NL/Prabhupada 0403 - Het commentaar bij Vibhavari Sesa deel 2: Difference between revisions

 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 5: Line 5:
[[Category:NL-Quotes - Purports to Songs]]
[[Category:NL-Quotes - Purports to Songs]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0402 - Het commentaar bij Vibhavari Sesa, deel 1|0402|NL/Prabhupada 0404 - Neem dit zwaard van Krishna-bewustzijn, probeer gewoon met vertrouwen te horen|0404}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 13: Line 16:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|a_jxPCRFO5s|Het commentaar op Vibhavari Sesa deel 2<br/>- Prabhupāda 0403}}
{{youtube_right|-CjkY1ZnkC8|Het commentaar bij Vibhavari Sesa deel 2<br/>- Prabhupāda 0403}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>File:C07_02_vibhavari_sesa_purport_clip2.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/purports_and_songs/C07_02_vibhavari_sesa_purport_clip2.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 25: Line 28:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Rāma, toen Hij verscheen als Heer Rāmacandra, Hij doodde  Rāvaṇa, rāvāṇāntakara. Mākhana-taskara en in Vṛndāvana staat Hij bekend als de boter  dief. In Zijn jeugd  tijdverdrijf,  stal Hij boter uit de potten van de gopīs. Dat was Zijn welbehagend  tijdverdrijf, daarom wordt Hij mākhana-taskara, mākhanacora genoemd. Gopī-jana-vastra-hari, en Hij stal  ook  de gewaden  van de gopīs,  terwijl ze een bad namen. Dit is zeer  vertrouwelijk. Eigenlijk wilden de gopīs  Kṛṣṇa. Zij baden  tot  Kātyāyani-devī, godin Kātyāyani, omdat  Hij aantrekkelijk was  voor alle meisjes van zijn leeftijd, dus ze wilden Kṛṣṇa als echtgenoot. Dus,  oppervlakkig,  Kṛṣṇa was  van dezelfde leeftijd, en hoe kon Hij de man zijn van alle gopīs? Maar Hij accepteerde. Omdat de gopīs  de vrouwen van Kṛṣṇa wilden worden, daarom aanvaarde Kṛṣṇa hun voorstel. Om hen  de  genade te tonen,  stal Hij de kleding,  omdat  de man de bedekking  weg  kan  nemen  van de vrouw's  lichamelijke  kledingstuk. Niemand (anders)  kan  het aanraken. Dus dat is het doel, maar de mensen weten het niet. Daarom moet Kṛṣṇa-lila worden gehoord  van  een gerealiseerde ziel, of dit deel moet worden vermeden. Anders zullen we het  verkeerd begrijpen dat Kṛṣṇa de kleding wegnam,  En  Hij was heel  erg gevallenvrouwenjager, als dat. Niet dat. Hij is de Allerhoogste Heer. Hij vervult de wens van iedere toegewijde. Dus Kṛṣṇa had er  niets  mee  te  maken  om  de gopīs  naakt te zien, maar omdat ze Zijn vrouw wilden worden,  dus  Hij  vervulde  hun wens. Een  teken,  "Ja, ik ben je man, ik heb je kledingstuk weggenomen. Nu  neem  je  je kleding mee  en ga naar huis. "Daarom is hij bekend als gopī-jana-vastra-hari . Brajera rākhāla, gopa-vṛnda-pāla, citta-hārī vaṁśī-dhārī. Brajera-rākhāla, de koeherdersjongen in Vṛndāvana en gopa-vṛnda-pāla, Zijn doel was hoe de koeherders mannen  tevreden te stellen, met inbegrip van Zijn vaderoomze hielden  allemaal koeien, om hen te behagen. Dus Hij is gopa-vṛnda-pāla. Citta-hārī vaṁśī-dhārī, en toen  hij  de fluit  speelde,  steelde  Hij  het  hart  van iedereen, citta-hārī. Hij steelde  het hart van iedereen. Yogīndra-vandana, desondanks  het  spelen  van  Kṛṣṇa als een kleine koeherdersjongen in Vṛndāvana, net als de  dorpsjongen grappen  maakt  met  Zijn  vrienden, maar nog  steeds,  Hij is  yogīndra-vandana. Yogīndra betekent grootste yogi, mysticus. Dhyānāvasthita-tad-gatena manasā paśyanti yaṁ yoginaḥ ([[Vanisource:SB 12.13.1|SB 12.13.1]]). De yoginaḥ, de meditatie, wie proberen ze te vinden? Deze Kṛṣṇa. Ze proberen Kṛṣṇa te vinden. Dus tenzij ze op het punt komen om hun geest te concentreren op  Kṛṣṇa,  hun yoga-principeof mystieke kracht,  is  verwarrend.  