NL/Prabhupada 0329 - Dood een koe of dood een stuk groente, de zondige reactie is daar: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0329 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Con...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in Australia]]
[[Category:NL-Quotes - in Australia]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0328 - Dus deze Kṛṣṇa-bewustzijns beweging is allesomvattend|0328|NL/Prabhupada 0330 - Iedereen moet individueel voor zichzelf zorgen|0330}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|JSK5JiBPE6g|Dood een koe of dood een stuk groente, de zondige reactie is daar<br />- Prabhupāda 0329}}
{{youtube_right|dXpmo-tKczY|Dood een koe of dood een stuk groente, de zondige reactie is daar<br />- Prabhupāda 0329}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/760423RC.MEL_clip.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/760423RC.MEL_clip.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Mijnheer Dixon: De kritiek op het eten van vlees, doet die voortvloeien uit het feit dat dieren hun leven, die worden toegekend...  
Mijnheer Dixon: De beperking op het vlees eten, komt dat van het feit dat de dieren hun leven hebben die worden toegekend ...


Prabhupāda: Groenten hebben leven.  
Prabhupāda: Groenten hebben leven.  


Mijnheer Dixon: Ja. Wat ik vraag is dat omdat de dieren een hogere prioriteit in het leven hebben dan groenten?  
Mijnheer Dixon: Ja. Wat ik vraag; is het omdat de dieren een hogere prioriteit in het leven hebben dan groenten?  


Prabhupāda: Geen kwestie van prioriteit. Onze filosofie is dat we de dienaar van God zijn. En God zal eten, en wat voor resten van levensmiddelen Hij ook zal laten staan, dat zullen we nemen. Dus in de Bhagavad-gītā... Je zoekt dit vers. Patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati ([[Vanisource:BG 9.26|BG 9.26]]). Net zoals je hier bent gekomen. Dus als ik u iets eetbaars wil aanbieden, is het mijn plicht om u te vragen, "Mijnheer Nixon, welk voedsel wilt u eten?" Dus u dicteert: "Ik vind dit heel erg lekker." Dan, als ik u dit voedsel aanbiedt, dan word u blij. Dus we hebben Kṛṣṇa in deze tempel geroepen, dus we wachten, wat voor voedsel Hij wil eten? Dus Hij zei dat...  
Prabhupāda: Geen kwestie van prioriteit. Onze filosofie is dat we de dienaar van God zijn. Dus God zal eten, en wat Hij van het eten overlaat, dat zullen wij nemen. Dus in de Bhagavad-gītā ... Zoek dit vers. ''Patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati'' ([[NL/BG 9.26|BG 9.26]]). Net zoals je hier bent gekomen. Dus als ik je iets te eten wil aanbieden dan is het mijn plicht om je te vragen: "Mijnheer Dixon, wat wil je eten?" Dus je vertelt: "Ik vind dit heel erg lekker." Dan, als ik je dat eten aanbiedt, dan wordt je blij. Dus we hebben Kṛṣṇa in deze tempel gevraagd, dus we wachten, wat wil Hij eten? Dus Hij zei dat ...  


Guru-kṛpā: "Als iemand mij met liefde en toewijding een blad, een bloem, fruit of water aanbiedt, ik zal het accepteren."  
Guru-kṛpā: "Als iemand Mij met liefde en toewijding een blad, een bloem, fruit of water aanbiedt zal Ik het accepteren."  


