo vakkundig beheerd onder het bevel van de Allerhoogste. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ ([[NL/BG 9.10|BG 9.10]]). Denk niet dat de zon automatisch zo mooi werkt. Niet automatisch. De meester is er, Kṛṣṇa.  


Dus die imitatie God zal ons niet helpen. De echte God. Echte God,
Yasyājñayā bhramati sambhṛta-kāla-cakraḥ. De zon is zo'n krachtige kwaliteit in dit universum. Er zijn vele miljoenen zonnen. Dit is maar één zon, maar die voert de opdracht van Kṛṣṇa uit. Yac-cakṣur eṣa savitā sakala-grahāṇāṁ rājā samasta-sura-mūrtir aśeṣa-tejāḥ. Aśeṣa-tejāḥ, onbeperkt licht, onbeperkt vuur, onbeperkte hitte. Aśeṣa-tejāḥ. Er is geen vergelijking met het licht en de warmte van de zon. Er is geen vergelijking in dit universum. Onbeperkt. Sinds vele miljoenen jaren komt er licht en warmte van de zon, maar er is geen vermindering. Het is hetzelfde als het miljoenen jaren geleden was. En na jullie licht en warmte voor miljoenen jaren te geven is dezelfde hoeveelheid licht en warmte nog steeds daar. Dus als het mogelijk is voor een materieel ding om na het geven van onbeperkte warmte en licht hetzelfde te blijven, dan vergelijkbaar, de Allerhoogste Heer, door de uitspreiding van Zijn vermogen, van Zijn energie, Hij blijft hetzelfde. Hij wordt niets minder.
 
Pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam eva avaśiṣyate ([[Vanisource:ISO Invocation|Īśo Invocation]]). Dus als we zelfs bij een materieel object kunnen zien dat de warmte, die verspreid wordt voor vele miljoenen jaren, dezelfde hitte blijft, hetzelfde licht blijft, waarom is het niet mogelijk voor de Allerhoogste? Daarom vertelt de Īśopaniṣad ons dat: pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam eva avaśiṣyate. Als je Kṛṣṇa's hele energie wegneemt van Kṛṣṇa, dan nog is de hele energie er. Maar je zal verrast zijn, tegenwoordige moderne Goden. Er zijn zo veel "Moderne Goden". Ik wil ze niet noemen. Maar één moderne God gaf zijn macht aan zijn leerling, en toen hij bij bewustzijn kwam huilde hij. De leerling vroeg aan de guru: "Waarom huilt u, meneer?" "Nu heb ik alles opgemaakt. Ik heb je alles gegeven. Ik heb je alles gegeven, daarom ben ik nu op." Dat is niet spiritueel. Dat is materieel. Ik heb honderd roepies. Als ik je honderd roepies betaal dan is mijn zak leeg. Maar Kṛṣṇa is niet zo. Kṛṣṇa kan honderdduizenden en miljoenen Kṛṣṇa's maken; en dan nog, Hij is Kṛṣṇa. Dat is Kṛṣṇa. Het vermogen is nooit uitgeput. Dat heet: pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam eva avaśiṣyate ([[Vanisource:ISO Invocation|Īśo Invocation]]).
 
Dus deze imitatie God zal ons niet helpen. De echte God;


:īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇaḥ
:īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇaḥ
Line 39: Line 46:
:(Bs. 5.1)
:(Bs. 5.1)


Sarva-kāraṇa-kāraṇam Hij put nooit uit. Hij is nooit uitgeput. Er wordt gezegd dat,
Sarva-kāraṇa-kāraṇam, Hij is nooit uitgeput. Er wordt gezegd dat:


:yasyaika-niśvasita-kālam athāvalambya
:yasyaika-niśvasita-kālam athāvalambya
Line 47: Line 54:
:(Bs. 5.48)
:(Bs. 5.48)


De miljoenen universa komen eruit binnen Zijn ademhalings periode, en weer worden ze vernietigd wanneer de ademhaling binnen wordt genomen. Op deze wijze komen de universa eruit. Jagad-aṇḍa-nāthāḥ. Jagad-aṇḍa-nāthāḥ. Jagad-aṇḍa betekent het universum, en nātha, de Heer van het universum, betekent Heer Brahmā. Dus hij heeft een looptijd van leven gekregen. En wat is die duur van het leven? De ademhaling periode van Mahā-Viṣṇu.
De miljoenen universa komen eruit in één van Zijn uitademing, en ze worden weer vernietigd bij de inademing. Op deze manier komen de universa eruit. Jagad-aṇḍa-nāthāḥ. Jagad-aṇḍa betekent het universum, en nātha, de Heer van het universum, betekent Heer Brahmā. Dus hij heeft een levensduur. En wat is die levensduur? De ademhalingsperiode van Mahā-Viṣṇu.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 18:09, 1 October 2020



Lecture on SB 3.26.42 -- Bombay, January 17, 1975

De taak van een toegewijde is om te verheerlijken. Hij neemt geen enkele eer voor zichzelf. Eigenlijk is er niets om eer voor te nemen. Alle eer gaat naar Kṛṣṇa. Een toegewijde eist niet, noch is het mogelijk. Ook al is hij een hele grote toegewijde, hij zal nooit enige eer eisen voor zijn roemrijke activiteiten. Zijn roemrijke activiteiten betekent Kṛṣṇa glorieus maken. Dat zijn zijn glorieuze daden, niet zoals de zogenaamde materialist die de eer wil nemen. Nee.