Yoginām api sarveṣāṁ mad-gata-antara ([[Vanisource:BG 6.47|BG 6.47]]). Yogi,  eersteklas yogimoet altijd Kṛṣṇa  in zijn hart houden. Dat is de perfectie van yoga. Daarom wordt  het genoemd  yogīndra-vandana, śrī-nanda-nandana, braja-jana-bhaya-hārī. Hoewel Hij wordt aanbeden door de grote mystici, woont Hij nog steeds in Vṛndāvana als Zoon  van Nanda Maharaja, en de inwoners van Vṛndāvana,  ze  voelen zich veilig en wel onder  bescherming van Kṛṣṇa. Navīna nīrada, rūpa manohara, mohana-vaṁśī-vihārī. Navīna nīrada, nīrada betekent wolk, Zijn huidskleur is net als een nieuwe wolk. Nieuwe wolk, zwartachtig, rūpa. Toch is Hij zo mooi. In  het algemeen wordt zwart niet  beschouwd  als  zeer  mooi  in deze materiële wereld, maar omdat Zijn lichaam transcendentaal is, zelfs Hij is  zwartachtig, Hij is  universeel aantrekkelijk. Rūpa manohara. Mohana-vaṁśī-vihārī, gewoon  als Hij met Zijn fluit staat, Hij,  ook al is hij zwartachtig, hij  wordt zo  aantrekkelijk voor iedereen. Yaśodā-nandana, kaṁsa-nisūdana, Hij wordt  sterk  gevierd als de Zoon  van Moeder  Yaśodā, Hij is de doder van Kaṁsa,  en  nikuñja-rāsa-vilāsī, en Hij dansterasa dansin de nikuñja,   vaṁśī-vaṭa, nikuñja. Kadamba-kānana, rāsa-parāyaṇa,   er zijn vele  kadamba bomen. Kadamba is een soort bloem die vooral wordt  geteeld  in Vṛndāvana, zeer  geurig  en mooi,  stevige bloem,  rond. Dus Kadamba-kānana, Hij genoot van Zijn rasa dans onder de  boom  van  deze kadamba. Ānanda-vardhana prema-niketana, phula-śara-yojaka kāma. Dus Hij wekte de lustige verlangens van de gopīs  op, en vermeerderde  hun transcendentale gelukzaligheid. Ānanda-vardhana prema-niketana, omdat Hij de bron van alle plezier is. De gopīs  kwamen om  te  genieten,  want  Hij is  de bron van alle plezier. Net zoals we water nemen van een meer waar er water is. Op  dezelfde  manier  als we echt gelukzalig leven willendan zullen  wij  deze  aantrekken  uit het reservoir van alle plezier, Kṛṣṇa. Ānanda-Vardhana, dat plezier zal vermeerderen. Het materiele  plezier zal afnemen. Je kan er  niet lang van  genieten, zal afnemen, maar geestelijk  genoegen, als je het wilt  aantrekken  uit het reservoir van alle plezier, Kṛṣṇa, dan zal het toenemen. Je plezier  zal toenemenen je zult  meer en meer plezier krijgen. En als je je plezier  potentie  vermeerderd,  of het verlangen, het aanbod is  ook onophoudelijk. Er is geen limiet. Phula-śara-yojaka kāma, Hij is de transcendentale Cupido. Cupido met zijn pijl en boog,  hij  verhoogt  de lustige verlangens van de materiële wereld. Op  dezelfde  manier  in de geestelijke  wereld,  Hij  is  de  opperste  Cupido. Hij was de lustige verlangens van de gopīs  aan  het vermeerderen. Ze kwamen daar, en beiden, er was geen vermindering. Ze waren  hun verlangen aan  het  verhogen,  en Kṛṣṇa leverde  het hun, zonder enig  materieel  concept  van  het  leven. Ze waren gewoon aan het dansen, dat is alles. Gopāṅganā-gana, citta-vinodana, samasta-guṇa-gaṇa-dhāma. Hij is vooral aantrekkelijk voor de gopāṅganā. Gopāṅganā betekent de dansers  van vraja-dhama. Gopāṅgaṇa-gaṇa, citta-vinodana, ze waren gewoon  verzonken  in Kṛṣṇa's  gedachten. Ze werden zo veel  aangetrokken doorgehecht aan Kṛṣṇa, ze konden niet  opgeven,  Zijn,  het  bestaan  ​​van  Zijn  vorm in het  hart voor een  moment, citta-vinodana, Hij veroverde het hart van de gopī, citta-vinodana. Samasta-guṇa-gaṇa-dhāma, Hij is het reservoir van alle bovenzinnelijke  kwaliteiten. Yamunā-jīvana, keli-parāyaṇa, mānasa-candra-cakora. Mānasa-candra-cakora, er is een vogel die bekend staat als cakora. Hij kijkt in  de richting  van  de  maneschijn. Ook  was Hij de maan onder de gopīs,  en ze waren  gewoon  op  zoek  naar  Hem. En Hij is het leven van de Yamunā rivieromdat Hij ervan genoot om te springen over  de  rivier  de  Yamunā. Nāma-sudhā-rasa, gāo kṛṣṇa-yaśa, rākho vacana. Dus Bhaktivinoda Ṭhākura vraagt  ​​iedereen"Nu chant  je al deze verschillende namen van de Heeren verlos mij." Rākho vacana mano: "Mijn  lieve  geest,  houd  mijn  woord.  Niet  weigeren, ga door met het zingen of  chanten  van al deze heilige namen van Kṛṣṇa."  
Als Rāma, toen Hij verscheen als Heer Rāmacandra, doodde Hij Rāvaṇa, ''rāvāṇāntakara''.  
 