Prabhupāda: Patraṁ puṣpaṁ phalam. Hij vraagt ​​een heel simpel ding wat iedereen kan aanbieden. Net als een klein blad, patram, een klein bloempje, puṣpam, een beetje fruit, een beetje vloeistof, water of melk. Dus bieden wij dat aan. Wij maken verschillende variaties met deze ingrediënten, patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyam ([[Vanisource:BG 9.26|BG 9.26]]), en nadat Kṛṣṇa heeft gegeten, nemen we het. We zijn dienaar; we nemen de restanten van voedsel achtergelaten door Kṛṣṇa. We zijn geen vegetariër noch nonvegetariër. We zijn prasādian. Het maakt ons niet uit, groente of geen groente, want of je een koe doodt of een groente doodt, de zondige daad is er. En volgens de wet van de natuur, er wordt gezegd dat de dieren, die geen handen hebben, dat is het voedsel voor de dieren met de handen. We zijn ook dieren met handen. Wij menselijke wezens, we zijn ook dieren met handen, en zij zijn dieren - geen hand, maar vier poten. En er zijn dieren die geen poot hebben, dat is groente. Apadāni catuṣ-padām. Deze dieren, die geen poten hebben, zij zijn voedsel voor dieren met vier poten. Net als de koe gras eet, de geit eet gras. Dus het eten van groente, er is geen krediet. Dan zijn de geiten en de koeien meer krediet, hebben meer krediet, omdat ze niets aanraken, behalve groente. Dus we zijn niet aan het prediken om geiten en koeien te worden. Nee, we prediken dat je een dienaar van Kṛṣṇa wordt. Dus wat Kṛṣṇa eet, eten wij. Als Kṛṣṇa zegt dat "Geef me vlees, geef me eieren," dus zullen we Kṛṣṇa vlees en eieren aanbieden en wij zullen het nemen. Dus denk niet dat we op zoek zijn naar vegetarisch, nonvegetarisch. Nee. Dat is niet onze filosofie. Want of je neemt groente of je neemt vlees, je bent aan het doden. En je moet doden, want anders kun je niet leven. Dat is een natuurlijke manier.  
Prabhupāda: ''Patraṁ puṣpaṁ phalam''. Hij vraagt ​​heel eenvoudige dingen die iedereen kan aanbieden. Net als een klein blad, ''patram'', een kleine bloem, ''puṣpam'', een beetje fruit, een beetje vloeistof, water of melk. Dus bieden wij dat aan. We maken verschillende preparaties met deze ingrediënten, ''patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyam'' ([[NL/BG 9.26|BG 9.26]]), en nadat Kṛṣṇa heeft gegeten nemen wij het. We zijn de dienaar; we nemen de restanten van het voedsel dat Kṛṣṇa achterlaat. We zijn geen vegetariër noch non-vegetariër. We zijn prasādian. Het maakt ons niet uit, groente of geen groente, want of je een koe doodt of een groente doodt, de zondige daad is er.  
 
En volgens de wet van de natuur, er wordt gezegd dat de dieren die geen handen hebben voedsel zijn voor de dieren met handen. We zijn ook dieren met handen. Wij menselijke wezens, wij zijn ook dieren met handen, en zij zijn dieren - geen handen maar vier poten. En er zijn dieren die geen poten hebben, dat is groente. ''Apadāni catuṣ-padām''. Deze dieren die geen poten hebben zijn voedsel voor dieren met vier poten. Net zoals de koe gras eet, de geit eet gras. Dus groente eten, er is geen voordeel. Dan hebben de geiten en de koeien meer voordeel, want ze nemen niets behalve groente.  
 
Dus we zijn niet aan het prediken om geiten en koeien te worden. Nee, we prediken dat je een dienaar van Kṛṣṇa wordt. Dus wat Kṛṣṇa eet, dat eten wij. Als Kṛṣṇa zegt: "Geef me vlees, geef me eieren," dan zullen we Kṛṣṇa vlees en eieren aanbieden en wij zullen het nemen. Dus denk niet dat ons doel is vegetarisch of non-vegetarisch. Nee. Dat is niet onze filosofie. Want of je groente of vlees neemt, je bent aan het doden. En je moet doden, want anders kan je niet leven. Dat is de natuurlijke manier.


Mijnheer Dixon: Ja.  
Mijnheer Dixon: Ja.  


Prabhupāda: Dus we zijn niet voor die manier.  
Prabhupāda: Dus we zijn niet voor die manier.


Mijnheer Dixon: Nou, waarom zet je de kritiek op...  
Mijnheer Dixon: Nou, waarom beperkt u ...  


Prabhupāda: Kritiek op die manier, geen vlees eten, omdat de bescherming van de koe vereist is. Wij hebben melk nodig. En in plaats van het nemen van melk, als we de koeien eten, waar is dan de melk?  
Prabhupāda: Beperking op deze manier; geen vlees eten, omdat koeienbescherming nodig is. Wij hebben melk nodig. En in plaats van de melk te nemen, als we de koeien eten, waar is dan de melk?  


Mijnheer Dixon: Dus melk is erg belangrijk.  
Mijnheer Dixon: Dus melk is erg belangrijk.