Sva-karmaṇā tam abhyarcya siddhiṁ vindati mānavaḥ (BG 18.46). Sva-karmaṇā. Je kan bezig zijn met elk soort werk, elke afdeling van het werk. Maar door middel van je werk toon je het bestaan ​​van God, Kṛṣṇa, aan. En wat er ook wordt gedaan, dat wordt gedaan onder de deskundige leiding van Kṛṣṇa. De zon gaat precies op tijd op en gaat precies op tijd onder. En de temperatuur naar gelang de wisselende seizoenen - uttarāyaṇa, dakṣiṇāyana - alles is zo vakkundig beheerd onder het bevel van de Allerhoogste. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ (BG 9.10). Denk niet dat de zon automatisch zo mooi werkt. Niet automatisch. De meester is er, Kṛṣṇa.

Yasyājñayā bhramati sambhṛta-kāla-cakraḥ. De zon is zo'n krachtige kwaliteit in dit universum. Er zijn vele miljoenen zonnen. Dit is maar één zon, maar die voert de opdracht van Kṛṣṇa uit. Yac-cakṣur eṣa savitā sakala-grahāṇāṁ rājā samasta-sura-mūrtir aśeṣa-tejāḥ. Aśeṣa-tejāḥ, onbeperkt licht, onbeperkt vuur, onbeperkte hitte. Aśeṣa-tejāḥ. Er is geen vergelijking met het licht en de warmte van de zon. Er is geen vergelijking in dit universum. Onbeperkt. Sinds vele miljoenen jaren komt er licht en warmte van de zon, maar er is geen vermindering. Het is hetzelfde als het miljoenen jaren geleden was. En na jullie licht en warmte voor miljoenen jaren te geven is dezelfde hoeveelheid licht en warmte nog steeds daar. Dus als het mogelijk is voor een materieel ding om na het geven van onbeperkte warmte en licht hetzelfde te blijven, dan vergelijkbaar, de Allerhoogste Heer, door de uitspreiding van Zijn vermogen, van Zijn energie, Hij blijft hetzelfde. Hij wordt niets minder.

Pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam eva avaśiṣyate (Īśo Invocation). Dus als we zelfs bij een materieel object kunnen zien dat de warmte, die verspreid wordt voor vele miljoenen jaren, dezelfde hitte blijft, hetzelfde licht blijft, waarom is het niet mogelijk voor de Allerhoogste? Daarom vertelt de Īśopaniṣad ons dat: pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam eva avaśiṣyate. Als je Kṛṣṇa's hele energie wegneemt van Kṛṣṇa, dan nog is de hele energie er. Maar je zal verrast zijn, tegenwoordige moderne Goden. Er zijn zo veel "Moderne Goden". Ik wil ze niet noemen. Maar één moderne God gaf zijn macht aan zijn leerling, en toen hij bij bewustzijn kwam huilde hij. De leerling vroeg aan de guru: "Waarom huilt u, meneer?" "Nu heb ik alles opgemaakt. Ik heb je alles gegeven. Ik heb je alles gegeven, daarom ben ik nu op." Dat is niet spiritueel. Dat is materieel. Ik heb honderd roepies. Als ik je honderd roepies betaal dan is mijn zak leeg. Maar Kṛṣṇa is niet zo. Kṛṣṇa kan honderdduizenden en miljoenen Kṛṣṇa's maken; en dan nog, Hij is Kṛṣṇa. Dat is Kṛṣṇa. Het vermogen is nooit uitgeput. Dat heet: pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam eva avaśiṣyate (Īśo Invocation).

Dus deze imitatie God zal ons niet helpen. De echte God;

īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇaḥ
sac-cid-ānanda-vigrahaḥ
anādir ādir govindaḥ
sarva-kāraṇa-kāraṇam
(Bs. 5.1)

Sarva-kāraṇa-kāraṇam, Hij is nooit uitgeput. Er wordt gezegd dat:

yasyaika-niśvasita-kālam athāvalambya
jīvanti loma-vilajā jagad-aṇḍa-nāthāḥ
viṣṇur mahān sa iha yasya kalā-viśeṣo
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
(Bs. 5.48)

De miljoenen universa komen eruit in één van Zijn uitademing, en ze worden weer vernietigd bij de inademing. Op deze manier komen de universa eruit. Jagad-aṇḍa-nāthāḥ. Jagad-aṇḍa betekent het universum, en nātha, de Heer van het universum, betekent Heer Brahmā. Dus hij heeft een levensduur. En wat is die levensduur? De ademhalingsperiode van Mahā-Viṣṇu.