Mākhana-taskara, en in Vṛndāvana staat Hij bekend als de boterdief. In Zijn spel als kind stal Hij boter uit de potten van de ''gopī's''. Dat was Zijn plezierige spel, daarom wordt Hij ''mākhana-taskara'', ''mākhanacora'' genoemd.  
 
''Gopī-jana-vastra-hari'', en ook stal Hij de kleren van de ''gopī's'' terwijl ze een bad namen. Dit is heel vertrouwelijk. Eigenlijk wilden de ''gopī's'' Kṛṣṇa. Zij baden tot Kātyāyani-''devī'', godin Kātyāyani, want Hij was aantrekkelijk voor alle meisjes van zijn leeftijd, dus ze wilden Kṛṣṇa als echtgenoot. Dus oppervlakkig was Kṛṣṇa van dezelfde leeftijd, en hoe kon Hij de man zijn van alle ''gopī's''? Maar Hij accepteerde het. Omdat de ''gopī's'' de vrouwen van Kṛṣṇa wilden worden, daarom aanvaarde Kṛṣṇa hun voorstel. Om hun genade te geven stal Hij de kleding want de man kan de kleding wegnemen van de vrouw. Niemand anders mag het aanraken. Dus dat is het doel, maar de mensen weten het niet. Daarom moet ''Kṛṣṇa-lila'' gehoord worden van een gerealiseerde ziel, of dit deel moet worden vermeden. Anders zullen we verkeerd begrijpen dat Kṛṣṇa de kleding wegnam en Hij was een erg gevallen vrouwenjager, als dat. Niet dat. Hij is de Allerhoogste Heer. Hij vervult de wens van iedere toegewijde. Dus Kṛṣṇa had geen reden om de ''gopī's'' naakt te zien, maar omdat ze Zijn vrouw wilden worden vervulde Hij hun wens. Het bewijs; "Ja, ik ben je man, ik heb je kledingstuk weggenomen. Neem nu je kleding en ga naar huis." Daarom is hij bekend als ''gopī-jana-vastra-hari''.  
 