Prabhupāda: Zeer, zeer belangrijk.  
Prabhupāda: Heel erg belangrijk.  


Mijnheer Dixon: Op het gebied van de productie van voedsel voor de wereld, zou de wereld veel beter af zijn zonder het eten van dieren.  
Mijnheer Dixon: In termen van voedselproductie voor de wereld, de wereld zou beter af zijn zonder dieren te eten.  


Prabhupāda: Nee, melk is nodig. Sommige vette vitaminevolle voedsel is nodig. Die noodzaak wordt geleverd door melk. Dus specifiek...  
Prabhupāda: Nee, melk is nodig. Een beetje vet vitaminerijk voedsel is nodig. Die behoefte wordt vervuld door melk.  


Mijnheer Dixon: Kon u niet al de noodzaak die u nodig heeft uit granen krijgen?  
Mijnheer Dixon: Kan u niet alle benodigdheden uit granen halen?  


Prabhupāda: Granen, nee. Granen, ze zijn zetmeel. Volgens de medische wetenschap, hebben we vier verschillende groepen nodig: zetmeel, koolhydraten, eiwitten en vetten. Dat is vol voedsel. Dus je kunt al deze dingen krijgen door het eten van rijst, dahl - peulvruchten, en tarwe. Deze dingen bevatten.... Peulvruchten en tarwe bevatten eiwitten. En melk bevat ook eiwit. Dus eiwit hebben we nodig. Vet krijgen we van melk. Vet is vereist. En groenten, koolhydraten; en voedsel graan, zetmeel. Dus als je lekkere levensmiddelen bereidt met al deze ingrediënten, krijg je vol. En biedt het aan Kṛṣṇa aan, dan is het gezuiverd. Dan ben je vrij van alle zondige activiteiten. Anders, zelfs als je groente doodt, ben je zondig, omdat het leven heeft. Je hebt geen recht om een ​​ander leven te doden. Maar je moet leven op het leven. Dit is je positie. Daarom is de oplossing dat je prasādam neemt. Als er zonde is door het eten van groente of vlees gaat het naar de eter. We nemen de resten, dat is alles.
Prabhupāda: Granen, nee. Granen zijn zetmeel. Volgens de medische wetenschap hebben we vier groepen nodig: zetmeel, koolhydraten, eiwitten en vetten. Dat is volledig voedsel. Dus je kan al deze dingen krijgen door het eten van rijst en dahl - peulvruchten en tarwe. Peulvruchten en tarwe bevatten eiwitten. En melk bevat ook eiwit. Dus eiwit hebben we nodig. Vet krijgen we van melk. Vet is nodig. En groenten, koolhydraten en graan, zetmeel. Dus als je lekker eten maakt met al deze ingrediënten wordt je vol. En biedt het aan Kṛṣṇa aan, dan is het gezuiverd. Dan ben je vrij van alle zondige activiteiten. Anders, zelfs als je groente doodt ben je zondig omdat het leven heeft. Je hebt geen recht om een ​​ander leven te doden. Maar je moet leven op het leven. Dit is je positie. Daarom is de oplossing dat je ''prasādam'' neemt. Als er zonde is bij het eten van groente of vlees gaat het naar de eter. Wij nemen de overblijfselen, dat is alles.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 02:35, 12 July 2019



Room Conversation -- April 23, 1976, Melbourne

Mijnheer Dixon: De beperking op het vlees eten, komt dat van het feit dat de dieren hun leven hebben die worden toegekend ...

Prabhupāda: Groenten hebben leven.

Mijnheer Dixon: Ja. Wat ik vraag; is het omdat de dieren een hogere prioriteit in het leven hebben dan groenten?

Prabhupāda: Geen kwestie van prioriteit. Onze filosofie is dat we de dienaar van God zijn. Dus God zal eten, en wat Hij van het eten overlaat, dat zullen wij nemen. Dus in de Bhagavad-gītā ... Zoek dit vers. Patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati (BG 9.26). Net zoals je hier bent gekomen. Dus als ik je iets te eten wil aanbieden dan is het mijn plicht om je te vragen: "Mijnheer Dixon, wat wil je eten?" Dus je vertelt: "Ik vind dit heel erg lekker." Dan, als ik je dat eten aanbiedt, dan wordt je blij. Dus we hebben Kṛṣṇa in deze tempel gevraagd, dus we wachten, wat wil Hij eten? Dus Hij zei dat ...