''Brajera rākhāla, gopa-vṛnda-pāla, citta-hārī vaṁśī-dhārī''. ''Brajera-rākhāla'', de koeherdersjongen in Vṛndāvana, en ''gopa-vṛnda-pāla'', Zijn doel was hoe de koeherders tevreden te stellen, met inbegrip van Zijn vader en oom hielden ze allemaal koeien, om hen te behagen. Dus Hij is ''gopa-vṛnda-pāla''. ''Citta-hārī vaṁśī-dhārī'', en als Hij fluit speelde stal Hij de harten van iedereen, ''citta-hārī''. Hij stal het hart van iedereen.  
 
''Yogīndra-vandana'', ondanks dat Kṛṣṇa speelde als een kleine koeherdersjongen in Vṛndāvana, grappen makend met Zijn vrienden net als een dorpsjongen, maar toch is Hij ''yogīndra-vandana''. ''Yogīndra'' betekent grootste yogi, mysticus. ''Dhyānāvasthita-tad-gatena manasā paśyanti yaṁ yoginaḥ'' ([[Vanisource:SB 12.13.1|SB 12.13.1]]). De ''yoginaḥ'', de meditatie, wie proberen ze te vinden? Deze Kṛṣṇa. Ze proberen Kṛṣṇa te vinden. Dus tenzij ze op het punt komen om hun geest op Kṛṣṇa te concentreren wordt hun yoga-principe of mystieke kracht gefrustreerd. ''Yoginām api sarveṣāṁ mad-gata-antara'' ([[NL/BG 6.47|BG 6.47]]). De eersteklas yogi moet Kṛṣṇa altijd in zijn hart houden. Dat is de perfectie van yoga. Daarom heet het ''yogīndra-vandana, śrī-nanda-nandana, braja-jana-bhaya-hārī''. Hoewel Hij wordt aanbeden door de grote mystici, woont Hij nog steeds in Vṛndāvana als zoon van Nanda Maharaja, en de inwoners van Vṛndāvana voelen zich veilig en wel met de bescherming van Kṛṣṇa.  
 
''Navīna nīrada, rūpa manohara, mohana-vaṁśī-vihārī''. ''Navīna nīrada, nīrada'' betekent wolk, Zijn huidskleur is net als een nieuwe wolk. Nieuwe wolk, zwartachtig, ''rūpa''. Toch is Hij zo mooi. Over het algemeen wordt zwart in deze materiële wereld niet als heel mooi beschouwd, maar omdat Zijn lichaam transcendentaal is, zelfs al is Hij zwartachtig, is Hij universeel aantrekkelijk. ''Rūpa manohara. Mohana-vaṁśī-vihārī'', als Hij daar zo eenvoudig met Zijn fluit staat, ook al is hij zwartachtig, Hij wordt heel aantrekkelijk voor iedereen.  
 
''Yaśodā-nandana, kaṁsa-nisūdana'', Hij is heel gevierd als de zoon van moeder Yaśodā, Hij is de doder van Kaṁsa.
 
En ''nikuñja-rāsa-vilāsī'', en Hij danste de rasa dans in de ''nikuñja, vaṁśī-vaṭa, nikuñja''.  
 
''Kadamba-kānana, rāsa-parāyaṇa'', er zijn veel ''kadamba'' bomen. ''Kadamba'' is een soort bloem die vooral in Vṛndāvana groeit, heel geurige en mooie stevige ronde bloem. Dus ''Kadamba-kānana'', Hij genoot van Zijn rasa dans onder deze ''kadamba''-boom.  
 
''Ānanda-vardhana prema-niketana, phula-śara-yojaka kāma''. Dus Hij wekte de lustige verlangens van de ''gopī's'' op, en verhoogde hun transcendentale gelukzaligheid. ''Ānanda-vardhana prema-niketana'', omdat Hij de bron van alle plezier is. De ''gopī's'' kwamen genieten omdat Hij de bron van alle plezier is. Net zoals we water nemen van een meer waar er water is. Vergelijkbaar, als we echt gelukzalig leven willen dan moeten we dat halen uit het reservoir van alle plezier, Kṛṣṇa. ''Ānanda-vardhana'', dat plezier zal vermeerderen. Het materiële plezier zal verminderen. Je kan niet lang genieten, het zal afnemen, maar spiritueel plezier, als je het haalt uit het reservoir van alle plezier, Kṛṣṇa, dan zal het toenemen. Je vermogen om te genieten zal toenemen en je zal meer en meer plezier krijgen. En als je je vermogen, of het verlangen, om te genieten verhoogd dan is het aanbod ook onophoudelijk. Er is geen limiet. ''Phula-śara-yojaka kāma'', Hij is de transcendentale Cupido. Cupido verhoogt met zijn pijl en boog de lustige verlangens van de materiële wereld. Vergelijkbaar is Hij de hoogste Cupido in de spirituele wereld. Hij was de lustige verlangens van de ''gopī's'' aan het vergroten. Ze kwamen daar, en beiden, er was geen vermindering. Ze vergroten hun verlangen en Kṛṣṇa gaf het hun, zonder enige materiële levensopvatting. Ze waren gewoon aan het dansen, dat is alles.  
 
''Gopāṅganā-gana, citta-vinodana, samasta-guṇa-gaṇa-dhāma''. Hij is vooral aantrekkelijk voor de ''gopāṅganā''. ''Gopāṅganā'' betekent de danseresjes van ''vraja-dhama''. ''Gopāṅgaṇa-gaṇa, citta-vinodana'', ze waren helemaal geabsorbeerd in denken aan Kṛṣṇa. Ze werden zo aangetrokken door en gehecht aan Kṛṣṇa, ze konden het bestaan ​​van Zijn vorm in hun hart voor geen moment opgeven, ''citta-vinodana'', Hij veroverde het hart van de ''gopī's, citta-vinodana''. ''Samasta-guṇa-gaṇa-dhāma'', Hij is het reservoir van alle transcendentale kwaliteiten.  
 
''Yamunā-jīvana, keli-parāyaṇa, mānasa-candra-cakora''. ''Mānasa-candra-cakora'', er is een vogel die bekend staat als ''cakora''. Hij kijkt naar de maneschijn. Net zo was Hij de maan onder de ''gopī's'' en ze keken alleen naar Hem. En Hij is het leven van de Yamunā rivier omdat Hij ervan genoot om over de Yamunā rivier te springen.  
 
''Nāma-sudhā-rasa, gāo kṛṣṇa-yaśa, rākho vacana''. Dus Bhaktivinoda Ṭhākura verzoekt ​​iedereen: "Nu zing je al deze verschillende namen van de Heer en verlos mij." ''Rākho vacana mano'': "Mijn beste geest, houdt alsjeblieft mijn woord. Weiger niet, ga door met het zingen van al deze heilige namen van Kṛṣṇa."  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:50, 29 January 2021



Purport to Vibhavari Sesa

Als Rāma, toen Hij verscheen als Heer Rāmacandra, doodde Hij Rāvaṇa, rāvāṇāntakara.

Mākhana-taskara, en in Vṛndāvana staat Hij bekend als de boterdief. In Zijn spel als kind stal Hij boter uit de potten van de gopī's. Dat was Zijn plezierige spel, daarom wordt Hij mākhana-taskara, mākhanacora genoemd.