Guru-kṛpā: "Als iemand Mij met liefde en toewijding een blad, een bloem, fruit of water aanbiedt zal Ik het accepteren."

Prabhupāda: Patraṁ puṣpaṁ phalam. Hij vraagt ​​heel eenvoudige dingen die iedereen kan aanbieden. Net als een klein blad, patram, een kleine bloem, puṣpam, een beetje fruit, een beetje vloeistof, water of melk. Dus bieden wij dat aan. We maken verschillende preparaties met deze ingrediënten, patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyam (BG 9.26), en nadat Kṛṣṇa heeft gegeten nemen wij het. We zijn de dienaar; we nemen de restanten van het voedsel dat Kṛṣṇa achterlaat. We zijn geen vegetariër noch non-vegetariër. We zijn prasādian. Het maakt ons niet uit, groente of geen groente, want of je een koe doodt of een groente doodt, de zondige daad is er.

En volgens de wet van de natuur, er wordt gezegd dat de dieren die geen handen hebben voedsel zijn voor de dieren met handen. We zijn ook dieren met handen. Wij menselijke wezens, wij zijn ook dieren met handen, en zij zijn dieren - geen handen maar vier poten. En er zijn dieren die geen poten hebben, dat is groente. Apadāni catuṣ-padām. Deze dieren die geen poten hebben zijn voedsel voor dieren met vier poten. Net zoals de koe gras eet, de geit eet gras. Dus groente eten, er is geen voordeel. Dan hebben de geiten en de koeien meer voordeel, want ze nemen niets behalve groente.

Dus we zijn niet aan het prediken om geiten en koeien te worden. Nee, we prediken dat je een dienaar van Kṛṣṇa wordt. Dus wat Kṛṣṇa eet, dat eten wij. Als Kṛṣṇa zegt: "Geef me vlees, geef me eieren," dan zullen we Kṛṣṇa vlees en eieren aanbieden en wij zullen het nemen. Dus denk niet dat ons doel is vegetarisch of non-vegetarisch. Nee. Dat is niet onze filosofie. Want of je groente of vlees neemt, je bent aan het doden. En je moet doden, want anders kan je niet leven. Dat is de natuurlijke manier.

Mijnheer Dixon: Ja.

Prabhupāda: Dus we zijn niet voor die manier.

Mijnheer Dixon: Nou, waarom beperkt u ...

Prabhupāda: Beperking op deze manier; geen vlees eten, omdat koeienbescherming nodig is. Wij hebben melk nodig. En in plaats van de melk te nemen, als we de koeien eten, waar is dan de melk?

Mijnheer Dixon: Dus melk is erg belangrijk.

Prabhupāda: Heel erg belangrijk.

Mijnheer Dixon: In termen van voedselproductie voor de wereld, de wereld zou beter af zijn zonder dieren te eten.

Prabhupāda: Nee, melk is nodig. Een beetje vet vitaminerijk voedsel is nodig. Die behoefte wordt vervuld door melk.

Mijnheer Dixon: Kan u niet alle benodigdheden uit granen halen?

Prabhupāda: Granen, nee. Granen zijn zetmeel. Volgens de medische wetenschap hebben we vier groepen nodig: zetmeel, koolhydraten, eiwitten en vetten. Dat is volledig voedsel. Dus je kan al deze dingen krijgen door het eten van rijst en dahl - peulvruchten en tarwe. Peulvruchten en tarwe bevatten eiwitten. En melk bevat ook eiwit. Dus eiwit hebben we nodig. Vet krijgen we van melk. Vet is nodig. En groenten, koolhydraten en graan, zetmeel. Dus als je lekker eten maakt met al deze ingrediënten wordt je vol. En biedt het aan Kṛṣṇa aan, dan is het gezuiverd. Dan ben je vrij van alle zondige activiteiten. Anders, zelfs als je groente doodt ben je zondig omdat het leven heeft. Je hebt geen recht om een ​​ander leven te doden. Maar je moet leven op het leven. Dit is je positie. Daarom is de oplossing dat je prasādam neemt. Als er zonde is bij het eten van groente of vlees gaat het naar de eter. Wij nemen de overblijfselen, dat is alles.