Gopī-jana-vastra-hari, en ook stal Hij de kleren van de gopī's terwijl ze een bad namen. Dit is heel vertrouwelijk. Eigenlijk wilden de gopī's Kṛṣṇa. Zij baden tot Kātyāyani-devī, godin Kātyāyani, want Hij was aantrekkelijk voor alle meisjes van zijn leeftijd, dus ze wilden Kṛṣṇa als echtgenoot. Dus oppervlakkig was Kṛṣṇa van dezelfde leeftijd, en hoe kon Hij de man zijn van alle gopī's? Maar Hij accepteerde het. Omdat de gopī's de vrouwen van Kṛṣṇa wilden worden, daarom aanvaarde Kṛṣṇa hun voorstel. Om hun genade te geven stal Hij de kleding want de man kan de kleding wegnemen van de vrouw. Niemand anders mag het aanraken. Dus dat is het doel, maar de mensen weten het niet. Daarom moet Kṛṣṇa-lila gehoord worden van een gerealiseerde ziel, of dit deel moet worden vermeden. Anders zullen we verkeerd begrijpen dat Kṛṣṇa de kleding wegnam en Hij was een erg gevallen vrouwenjager, als dat. Niet dat. Hij is de Allerhoogste Heer. Hij vervult de wens van iedere toegewijde. Dus Kṛṣṇa had geen reden om de gopī's naakt te zien, maar omdat ze Zijn vrouw wilden worden vervulde Hij hun wens. Het bewijs; "Ja, ik ben je man, ik heb je kledingstuk weggenomen. Neem nu je kleding en ga naar huis." Daarom is hij bekend als gopī-jana-vastra-hari.

Brajera rākhāla, gopa-vṛnda-pāla, citta-hārī vaṁśī-dhārī. Brajera-rākhāla, de koeherdersjongen in Vṛndāvana, en gopa-vṛnda-pāla, Zijn doel was hoe de koeherders tevreden te stellen, met inbegrip van Zijn vader en oom hielden ze allemaal koeien, om hen te behagen. Dus Hij is gopa-vṛnda-pāla. Citta-hārī vaṁśī-dhārī, en als Hij fluit speelde stal Hij de harten van iedereen, citta-hārī. Hij stal het hart van iedereen.

Yogīndra-vandana, ondanks dat Kṛṣṇa speelde als een kleine koeherdersjongen in Vṛndāvana, grappen makend met Zijn vrienden net als een dorpsjongen, maar toch is Hij yogīndra-vandana. Yogīndra betekent grootste yogi, mysticus. Dhyānāvasthita-tad-gatena manasā paśyanti yaṁ yoginaḥ (SB 12.13.1). De yoginaḥ, de meditatie, wie proberen ze te vinden? Deze Kṛṣṇa. Ze proberen Kṛṣṇa te vinden. Dus tenzij ze op het punt komen om hun geest op Kṛṣṇa te concentreren wordt hun yoga-principe of mystieke kracht gefrustreerd. Yoginām api sarveṣāṁ mad-gata-antara (BG 6.47). De eersteklas yogi moet Kṛṣṇa altijd in zijn hart houden. Dat is de perfectie van yoga. Daarom heet het yogīndra-vandana, śrī-nanda-nandana, braja-jana-bhaya-hārī. Hoewel Hij wordt aanbeden door de grote mystici, woont Hij nog steeds in Vṛndāvana als zoon van Nanda Maharaja, en de inwoners van Vṛndāvana voelen zich veilig en wel met de bescherming van Kṛṣṇa.

Navīna nīrada, rūpa manohara, mohana-vaṁśī-vihārī. Navīna nīrada, nīrada betekent wolk, Zijn huidskleur is net als een nieuwe wolk. Nieuwe wolk, zwartachtig, rūpa. Toch is Hij zo mooi. Over het algemeen wordt zwart in deze materiële wereld niet als heel mooi beschouwd, maar omdat Zijn lichaam transcendentaal is, zelfs al is Hij zwartachtig, is Hij universeel aantrekkelijk. Rūpa manohara. Mohana-vaṁśī-vihārī, als Hij daar zo eenvoudig met Zijn fluit staat, ook al is hij zwartachtig, Hij wordt heel aantrekkelijk voor iedereen.

Yaśodā-nandana, kaṁsa-nisūdana, Hij is heel gevierd als de zoon van moeder Yaśodā, Hij is de doder van Kaṁsa.

En nikuñja-rāsa-vilāsī, en Hij danste de rasa dans in de nikuñja, vaṁśī-vaṭa, nikuñja.

Kadamba-kānana, rāsa-parāyaṇa, er zijn veel kadamba bomen. Kadamba is een soort bloem die vooral in Vṛndāvana groeit, heel geurige en mooie stevige ronde bloem. Dus Kadamba-kānana, Hij genoot van Zijn rasa dans onder deze kadamba-boom.

Ānanda-vardhana prema-niketana, phula-śara-yojaka kāma. Dus Hij wekte de lustige verlangens van de gopī's op, en verhoogde hun transcendentale gelukzaligheid. Ānanda-vardhana prema-niketana, omdat Hij de bron van alle plezier is. De gopī's kwamen genieten omdat Hij de bron van alle plezier is. Net zoals we water nemen van een meer waar er water is. Vergelijkbaar, als we echt gelukzalig leven willen dan moeten we dat halen uit het reservoir van alle plezier, Kṛṣṇa. Ānanda-vardhana, dat plezier zal vermeerderen. Het materiële plezier zal verminderen. Je kan niet lang genieten, het zal afnemen, maar spiritueel plezier, als je het haalt uit het reservoir van alle plezier, Kṛṣṇa, dan zal het toenemen. Je vermogen om te genieten zal toenemen en je zal meer en meer plezier krijgen. En als je je vermogen, of het verlangen, om te genieten verhoogd dan is het aanbod ook onophoudelijk. Er is geen limiet. Phula-śara-yojaka kāma, Hij is de transcendentale Cupido. Cupido verhoogt met zijn pijl en boog de lustige verlangens van de materiële wereld. Vergelijkbaar is Hij de hoogste Cupido in de spirituele wereld. Hij was de lustige verlangens van de gopī's aan het vergroten. Ze kwamen daar, en beiden, er was geen vermindering. Ze vergroten hun verlangen en Kṛṣṇa gaf het hun, zonder enige materiële levensopvatting. Ze waren gewoon aan het dansen, dat is alles.

Gopāṅganā-gana, citta-vinodana, samasta-guṇa-gaṇa-dhāma. Hij is vooral aantrekkelijk voor de gopāṅganā. Gopāṅganā betekent de danseresjes van vraja-dhama. Gopāṅgaṇa-gaṇa, citta-vinodana, ze waren helemaal geabsorbeerd in denken aan Kṛṣṇa. Ze werden zo aangetrokken door en gehecht aan Kṛṣṇa, ze konden het bestaan ​​van Zijn vorm in hun hart voor geen moment opgeven, citta-vinodana, Hij veroverde het hart van de gopī's, citta-vinodana. Samasta-guṇa-gaṇa-dhāma, Hij is het reservoir van alle transcendentale kwaliteiten.

Yamunā-jīvana, keli-parāyaṇa, mānasa-candra-cakora. Mānasa-candra-cakora, er is een vogel die bekend staat als cakora. Hij kijkt naar de maneschijn. Net zo was Hij de maan onder de gopī's en ze keken alleen naar Hem. En Hij is het leven van de Yamunā rivier omdat Hij ervan genoot om over de Yamunā rivier te springen.

Nāma-sudhā-rasa, gāo kṛṣṇa-yaśa, rākho vacana. Dus Bhaktivinoda Ṭhākura verzoekt ​​iedereen: "Nu zing je al deze verschillende namen van de Heer en verlos mij." Rākho vacana mano: "Mijn beste geest, houdt alsjeblieft mijn woord. Weiger niet, ga door met het zingen van al deze heilige namen van Kṛṣṇa."